A5A0C56B5243F86D4E229DD720350EA2 9ad20deef62a4765b51ec572bdd5abdd

09 april 2023

De mysterieuze bidsprinkhaan

De bidsprinkhaan heeft geduld. Roerloos wacht hij tot de prooi binnen bereik is en slaat dan toe. Kannibalisme is de bidsprinkhaan niet vreemd wanneer er een soortgenoot in de buurt is. Sommige grote bidsprinkhanen kunnen zelfs boomkikkers en vogeltjes aan. Dit solitair levende, roofzuchtige insect telt ongeveer 2300 soorten. De meeste soorten zijn te vinden in de tropen, vaak ook de kleurrijkste en grootste. De bidsprinkhaan is verwant aan de kakkerlak, de sprinkhaan en de wandelende tak. De Europese bidsprinkhaan (Mantis religiosa) komt veel voor in zuidelijk Europa.

Inhoud

* Kenmerken van de bidsprinkhaan
    * Kop en voorpoten
    * Vleugels
    * Zintuigen
    * Kleuren
* Voeding en jacht
    * Verdediging
* Voortplanting
* Belangrijke kenmerken van de bidsprinkhaan
* Verspreidng

Kenmerken van de bidsprinkhaan

De Latijnse geslachtsnaam Mantodea is afgeleid van het Griekse woord mantis en betekent ‘profeet’ of ‘waarzegger'. De naam bidsprinkhaan heeft het insect gekregen dankzij de voorpoten, waarbij het lijkt of hij die op vrome wijze voor zich gevouwen houdt. Een algemeen kenmerk van de bidsprinkhaan is zijn slanke en langwerpige lijf met krachtige vangvoorpoten die op scharen lijken en die hij omhoogsteekt zodra hij gevaar ziet, zoals sommige spinnen ook doen, waaronder de Australische tunnelwebspin (Atrax robustus). Ook de opgerichte houding is karakteristiek.

Kop en voorpoten

Europese bidsprinkhaan
(Mantis religiosa)
Deze carnivoor met kannibalistische neigingen heeft een driehoekige kop met tamelijk grote en - bij sommige soorten - uitpuilende facetogen. Bij enkele soorten is de kop op grillige wijze vergroeid ter camouflage. Wie een bidsprinkhaan van dichtbij nadert, zal merken dat het insect de kop draait en elke beweging volgt, wat volgens sommigen mysterieus en (griezelig) intelligent aandoet. Aan de kenmerkende lange hals scharnieren de voorpoten. Dit zijn grote, bedoornde vangarmen, die aan de binnenzijde voorzien zijn van stekels waarmee hij de prooi grijpt en verankert zodra die binnen bereik is. De antennes aan de kop gebruikt het insect voornamelijk om soortgenoten op te sporen (paren). De monddelen zijn bijtend en kauwend.

Vleugels

De bidsprinkhaan heeft twee paar vleugels, over elkaar gevouwen op het achterlijf. Vliegen doet dit insect niet graag. Soms klapt hij de vleugels uit om vijanden af te schrikken of als hij ergens vanaf valt. Veel soorten bidsprinkhanen hebben geen vleugels.

Zintuigen

De bidsprinkhaan kan zijn prooi en natuurlijke vijanden uitstekend zien, als ze maar bewegen. Prooi die doodstil blijft zitten is onzichtbaar voor de bidsprinkhaan. Ook kan het insect relatief ver zien, waarbij het de afstand kan inschatten. Sommige soorten hebben een gehoororgaan.

Kleuren

Veel Afrikaanse en Aziatische soorten hebben schutkleuren die verbluffend veel op bloemen lijken.

Voeding en jacht

Europese bidsprinkhaan
(Mantis religiosa)
Een kenmerk van bidsprinkhanen is dat ze hun prooi niet achtervolgen, maar geduldig, bewegingloos en soms wiegend wachten op een blad of stengel tot het slachtoffer voorbijkomt en binnen bereik is. Alleen een zeer hongerige bidsprinkhaan zal actief op zoek gaan naar prooi. De aanval van dit roofzuchtige, uitstekend gecamoufleerde insect is bliksemsnel, waarbij de prooi met de tangvormige, doornige voorpoten wordt gegrepen. In de meeste gevallen wordt eerst de kop eraf gebeten. De bidsprinkhaan jaagt met name op andere insecten, zoals torren, bijen, andere sprinkhanenspinnen, maar als ze daar kans toe zien grijpen ze ook boomkikkers, hagedissen en jonge vogels.

Verdediging

Vogels en vleermuizen zijn de belangrijkste natuurlijke vijanden van de bidsprinkhaan, die meteen wanneer ze in zicht zijn of ze anderszins ontwaart de doornige voorpoten omhoogsteekt om ze af te schrikken. De voorpoten zijn zo krachtig dat ze de hand van een mens tot bloedens toe kunnen verwonden. Ook klappen ze soms hun vleugels uit om de schrikreactie kracht bij te zetten. De beste tactiek is echter roerloosheid, waarin de bidsprinkhaan een meester is. Ook de uitstekende camouflage helpt, waarbij sommige bidsprinkhanen zo groen zijn als het gras waarin ze zitten. Sommige soorten lijken op een blad of een bloem, afhankelijk van de soort en hun biotoop.

Voortplanting

Na de paring, waarbij het mannetje zeer omzichtig te werk moet gaan om niet al voor de paring opgegeten te worden, zet het vrouwtje de eitjes aan een stengel of op een blad af in een klokvormige, schuimachtige massa, geproduceerd door klieren in het achterlijf. Bij contact met de lucht verhardt deze massa en vormt dan een papierachtig, schimmelig omhulsel dat de eieren beschermt, ook wel ootheek (eierkast) genoemd. De kleintjes kruipen uit de poreuze massa. Na een reeks vervellingen gaan ze steeds meer op de volwassen bidsprinkhaan lijken.

Belangrijke kenmerken van de bidsprinkhaan

Europese bidsprinkhaan
(Mantis religiosa)
Naast de karakteristieke uiterlijke verschijning, zoals de kop, ogen, ‘biddende’ voorpoten en het slanke, langwerpige voorkomen, zijn er enkele andere belangrijke kenmerken van de bidsprinkhaan.

  • Lengte: 1,5 tot 30 centimeter, afhankelijk van de soort.
  • Monddelen: bijtend en kauwend.
  • Vleugels: twee paar, gevouwen op het achterlijf. Veel soorten hebben echter geen vleugels.
  • Voortplantingsperiode: het hele jaar door in de tropen. In de gematigd warme gebieden alleen in de zomer.
  • Legsel: 10 tot 400 eitjes, afhankelijk van de soort.
  • Gedrag: solitair.
  • Voedsel: insectenspinnen. De grote soorten hebben het ook voorzien op kikkers, hagedissen en vogeltjes.
  • Verwante soorten: kakkerlakken, wandelende takken, sprinkhanen.

Verspreiding

De meeste soorten bidsprinkhanen komen in de subtropische, tropische en warme gematigde gebieden voor, zoals in Zuid-Europa, variërend van woestijnen, savannen tot vochtige regenwouden. De Europese bidsprinkhaan (Mantis religiosa) komt algemeen voor in zuidelijk Europa, tot in België. De afgelopen jaren is hij steeds vaker in zuidelijk Nederland gespot, waardoor het lijkt of de Europese bidsprinkhaan zich hier gaat vestigen.

Lees verder
Wandelende takken (Phasmida) - meesters in camouflage
> De bekoorlijke watersnuffel (Enallagma cyathigerum)
> Bladluizen en zwarte wegmieren hebben elkaar nodig
De gloed van de glimworm (Lampyris noctiluca)
Spinnen zijn geen insecten


Bronvermelding

Fotoverantwoording
. Mizael Contreras, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Manuele Matera, CC BY 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/4.0>, via Wikimedia Commons
. Syrio, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Didier Descouens, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.