Spinnen zijn rovers, genadeloze predators. De angst voor spinnen heeft wellicht ook te maken met het feit dat men dat instinctief aanvoelt. Spinnen zijn taxonomisch gezien geen insecten. Verder hebben veel spinnensoorten een web nodig om prooi te vangen. In dat web zijn ze heer en meester en van nature zeer ‘asociaal’. Maar uitzonderingen bevestigen zoals altijd de regel. Er zijn immers soorten die een web delen en daar samen hun kroost grootbrengen, als een soort spinnencommune. Enkele belangrijke soorten webben zijn de trechterwebben en wielwebben.
Inhoud
* Spinzijde - het basismateriaal van het spinnenweb
* Soorten webben
* Het verraderlijke trechterweb van de huisspin
* Het ingenieuze web van de zwarte weduwe (Latrodectus mactans)
* Vangdraden
* Industrie
* Het opmerkelijk sociale web van de Metepeira spinipes
* Jacht en prooi
* Soorten webben
* Het verraderlijke trechterweb van de huisspin
* Het ingenieuze web van de zwarte weduwe (Latrodectus mactans)
* Vangdraden
* Industrie
* Het opmerkelijk sociale web van de Metepeira spinipes
* Jacht en prooi
* De 'huiskamer' van de Metepeira spinipes
Spinzijde - het basismateriaal van het spinnenweb
Wielwebspinnen (Araneidae) zijn afhankelijk van hun web, anders zullen ze verhongeren. Hun gedrag is er op toegespitst. Spinzijde is zeer sterk, kleverig, elastisch en licht. Elk insect komt erin vast te zitten. Het feit dat de spin daar zelf geen last van heeft, komt doordat de haren en huid van een spin antikleefstoffen bevat. Het web van de kruisspin weegt nog geen 0,5 mg. Spinzijde is vloeibaar eiwit en verschijnt dan ook als vloeistof uit het lichaam (spintepels) van de spin. Dikke spindraden zijn ongeveer 0,01 mm dik. De meeste zijn honderden keren dunner. Van sommige spinnensoorten is het spinsel uitzonderlijk sterk, zoals de spindraden van de zwarte weduwe (Latrodectus mactans). De synthetische variant ervan krijgt mogelijk zelfs industriële toepassingen.
Soorten webben
Spinnenweb |
Elke spin maakt spinsel en heeft aan haar achterlijf drie paar spinklieren met elk een aparte uitgang. Door ze bij elkaar te houden, wordt een dikke draad gemaakt. Wanneer ze de buisjes gespreid houdt, ontstaat een band van dunne spindraden. Het (basis)materiaal hardt meteen uit zodra het in aanraking komt met lucht. Met de achterpoten trekt de spin de spinzijde uit het lichaam tot elastische draden. Webben worden op verschillende manieren gebruikt. De kruisspin wacht geduldig tot er een insect in haar wielweb vliegt en zich erin verstrikt. Het is de meest bekende jachtmethode van de spin. Er is echter een soort die het web als een vangnet gebruikt, zoals een spin uit het geslacht Deinopsis, die het relatief kleine web op kunstige wijze over vliegende insecten werpt.
Het verraderlijke trechterweb van de huisspin
Sommige spinnensoorten bekleden hun hol aan de binnenzijde met spinsel. De trechterspin maakt een trechtervormig web. Aan het uiteinde ervan bevindt zich een horizontaal web. Aan deze webconstructie is bijvoorbeeld de huisspin makkelijk te herkennen. Deze spin verschuilt zich in het trechtervormige gedeelte en wacht daar tot een insect zich in het verraderlijke horizontale web verstrikt. In veel gevallen is dat web over de grond of vloer gespannen, vaak ook aan de onderzijde van plantenstengels.
Het ingenieuze web van de zwarte weduwe (Latrodectus mactans)
Het web van de zwarte weduwe (Latrodectus mactans) bestaat uit drie lagen. Steundraden vormen de bovenste laag. De spin heeft ze vastgehecht aan een plafond, een balk, een kei, een plant of bijvoorbeeld de binnenkant van een oude autoband. De middelste laag is een wirwar van spinseldraden, driedimensionaal van vorm. Zeer elastische en schuin naar grond toelopende draden vormen de onderste laag. Het warrige web bevat een gat in het midden, waarin de zwarte weduwe wacht op prooi.
Vangdraden
Zwarte weduwe (Latrodectus mactans) |
Zodra een nietsvermoedend insect de vangdraad van het web van de zwarte weduwe raakt, komt de spindraad los van de bodem. Lijdzaam moet het insect toezien hoe het omwikkeld wordt door de vangdraad, waarmee zijn lot bezegeld is. De vangdraden zijn zo elastisch dat het insect als aan een katrol naar het warrige middengedeelte van het web wordt gehesen. De zwarte weduwe is dan inmiddels toegesneld om haar gif in de prooi te spuiten.
Industrie
Onderzoek heeft uitgewezen dat het spinsel van de zwarte weduwe van een opmerkelijke biologische kwaliteit is. Het is zeer taai maar tevens zeer elastisch materiaal en naar verhouding vijf keer sterker dan staal. In laboratoria probeert men dit weefsel op synthetische wijze na te bootsen, waarbij men erachter probeert te komen hoe de moleculaire eiwitten van de spindraden precies zijn opgebouwd. Wanneer het onderzoek verloopt zoals verwacht, zullen de toepassingen ongekend zijn en kan men er naar verluidt naast werkschoenen en kogelvrije vesten zelfs hangbrugkabels van maken.
Het opmerkelijk sociale web van de Metepeira spinipes
De Metepeira spinipes komt voornamelijk in Noord- en Midden-Amerika voor en is een wielwebspin, zoals de Europese kruisspin die in alle Nederlandse tuinen en vaak bij raamkozijnen te vinden is. Met hulplijnen spint ook de Metepeira spinipes een kleverig en wielvormig web, waarbij de draden bij het middengedeelte zich het dichtst bij elkaar bevinden. De voeldraad loopt rechtstreeks naar het hol van de spin.
Jacht en prooi
Metepeira spinipes |
Het vrouwtje van de Metepeira spinipes spint het web en zit doorgaans in het midden ervan te wachten op prooi. Wanneer een insect in het web vliegt, rent de spin ernaartoe en weet ze het insect dankzij de gespartel zeer snel te vinden. In het andere geval moet ze er op de tast heen. De zeer kleine prooien worden meteen kauwend (niet leegzuigend) opgegeten, de grotere insecten spint ze in. Met erg grote prooien weet de Metepeira spinipes geen raad en knipt ze los.
De ‘huiskamer’ van de Metepeira spinipes
De Metepeira spinipes kent een heuse huiskamer. Het is een gemeenschappelijk web waar veel spinnen kunnen en mogen vertoeven, er hun eitjes afzetten en hun ‘kroost’ grootbrengen. Dat is als zodanig opmerkelijk aangezien spinnen van nature beslist geen sociale dieren zijn. De vorm van het ‘huiskamerweb’ bepaalt het gedrag van de spinnen. In het gemeenschappelijke web zijn de spinnen sociaal, in het individuele vangnet (territorium) staan ze elkaar echter naar het leven.
Lees verder
> Spinnen zijn geen insecten
> De grote spoorspin (Cheiracanthium punctorium) is een agressieve renspin
> De gewone mijnspin (Atypus affinis) lijkt op een vogelspin
> Spinnen - de wolven van de insectenwereld
> De dodelijke Australische tunnelwebspin (Atrax robustus)
Bronvermelding
. https://www.volkskrant.nl/wetenschap/wetenschappers-ontrafelen-het-webgeheim-van-de-zwarte-weduwe~b53a54aa/
. http://www.uc.edu/news/uetz.htm
. http://www.uc.edu/news/uetz.htm
Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: spinnenweb; Manoj K, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
. Steve Jurvetson, CC BY 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/2.0>, via Wikimedia Commons
. Richhoyer99, CC BY 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/3.0>, via Wikimedia Commons
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.