A5A0C56B5243F86D4E229DD720350EA2 9ad20deef62a4765b51ec572bdd5abdd

08 februari 2023

Spinnen - de wolven van de insectenwereld

Spinnen zijn jagers bij uitstek. Wereldwijd zijn er tienduizenden
soorten bekend. Ze beloeren hun slachtoffers vanuit een web, lokken ze in een hinderlaag of rennen ze achterna. In de insectenwereld, maar ook bij veel mensen, zijn ze gevreesd en berucht. De angst voor spinnen is bij velen diepgeworteld. Zoals voor de razendsnelle huisspin, maar ook voor de kleine, olijk rondspringende zebraspin die op een miniatuurvogelspin lijkt en ’s zomers graag op het kozijn zit te zonnen. Spinnen gedragen zich op allerlei manieren. Er zitten zelfs hengelaars tussen die hun prooi uit het water vissen. De gevreesde en vaak gehate spin vormt in de natuur een belangrijke schakel bij het decimeren van grote aantallen schadelijke insecten. Welkom in de wondere wereld van de spinnen, de wolven van de insectenwereld.

Inhoud

* Veel soorten spinnen
    * Spinnen in huis
* Kenmerken van spinnen (Araneae)
    * Van kaken tot spinklieren
    * Ogen en tastzin
    * Kleurverschillen
* Zo jaagt een spin
    * Levende prooi
* Voortplanting

Veel soorten spinnen

In de wetenschap zijn meer dan 45.000 soorten spinnen bekend en beschreven. In Nederland komen ongeveer 700 soorten voor. Spinnen (Araneae) behoren tot de stam van de Arthropoda (geleedpotigen) en de orde van de Arachnida (spinachtigen). Overigens zijn spinnen geen insecten, ze hebben immers een andere ontwikkeling doorgemaakt. Daardoor hebben ze onder andere acht poten en zijn de kop en het borststuk met elkaar vergroeid.

Spinnen in huis

Misumena vatia
Er zijn spinnen die een voorkeur hebben voor woningen, zo denken sommigen. De huisspin, waarvan tal van soorten bestaan, is daarvan een voorbeeld. Ook de wolfspin, waaronder de valse wolfspin (Zoropsis spinimana) ziet men wel eens in huis rondrennen. De grote trilspin (Pholcus phalangioides) met de zeer lange poten, niet te verwarren met de hooiwagen, is eveneens frequent aanwezig in woningen. De naam heeft de laatstgenoemde spin te danken aan de heftige bewegingen dat het diertje in het web maakt zodra het onraad bespeurt en daarmee een aanval probeert te voorkomen. Hoewel het uiterlijk van deze spin anders doet vermoeden, kan hij zelfs de huisspin aan. De zebraspin (Salticus scenicus), ook wel harlekijnspin genoemd, is een echte zonaanbidder die 's zomers graag op kozijnen of tegen de muur in de zon zit. En de mijnspin (Atypus affinis) is een typische 'buitenspin', die men zelden binnenshuis aantreft.

Kenmerken van spinnen (Araneae)

Spinnen zijn gemakkelijk te herkennen. Ze hebben immers allemaal acht (veelal lange) poten, voorzien van klauwtjes waardoor ze meer grip hebben en aan spindraden kunnen hangen. Het merendeel van de spinnensoorten ziet slecht en neemt alleen lichtverschuivingen waar. Het gros van de soorten heeft acht ogen, wat overigens vaak ten onrechte een uitstekend zicht suggereert.

Van kaken tot spinklieren

Latrodectus mactans
Kenmerkend bij spinnen is dat de kop en het borststuk met elkaar vergroeid zijn, in tegenstelling tot de insecten. Het kopborststuk (cephalothorax) bevat aan de bovenzijde een pantser. Aan beide kanten van de cephalothorax scharnieren vier poten. De gifkaken (cheliceren) zijn holle klauwen. Hiermee spuit de spin het gif in de prooi. De pedipalpen zijn valse poten en belangrijk bij de voortplanting. Het achterlijf (opisthosoma) biedt ruimte voor het hart, de (boek)longen, de spinklieren en de spijsverteringsorganen. De spintepels, waarmee de spin spinweefsel afscheidt, bevinden zich aan de achterzijde.

Ogen en tastzin

Het gedrag van spinnen is voor een groot deel afhankelijk van de zintuiglijke vermogens en specialisaties. Bekend is dat spinnen over het algemeen slecht zien, ook al hebben ze meer dan twee ogen. Veelal nemen ze alleen lichtverschuivingen waar. Ook geldt: hoe dichter bij de prooi, hoe beter het zichtvermogen van de spin. In vergelijking tot insecten zijn spinnenogen eenvoudig van structuur. Al met al kan men zelfs stellen dat de ogen van de meeste spinnensoorten van weinig nut zijn. Uitzonderingen daargelaten. Zoals het geval is bij wolfspinnen (Licosidae) en springspinnen (Salticidae). Hun zicht is namelijk uitstekend tot fenomenaal. Bovendien zijn hun ogen relatief groot en naar voren gericht. Het spreekt vanzelf dat hun gedrag daarop is aangepast.

Kleurverschillen

Doordat springspinnen goed zien, ook kleurverschillen, kunnen ze hun prooi met grote precisie bespringen, zoals de zebraspin (harlekijnspin). Ook wolfspinnen (Lycosidae) hebben een haarscherpe blik. Daarentegen moeten de web- ofwel wielspinnen het grotendeels hebben van hun goed ontwikkelde tastzin. De kleinste trillinkjes in het web vangen ze op met de haartjes aan hun poten. Ze kunnen er zelfs mee bepalen hoe groot de prooi is. En waar die zich precies bevindt. Ook luchtdrukverschillen spelen een rol bij het waarnemen van prooi, zoals de vleugelslag van insecten.

Zo jaagt een spin

De zintuiglijke mogelijkheden en specialisaties sturen het gedrag van spinnen. Wolf- en springspinnen naderen hun prooi op sluipende wijze, als een kat. Dat geldt uiteraard ook voor de zwerfspinnen, zoals de Braziliaanse zwerfspinnen (kamspinnen), die zeer giftig en agressief zijn. Deze rovers bij uitstek zijn de wolven van de insectenwereld. Springspinnen (Salticidae) hebben uitstekende ogen. Hun gedrag en de wijze van jagen zijn daarop afgestemd. Valdeurspinnen (Ctezinidae) vallen vanuit een hinderlaag aan. Zodra een insect nietsvermoedend voorbij scharrelt, klapt het deurtje van het ondergrondse hol open en grijpt de spin zijn prooi.

Levende prooi

Philodromus aureolus
Het web van de wiel- of webspin is kleverig. Het lot van elk insect dat er zich in verstrikt, is dan ook meestal bezegeld. Spinnen verlammen de prooi met hun gif. De verteringssappen maken het inwendige van het insect vloeibaar. De spin zuigt de brij vervolgens op. Om het nog complexer te maken zijn er spinnen die uitsluitend op andere spinnen jagen, dus niet op insecten. Wel zoeken spinnen altijd levende prooi. Ook zijn er spinnen die hengelen door een poot in het water te steken. Zodra een insect in het water valt, wordt de spin de rimpelingen gewaar en rent dan over het water om het insect te grijpen. Er zijn zelfs spinnen die onder water op visjes jagen.

Voortplanting

De naam ‘zwarte weduwe’ (Latrodectus mactans) ontleent deze spin aan het feit dat de mannetjes na de bevruchting moeten maken dat ze wegkomen, omdat ze meestal worden aangezien als prooi. Dat geldt echter voor meer spinnensoorten. In veel gevallen mislukken hun ontsnappingspogingen doordat ze verzwakt zijn. Ze worden dan meedogenloos opgepeuzeld door de vrouwtjesspin. Ook mannetjes-springspinnen maken gebaren met hun poten om zich kenbaar te maken als voortplantingspartner. Verder zijn er spinnensoorten die met hun poten tegen het web van de vrouwtjesspin tikken om te laten merken dat ze er klaar voor zijn. Wolfspinnen dragen na het uitkomen van de eitjes de jonge spinnetjes gedurende een lange periode mee op de rug.

Lees verder
De grote spoorspin (Cheiracanthium punctorium) is een agressieve renspin
> Het ingenieuze web van de spin
> De gewone mijnspin (Atypus affinis) lijkt op een vogelspin
> De dodelijke Australische tunnelwebspin (Atrax robustus)
Metepeira spinipes - een sociale spin


Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Tegenaria domestica; By Darmo117 - Own work, CC BY-SA 4.0
. Muséum de Toulouse, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Patrick Edwin Moran. Photograph of a Latrodectus mactans (black widow spider) eating an insect that she has wrapped in silk.
. Philodromus aureolus, by Diego Delso, Hartelholz, MĂșnich, Alemania, 2020-06-25, DD 30-65 FS.jpg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.