Sjirpende, zingende veldsprinkhanen. Iedereen kent die typische geluiden. Ze symboliseren mede de warme zomerdagen. Talloos zijn de soorten veldsprinkhanen, hoewel de meeste soorten in de tropen leven. Het doordringende gesjirp ontstaat zodra ze met de tandkammen van hun dijen langs de voorvleugels strijken. Woestijnsprinkhanen, die onder andere in Afrika hele akkers kunnen kaalvreten, horen bij dezelfde familie. Veldsprinkhanen zijn makkelijk te herkennen. Ze hebben onder andere korte, dikke voelsprieten en grote, sterke achterpoten.
Inhoud
* Taxonomische indeling van veldsprinkhanen (Acrididae)
* Kenmerken
* Lengte, gewicht en levensverwachting
* Achterpoten
* Vleugels, ogen en antennes
* Sjirpen
* Leefwijze
* Natuurlijke vijanden
* Voedsel
* Verdediging
* Voortplanting
* Verspreiding
* Belangrijke kenmerken van veldsprinkhanen (Acrididae)
Taxonomische indeling van veldsprinkhanen (Acrididae)
Veldsprinkhanen behoren tot de stam van de Arthropoda (geleedpotigen), de onderstam van de Hexapoda (zespotigen), de klasse van de Insecta (insecten), de orde van de Orthoptera (rechtvleugeligen), de onderorde van de Caelifera (kortsprietigen) en de familie van de Acrididae. Wereldwijd zijn ongeveer 10.000 soorten beschreven en taxonomisch ingedeeld. Slechts enkele tientallen soorten zijn courant in Nederland. De meeste soorten zijn te vinden in de subtropen en tropen, zoals de woestijnsprinkhanen die in Afrika en Azië een plaag kunnen vormen en in enorme zwermen complete oogsten vernietigen.
Kenmerken
Veldsprinkhaan (Acrididae) |
Lengte, gewicht en levensverwachting
Veldsprinkhanen, die in de tropen meegerekend, kunnen wel 20 cm groot worden. In Europa is hun lengte 1,5 tot 8 cm. De laatstgenoemde soorten wegen rond de 2 gram en worden hoogstens een halfjaar oud. Bepaalde tropische soorten zijn zo groot dat ze soms voor vogels worden aangezien.
Achterpoten
Kenmerkend zijn hun krachtige en extreem lange achterpoten, waarmee ze ver kunnen huppen en springen, sommige soorten tot wel 200 maal hun eigen lichaamslengte. Er zijn echter soorten die helemaal niet kunnen springen.
Vleugels, ogen en antennes
De relatief grote en rechte vleugels zijn duidelijk herkenbaar, net als de facetogen. De antennes zijn kort en dik. Daarmee onderscheiden ze zich van andere soorten sprinkhanen, zoals de sabelsprinkhaan (Tettigoniidae).
Sjirpen
Veldsprinkhanen maken hun zo bekende geluid wanneer ze met de tandkammen van hun dijen ritmisch langs de voorvleugels strijken. Het zijn vooral de mannetjes die deze typische geluiden maken om hun territorium te markeren en vrouwtjes te lokken. Overigens sjirpen niet alle soorten.
Leefwijze
Veldsprinkhaan (Acrididae) |
Natuurlijke vijanden
Voedsel
Veldsprinkhanen zijn herbivoor, ze eten dus alleen grassen en andere planten, waarbij ze de bladeren en bloesems met hun sterke bovenkaken (manipels) afbijten en met de onderkaken (maxillen) in kleine partjes bijten en vermalen. Meestal dwarszittend op een bladdeel ‘knippen’ ze de bladeren als een schaar in stukjes. Ook kruiden, struiken en loofbomen staan op hun menu. De gifstoffen in veel planten deren hun niet, maar worden opgenomen in hun lichaam als afschrikmiddel tegen natuurlijke vijanden.
Verdediging
Veel tropische veldsprinkhanen hebben zeer contrasterende kleuren om vijanden af te schrikken. Sommige soorten produceren een stinkend schuim voor dat doel. Dat geldt ook voor de opgenomen gifstoffen uit planten. De schutkleuren zijn eveneens vaak heel effectief. Veel soorten kunnen zich bijvoorbeeld uitstekend aanpassen aan de omgeving en de kleuren aannemen van takken en stenen. Sommige soorten hebben felblauwe en scharlakenrode vleugels. Bij gevaar vliegen deze sprinkhanen tegelijk op en zorgen aldus eventjes voor een afschrikwekkend, flitsend kleurenfestijn.
Voortplanting
Tijdens de paring zit het mannetje soms wel urenlang op het vrouwtje. Daarna legt het vrouwtje de eitjes, doorgaans in de grond door middel van een uitstulpbare achterbuis om de eitjes zo diep mogelijk in de losse aarde te krijgen, beschermd door een schuimcocon. Parasitaire sluipwespen leggen in veel gevallen hun eigen eitjes ertussen. Na vier tot vijf larvenstadia hebben de jongen de volwassen omvang gekregen.
Verspreiding
Veldsprinkhaan (Acrididae) |
Belangrijke kenmerken van veldsprinkhanen (Acrididae)
- Lengte: 1,5 tot 20 cm.
- Gewicht: ca. 2 gram (Europese soorten).
- Monddelen: bijtend.
- Vleugels: twee paar; veel soorten hebben geen vleugels.
- Kleur: alle mogelijke schutkleuren.
- Paartijd: zomer; het hele jaar in tropische gebieden.
- Eieren: enkele tot wel 100.
- Voedsel: groene planten, bloesems en grassen.
- Geluid: het karakteristieke geluid ontstaat wanneer de sprinkhanen met de tandkam van hun dijen langs de voorvleugels strijken.
Lees verder
> Spinnen zijn geen insecten
> Wandelende takken (Phasmida) - meesters in camouflage
> Boktorren hebben een slecht imago
> De mysterieuze bidsprinkhaan
> Bladluizen en mieren hebben elkaar nodig
Bronvermelding
Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: veldsprinkhaan (Acrididae); Alvesgaspar, CC BY-SA 3.0 <http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/>, via Wikimedia Commons
. Rouibi Dhia Eddine Nadjm, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Ryan Hodnett, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.