A5A0C56B5243F86D4E229DD720350EA2 9ad20deef62a4765b51ec572bdd5abdd

25 december 2022

Visvamitrasana

Visvamitrasana is een moeilijke yogahouding uit hatha-yoga. Voordat u aan deze oefening begint, is het belangrijk dat uw fysieke balans inmiddels goed ontwikkeld is met behulp van de basishoudingen. Bovendien waarborgen deze asana's soepele heupen en getrainde hamstrings. Visvamitrasana is ideaal voor een slanke taille en een uitstekend evenwichtsgevoel. Weet dat deze yogahouding voor gevorderden alleen geschikt is na een goede warming-up, zoals aan het einde van een yogasessie. Mijd deze oefening bij gewrichts- en heupproblemen. De klassieke visvamitrasana kent veel varianten.

Inhoud

* Achtergrond van visvamitrasana
* Technische aspecten
* Let op het volgende
* Voordelen van visvamitrasana
    * Therapeutische toepassingen

Achtergrond van visvamitrasana

Deze yogahouding is vernoemd naar de wijsgeer Vishvamitra, een oorspronkelijk machtige maar arrogante koning uit het oude India. Na een dramatische ontmoeting met de wijsgeer Vasishta trok Vishvamitra zich terug uit het sociale leven en wijdde zich aan meditatie en ascese in een kluizenaarswoning in het woud. Vishvamitra transformeerde zich van een wrede koning tot een van de meest vereerde wijsgeren uit het oude India. Hij zou tevens de Vedische Gayatri-mantra hebben geschreven. Asana wil zeggen ‘(zit)houding’. Deze lastige yogahouding is blessuregevoelig en om die reden voorbehouden aan gevorderde yogastudenten in hatha-yoga.

Technische aspecten

Visvamitrasana
met behulp van een wiel
Voer alle bewegingen vloeiend uit, als een vlinder die zich langzaam ontpopt. Vergelijk het met de manier waarop de transformatie van Vishvamitra zich ontvouwde.
  1. Ga in tadasana (berghouding).
  2. Buig naar voren. Plaats de handen op schouderbreedte op de vloer. De vingers wijzen naar voren.
  3. Strek de benen naar achteren, zoals in adho mukha svanasana (zich uitrekkende hond).
  4. Adem uit en plaats het rechterbeen naar voren. Steun de achterzijde van het rechterdijbeen op de achterzijde van de rechterbovenarm. Trek het onderbeen op, de voet komt van de vloer.
  5. Kantel het bovenlichaam naar achteren. Strek het rechterbeen. De linkerarm plaatst u gestrekt op het linkerdijbeen. Kijk omhoog.
  6. Het lichaamsgewicht rust nu alleen op de linkervoet (hele voetzool) en de rechterhand. 
  7. De volgende fase bestaat eruit dat u de linkerarm omhooghoudt, in lijn met uw andere arm. Kijk naar de linkerhand. Om het nog moeilijker te maken, grijpt u met uw linkerhand de grote teen van de rechtervoet vast. De linkerarm vormt nu een boog.
  8. Blijf een minuut in visvamitrasana.
  9. In omgekeerde volgorde komt u terug in tadasana (berghouding). Herhaal de oefening links.
  10. Ontspan in savasana (lijkhouding).

Let op het volgende

Zorg ervoor dat de benen gestrekt zijn. Samen vormen ze een hoek van 45 graden met de vloer. Kantel het lichaam zodanig naar achteren dat de romp zijdelings in verticale positie is. De gestrekte armen vormen eveneens een verticale lijn. Probeer alle bewegingen vloeiend uit te voeren. Oefen in de beginfase eventueel bij een muur om te voorkomen dat u achterover valt. Visvamitrasana is een asana voor gevorderden. Beheers dus eerst alle basishoudingen en voorkom aldus blessures. Mijd deze oefening bij gewrichts- en heupproblemen. Dat geldt ook voor de polsen en hamstrings.

Voordelen van visvamitrasana

Visvamitrasana heeft tal van voordelen, variërend van sterke armen en polsen, een grotere longcapaciteit tot sterke buikspieren, een smalle taille en een uitstekende spijsvertering. Beschouw de yogahouding visvamitrasana als een allroundoefening voor een uitmuntende fysieke en mentale balans.

Therapeutische toepassingen

Visvamitrana wordt als ondersteunende therapie gebruikt bij onder andere de volgende klachten en aandoeningen:
  • fysieke en mentale onbalans;
  • obstipatie;
  • stijve spieren en gewrichten (o.a. heupen en schouders);
  • trage spijsvertering;
  • gebrekkige longcapaciteit.

Lees verder
Dwi pada koundinyasana (albatroshouding III)
Eka pada viparita dandasana II
Parsva kukkutasana (zijwaartse haanhouding)
Vier gemakkelijke meditatiehoudingen
Utthita stiti bhujangasana (staande cobrahouding)


Bronvermelding
. 'Yoga', Sophy Hoare, Macdonald Educational Ltd.
. 'Textbook of Yoga', George Feuerstein, Hutchinson, London
. 'Light on Yoga', B.K.S. Iyengar, George Allen & Unwin, Londen

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Visvamitrasana' Akhlispurnomo, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Akhlispurnomo, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons

15 december 2022

De kauw (Corvus monedula) - een luidruchtige verzamelaar

De kauw (Corvus monedula) is de kleinste telg uit de familie van de kraaiachtigen. Deze slimme en luidruchtige vogel leeft vaak in groepen en tussen andere kraaien, zoals ook de roek en de zwarte kraai. Zijn roep is duidelijk te onderscheiden van de andere kraaiachtigen. De kauw is een cultuurvolger, die zich graag in de buurt van mensen ophoudt, waar zoals hij weet altijd eten te vinden is. Ook is de kauw een verzamelaar van alles wat glanst en blinkt. Het verhaal gaat dat een kauw zelfs een brandende sigaret had meegenomen en er per ongeluk zijn nest mee in brand zou hebben gestoken.

Inhoud

* Taxonomische indeling van de kauw (Corvus monedula)
* Uiterlijke kenmerken van de kauw
    * Lengte en gewicht
    * Slagpennen en verenkleed
    * Achterkop, zijhals, oogring en buik
    * Roep
    * Nest
* Leefwijze van de kauw
    * Verzamelaar
* Voedsel
* Groepsvorming
* Voortplanting
* Verspreiding
* Belangrijke kenmerken van de kauw (Corvus monedula)

Taxonomische indeling van de kauw (Corvus monedula)

Kauw (Corvus monedula)
De kauw. ook wel torenkraai genoemd, behoort tot de klasse van de Aves (vogels), de orde van de Passeriformes (zangvogels), de familie van de Corvidae (kraaien), het geslacht Corvus of Coloeus en de soort Corvus of Coloeus monedula.

Uiterlijke kenmerken van de kauw

De kauw (Corvus monedula) is vrij makkelijk te onderscheiden van de andere kraaiachtigen. Hij is kleiner dan bijvoorbeeld de zwarte kraai, de raaf en de roek. Een belangrijk kenmerk is dat de achterkop van deze zwarte vogel grijs is, net als de zijhals.

Lengte en gewicht

Een volwassen kauw weegt ongeveer 250 gram en is tussen de 35 en 40 centimeter lang.

Slagpennen en verenkleed

Kenmerkend bij de kauw en de meeste andere kraaiachtigen is dat in de vlucht de vleugeltoppen of slagpennen er gevingerd uitzien. De vleugels van de kauw als zodanig zijn tamelijk spits en worden iets naar achteren gehouden tijdens het vliegen. De kauw heeft als solitair een ongelijkmatige vlucht en een snellere vleugelslag dan bijvoorbeeld de roek en de zwarte kraai. De staart is relatief lang.

Achterkop, zijhals, oogring en buik

Kauw (Corvus monedula)
Bij jonge kauwen is de achterkop donkergrijs. De grijze tint krijgt een lichtere tint naarmate de vogel ouder wordt. Dat geldt ook voor de zijhals. Ook het verenkleed van de buik wordt lichter bij volwassen kauwen. Typisch is bovendien de lichtgroene tot grijze oogring en lichtblauwe iris. De voorkop is opvallend zwart. De snavel is kort en donker (geen dolksnavel).

Roep

De kauw behoort tot de orde van de zangvogels (Passeriformes). Zijn roep is duidelijk te onderscheiden van het veelal krassende geluid van de zwarte kraai en klinkt als een helder ‘kiack’ of ‘kjarr’, of ‘kauw, kauw, kauw’, zoals de vogel ook heet. Verder maken ze kwebbelende en tokkelende geluiden, afgeleid van de primaire roepsoorten. Ook kan hij geluiden nabootsen, maar van ‘pratende’ kauwen, zoals de papegaai, is geen sprake.

Nest

Het nest van de kauw bestaat uit takjes, wol, haren, bladeren en wat de kauw nog meer vindt. Inzake de nestplaats is de kauw niet kieskeurig. In alle mogelijke holten kan het nest gevonden worden, zoals in holle boomstammen, schoorstenen, maar ook in nestkasten en rotsspleten. De eieren, doorgaans vier of vijf, zijn lichtblauw met bruinige vlekjes.
 

Leefwijze van de kauw

De kauw is een cultuurvolger. Dicht bij de mens en zijn besognes is de kauw altijd verzekerd van voedsel. Hij is vrijwel overal te vinden, in steden en dorpen, maar ook in de vrije natuur, zoals bossen, heide en aan zee. De kauw is zogezegd alomtegenwoordig, net als de huismus. In dorpen en steden nestelt hij onder andere in muurnissen en verlaten gebouwen, loodsen, schoorstenen en kerkgebouwen.

Verzamelaar

Kauwen (Corvus monedula)
De kauw staat erom bekend dat hij zich aangetrokken voelt tot alles wat glanst en blinkt. Wie wel eens een kauw als huisdier heeft gehad, weet dat hij zelfs theelepeltjes ‘steelt’ en al deze voorwerpen op een vaste plek ‘verstopt’, zoals in een struik of achter een boom. Ook voedsel legt hij graag op een vaste plek, vooral als er sprake is van overvloed, noem het appeltjes voor de dorst als er slechtere tijden aanbreken. Uiteraard herinnert de kauw zich precies waar hij zijn voedselvoorraden heeft opgeborgen.

Voedsel

De kauw is een alleseter in de ruimste zin van het woord. Naast insecten, spinnen, larven, slakken en wormen kan hij in onbewaakte nesten de eieren en zelfs de jonge vogeltjes oppeuzelen. Ook vruchten eet hij graag, net als granen. De jacht op muizen is evenzeer bekend bij de kauw. Op vuilnisbelten is hij een veelgeziene gast. Soms dopen kauwen het voedsel in water voordat ze het opeten. Onverteerde voedselresten braken ze uit als braakballen, zoals bij de uil het geval is.

Groepsvorming

Eieren van de kauw
(Corvus monedula)
Kauwen verzamelen zich graag in groepen. Dat kunnen honderden exemplaren zijn die neerstrijken in enkele bomen en daar luidruchtig met elkaar communiceren. Bij een of andere aanleiding kiezen ze echter het luchtruim en cirkelen dan een tijdje als spreeuwen rondom de verzamelplek om er vervolgens weer neer te strijken. 

Voortplanting

Tijdens het baltsritueel buigt het mannetje voor het vrouwtje en laat aldus zijn achterkop zien. Paartjes zijn levenslang aan elkaar verknocht en kiezen doorgaans voor dezelfde broedplaats. Samen bouwen ze een nest van takjes, wol en bladeren. Zelfs zitten ze soms op de rug van schapen om de wol uit de vacht te trekken voor het nest. Het vrouwtje legt vier of vijf eieren. Na bijna drie weken komen de eieren uit, waarbij het mannetje eten voor het vrouwtje aansleept. Ook voeren ze samen de jongen. De jongen kunnen na een maand vliegen, maar blijven veel langer in het nest en worden daarbij gevoerd door de ouders. Na twee jaar zijn kauwen geslachtsrijp.

Verspreiding

Verspreidingsgebied
van de kauw (Corvus monedula)
De kauw (Corvus monedula) komt in vrijwel heel Europa voor, behalve in het uiterste noorden van Scandinavië en het noorden van Rusland (Siberië). Ook is hij te vinden in de kuststreken van Noordwest-Afrika, zoals Marokko, maar ook in de westelijke delen van Azië. De kauw is geen bedreigde vogelsoort.

Belangrijke kenmerken van de kauw (Corvus monedula)

Vlucht van de kauw
(Corvus monedula)
Een karakteristiek kenmerk van kauwen is dat ze voedsel verdelen onder elkaar. Ook tussen mannetjes en vrouwtjes onderling of op basis van verwantschap. Het lijkt erop dat er sprake is van wederkerigheid van voedselverdeling.

Lengte: 35-40 cm.
Gewicht: ca. 250 gram.
Spanwijdte: 90 cm.
Geslachtsrijp:1-2 jaar.
Broedsels per seizoen:1.
Broedtijd: april-juni.
Aantal eieren: 4-5, bleekblauw van kleur met bruinige vlekjes.
Gedrag: sociale vogel, paartjes blijven levenslang bij elkaar.
Voedsel: alleseter.
Levensverwachting: ca. 12 jaar.
Soorten: Er zijn vier ondersoorten: Corvus Monedula (Noordse kauw); Corvus spermologus (Noord-west Afrika, Zuid-Europa); Corvus soemmerringii (Russische kauw) en Corvus cirtensis (Oost- en Zuidoost-Europa, Zuid-Siberië en de westelijke delen van China).

Lees verder
De raaf (Corvus corax) - een meesterlijke luchtacrobaat
Karakteristieke kenmerken van vogels
Waarom zingen vogels zo verschillend
Zwarte kraai (Corvus corone) - een sluwe aaseter
Zo ontstaat een vogelei


Bronvermelding

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Kauw (Corvus monedula); J.gaigr, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Matti Virtala, CC0, via Wikimedia
. Gunnar Creutz, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Pierre-Marie Epiney, CC BY-SA 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.0>, via Wikimedia Commons
. Klaus Rassinger und Gerhard Cammerer, Museum Wiesbaden, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
. en:User:Steve nova, CC BY-SA 3.0 <http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/>, via Wikimedia Commons

05 december 2022

Hoesten - wanneer verwijst de huisarts u door

Hoesten is een reactie op irriterende stoffen. Of het betreft een infectie. Veel aandoeningen beginnen met een kriebelhoest of droge hoest. De beruchte rokershoest heeft chronische bronchitis en longemfyseem als complicaties, wat doorgaans gepaard gaat met kortademigheid. Ook is er het bekende nerveuze hoestje. Zo zijn er tal van soorten hoest. Uw eerste bezoek aan de huisarts zal in het teken staan van uitsluiten waar de hoest vandaan komt. Betreft het een gewone verkoudheid of een gevaarlijke longembolie? De huisarts moet het klachtenpatroon in kaart brengen om te bepalen of hij de hoestklacht zelf kan behandelen of dat hij u doorverwijst naar de specialist, zoals bij hartfalen en een longembolie. De huisarts heeft de kennis om op adequate wijze die verschillen te zien. In sommige gevallen verwijst de huisarts met spoed door naar de specialist of hij laat zelfs een ambulance komen. Een kijkje in de keuken van het veelzijdige takenpakket van de huisarts.

Inhoud

* Droge of natte hoest?
Van griep tot COPD
    * Rokershoest
* Wanneer naar de huisarts bij hoesten
* Hoesten - waar let de arts op?
* Diagnose
    * Benauwd
* Spoed, dringend of overleg?
    * Spoed
    * Dringend consult
    * Overleg

Droge of natte hoest?

Hoesten is een reflex. Het beschermt de luchtwegen die zichzelf op die manier voortdurend reinigen. Allereerst moet gezegd zijn dat een incidentele hoest heel normaal is. Stofdeeltjes en slijm worden met behulp van het trilhaarepitheel naar het strottenhoofd gewerkt. Dit voorkomt dat overtollig slijm en stof dieper in de luchtwegen wegzakken. De huisarts zal bij u meteen merken of het een droge of natte hoest betreft. In het overgrote deel van de gevallen zijn de hoestklachten van korte duur. Het kan echter ook zijn dat er een ernstige aandoening aan ten grondslag ligt die onmiddellijk medisch ingrijpen vereist, zoals een longembolie of longontsteking.

Van griep tot COPD

Longen
Een longontsteking (pneumonie) kan de oorzaak zijn van een heftige, persistente, bijna chronische hoest, waarbij een bacteriële infectie een rol is gaan spelen, vaak als gevolg van een verwaarloosde griep. Mogelijk betreft het een chronische bronchitis, en in zeldzame gevallen tuberculose. Indien de huisarts een piepende ademhaling opmerkt, wat gepaard gaat met kortademigheid, zal hij in eerste instantie denken aan bijvoorbeeld astma. Een rokershoest wijst vaak op COPD.

Rokershoest

Inzake een rokershoest wil de huisarts ook weten of de hoestklachten vrij recent zijn begonnen of dat u er al langer last van hebt, wat kan duiden op longkanker. Ook een pleuritis veroorzaakt hoestklachten, naast astma cardiale en hartfalen (decompensatio cordis). Bovendien kan hoesten een bijwerking zijn van sommige medicijnen. De huisarts zal deze en nog veel meer factoren meewegen bij een voorlopige diagnose van de hoest. En of hij die zelf kan behandelen of dat hij u met spoed doorverwijst naar de specialist.

Wanneer naar de huisarts bij hoesten

Weet dat hoesten in het merendeel van de gevallen van onschuldige en voorbijgaande aard is, zoals bij een gewone verkoudheid, griep, een pollenallergie of als u bijvoorbeeld in een stoffige ruimte bent geweest. Het is echter belangrijk om te weten bij welke verschijnselen u beter naar de huisarts kunt gaan. Zoals bij een kriebelhoest die maar niet overgaat, een blafhoest, een natte hoest die u al weken stoort, een wekenlange verkoudheid of griepklachten die steeds erger lijken te worden. Het is dan zaak om medisch advies in te winnen. Enkele belangrijke signalen zijn:

  • als u kortademig bent;
  • de hoest is na een week erger geworden (ook bij een bronchitis);
  • indien de hoest felle steken in de borst veroorzaakt;
  • als het sputum bloed bevat (opgehoest slijm);
  • als er sprake is van cyanose (blauwzucht);
  • bij (hoge) koorts;
  • als u een snelle pols (tachycardie) hebt, in samenhang met de hoestklachten.

Hoesten - waar let de arts op?

De huisarts zal een anamnese afnemen. Als u hoestend binnenkomt, weet hij meteen al welke hoest het is: een droge of natte blafhoest, een kriebelhoest of nerveuze hoest. Bij longemfyseem zullen de schouders meer of minder opgetrokken zijn om meer lucht te krijgen, wat gepaard gaat met kortademigheid. Zo zijn er tal van andere factoren die de arts meeweegt. De meeste hoestklachten zijn hinderlijk, maar onschuldig in vergelijking met wat er mis kan zijn. De huisarts mag een longontsteking immers niet over het hoofd zien. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld een pleuritis (borstvliesontsteking), astma cardiale, longkanker of een longembolie.
 

Diagnose

Bij de anamnese krijgt de arts al een indruk van u. Ziet u er ziek uit, bleek of juist grauw? Bent u traag, suffig, opgewekt of heel bang voor wat er mis kan zijn? Hij zal opmerken hoe snel u ademt, en of u een snelle pols hebt. Ook zal hij de bloeddruk meten en misschien zelfs een ecg maken als daar aanleiding toe is. Bij verkoudheidsklachten zal de arts de oren, keel en neus inspecteren voor het bepalen van de medicatie. Ook zal hij of zij met de stethoscoop naar uw longen en hart luisteren.

Benauwd

De huisarts ziet zich dus voor de taak gesteld om uw hoestklachten in kaart te brengen. Hij zal u vragen hoelang u al hoest, of het een droge of natte hoest is (als de arts het hoesten al niet gehoord heeft). En hoe het hoesten van binnen aanvoelt. Of u koorts hebt (of verhoging) en het sputum bloedspoortjes bevat. Belangrijk is ook om te weten of ademhalen pijn doet. En of u zittend minder benauwd bent dan liggend. Na al deze vragen komt de arts tot een voorlopige diagnose, die met onderzoek bevestigd wordt.

Spoed, dringend of overleg

De huisarts zal in het merendeel van de gevallen snel in de gaten hebben waar de hoest vandaan komt. Een ervaren arts komt tot een evaluatie, zal de mogelijke complicaties van de hoestklachten herkennen en het verdere beleid bepalen. Aan bepaalde signalen merkt de huisarts of er meteen specialistische hulp moet komen of dat hij de aandoening zelf kan behandelen. De criteria zijn spoed, dringend of overleg.

Spoed

Stethoscoop
Bij spoed moet er onmiddellijk medische hulp komen. De belangrijkste signalen zijn:
  • hoesten en kortademig in rust;
  • cyanose;
  • hartklachten;
  • hoge koorts;
  • opgeven van veel bloed (dus niet slechts bloedspoortjes in het sputum);
  • bij een kind dat zeer kortademig is, hoge koorts heeft en daarnaast niet of zeer moeizaam kan slikken.

Dringend consult

Een dringend consult is gewenst bij belangrijke symptomen, waaronder:
  • als hoesten pijn doet;
  • als inademen eveneens pijnlijk is;
  • ophoesten van bloedspoortjes in het sputum;
  • bij een piepende ademhaling, kortademigheid in rust en bij geringe inspanning;
  • bij koorts hoger dan 38 °C die langer dan 3 dagen duurt, al dan niet met koortsvrije perioden;
  • bij een kind dat bekend is met een eerdere longontsteking of bronchitis.


Overleg

  • als de hoest chronisch is, en langer dan 3 weken duurt;
  • als het hoestpatroon verandert;
  • als het een zuigeling of bejaarde betreft;
  • als de weerstand van de patiënt sterk verminderd is;
  • bij astma, COPD, of bij medicijnen voor het hart;
  • als men steeds meer afvalt.

Lees verder
Eerste bezoek aan de huisarts - anamnese en onderzoek
Hoogteziekte (bergziekte) - oorzaken, symptomen en preventie
Röntgenfoto - werking, toepassing, risico's en werkwijze
Lage bloeddruk (hypotensie) - niet altijd onschuldig
Angina pectoris vaak voorbode van hartinfarct


Bronvermelding
Inwendige geneeskunde, 'ziekten van longen luchtwegen en pleura,  H. Hazelhorst, Uitgeverij Spruyt & Van Mantgem, Leiden

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto:Kritzolina, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Patrick J. Lynch, medical illustrator, CC BY 2.5 <https://creativecommons.org/licenses/by/2.5>, via Wikimedia Commons
. GabboT, CC BY-SA 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.0>, via Wikimedia Commons
. HujiStat, Public domain, via Wikimedia Commons