Inhoud
* De gewone mijnspin (Atypus affinis) - vogelspin in het klein
* Taxonomische indeling van de gewone mijnspin (Atypus affinis)
* Is de Atypus affinis een vogelspin?
* Kenmerken van de gewone mijnspin
* Lengte en kleur
* Gifklauwen (cheliceren)
* Abdomen, boeklongen en spintepels
* Leefwijze
* Web van de gewone mijnspin (Atypus affinis)
* Jacht
* Voortplanting
* Beet van de gewone mijnspin
De gewone mijnspin (Atypus affinis) - vogelspin in het klein
De gewone mijnspin is geen spin die men overal aantreft. Hij is best zeldzaam en staat in Vlaanderen op de lijst van wettelijk beschermde spinnen. Hoewel de gewone mijnspin geen echte vogelspin is, lijkt hij er verdacht veel op. Vooral door de grote gifklauwen (cheliceren) die rechtstandig, naar voren gericht, zich in het verlengde van het kopborststuk (cephalothorax) bevinden en evenwijdig aan elkaar bewegen. De mijnspin is een heuse ‘buitenspin’ die houdt van de vrije natuur en die men dus zelden binnenshuis zal aantreffen. De spin (vrouwtje) kan wel 10 jaar worden.
Taxonomische indeling van de gewone mijnspin (Atypus affinis)
De gewone mijnspin (Atypus affinis) behoort tot de stam van de Arthropoda (geleedpotigen), de klasse van de Arachnida (spinachtigen), de orde van de Araneae (spinnen), de onderorde van de Mygalomorphae (vogelspinachtigen), de familie van de Atypidae (mijnspinnen, 49 geslachten) en het geslacht Atypus, dat 29 soorten telt.
Is de Atypus affinis een vogelspin?
Gewone mijnspin (Atypus affinis) |
Kenmerken van de gewone mijnspin
De gewone mijnspin heeft een aantal karakteristieke kenmerken. Men treft ze niet aan bij bijvoorbeeld huisspinnen en wolfspinnen, die men soms in huis kan zien rondrennen, vooral in de herfst. Een voorbeeld daarvan is het uiterlijk van de mijnspin, dat eerder aan de vogelspin doet denken. Ook de bouw van de gifklauwen (cheliceren) is heel typisch. Enkele belangrijke kenmerken op een rij:
Lengte en kleur
De gewone mijnspin (Atypus affinis) is zwart tot zwartbruin, wat vooral van toepassing is op het mannetje. Het vrouwtje is bruinig van kleur. De jonge spinnetjes zijn lichtgetint. Het mannetje wordt ongeveer 8 tot 10 mm lang (zonder de kaken en poten), het vrouwtje tot wel 2 cm. Overigens zijn vrouwtjesspinnen over het algemeen altijd wat groter dan de mannetjes.
Gifklauwen (cheliceren)
De cheliceren van de gewone mijnspin lijken op die van de vogelspin. Ze zijn rechtstandig, staan evenwijdig van elkaar en bevinden zich in het verlengde van het kopborststuk. Ook zijn ze opvallend groot in verhouding tot de rest van het lichaam. Bovendien blinken ze en kunnen bijna een halve centimeter lang worden. De gifklieren bevinden zich aan de basis van de gifklauwen, waarbij het gif via een kanaaltje naar de punt van de giftand stroomt.
Abdomen, boeklongen en spintepels
Gewone mijnspin (Atypus affinis) |
Leefwijze
Wie in de vrije natuur een gewone mijnspin ziet, zal er in de directe omgeving naar alle waarschijnlijkheid meer aantreffen. Deze spinnen leven immers in kolonies van soms wel honderden exemplaren. De gewone mijnspin is een buitenspin die houdt van droge, warme en dus zanderige en zonnige gronden, zoals heidegebieden, bosranden maar ook naaldbossen en soms ook loofbossen. Wegbermen zijn eveneens favoriet. Zelden treft men ze aan in (achter)tuintjes. In Nederland moet men de spin vooral zoeken op de hoge zandgronden, zoals de Veluwe, de Meinweg en de Utrechtse Heuvelrug. Deze Spin van het Jaar (2013) maakt deel uit van de Atypidae. In Nederland is het de enige inheemse spinnenfamilie die verwant is aan de vogelspin.
Web van de gewone mijnspin (Atypus affinis)
De mijnspin heeft een bijzonder web, een buisvormige constructie - ook wel mijnspinkousje genoemd - die zich zowel ondergronds als bovengronds bevindt. De toegang is uitstekend gecamoufleerd met zand, bladeren, stengels, mos en wat er meer aan biologisch materiaal in de omgeving ligt. De ondergrondse constructie van het web kan wel 50 cm diep zijn. Het kokervormige hol is bekleed met spinsel. In het bovengrondse deel, ofwel de vangbuis, houdt de spin zich ’s nachts schuil en wacht op prooi. De vangbuis heeft een gesloten uiteinde, kan wel 20 cm lang zijn en is goed gecamoufleerd.
Jacht
Prooi die zich in de buurt van de vangbuis waagt, wordt door het spinweefsel heen in de koker getrokken en meegesleurd naar het hol. Daarna wordt de vangbuis gerepareerd met spinsel en opnieuw gecamoufleerd, klaar voor gebruik. De prooi bestaat uit spinnen en insecten, zoals mieren, torren, kevers, pissebedden en zelfs grote duizendpoten. De groene specht is een van de natuurlijke vijanden van de gewone mijnspin. Deze vogels gaan daarbij niet subtiel te werk en trekken het hele web met spinnetjes en al uit de grond.
Voortplanting
Gewone mijnspin (Atypus affinis) |
Beet van de gewone mijnspin
De gewone mijnspin (Atypus affinis) is niet agressief. Niettemin kan de beet ernstig zijn met symptomen als pijn, koorts en necrose. Dodelijk is de beet zeker niet. Het risico dat men thuis in de woning een verdwaalde mijnspin (mannetje) aantreft is praktisch nihil.
Lees verder
> Het ingenieuze web van de spin
> Metepeira spinipes - een sociale spin
> Bang voor spinnen?
> De grote spoorspin (Cheiracanthium punctorium) is een agressieve renspin
> De dodelijke Australische tunnelwebspin (Atrax robustus)
Bronvermelding
. https://nl.wikipedia.org/wiki/Gewone_mijnspin
. https://www.nemokennislink.nl/publicaties/ondergrondse-mijnspin-vangt-mieren-vliegensvlug/
. https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/het-jaar-met-8-poten
Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Gewone mijnspin (Atypus affinis); Siga, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
. Siga, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
. Siga, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
. Danny Steaven, CC BY-SA 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.0>, via Wikimedia Commons
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.