A5A0C56B5243F86D4E229DD720350EA2 9ad20deef62a4765b51ec572bdd5abdd

18 april 2024

Dwi pada viparita dandasana - kort samengevat

Dwi pada viparita dandasana staat in het teken van lenigheid. Het is een yogahouding voor gevorderden met een soepele rug als van een kat. Dat lukt alleen na lang en gedisciplineerd oefenen en het beheersen van alle basishoudingen. Dwi pada viparita dandasana heeft veel mentale voordelen, zoals een uitstekend uithoudingsvermogen en fysieke en mentale balans. In kundalini-yoga wordt deze asana gebruikt voor het openen van de hartchakra (Anahata Chakra).

Inhoud

* Achtergrond van dwi pada viparita dandasana
* Technische aspecten
* Let op het volgende
* Voordelen
    * Therapeutische toepassingen

Achtergrond van dwi pada viparita dandasana

Dwi is een ander woord voor ‘twee’. In het Sanskriet betekent pada ‘voet’. Viparita is een andere woord voor ‘omgekeerd’. Danda wil zeggen ‘staf’ of ‘stok’. Vrij vertaald is de betekenis van deze asana 'achterwaartse of omgekeerde tweebenige stokhouding'. In kundalini-yoga is het een gebruikelijke yogahouding voor het openen van de hartchakra (Anahata Chakra). In het hindoeïsme verzinnebeeldt deze asana de ultieme nederigheid en onderworpenheid aan God.

Technische aspecten

Variant van dwi pada
viparita dandasana
Wees u ervan bewust dat deze moeilijke yogahouding uit hatha-yoga veel toewijding en oefening vereist. Voorkom blessures door eerst alle basishoudingen te beheersen. 
  1. Ga op de rug liggen, ofwel in savasana (lijkhouding). Houd de voeten bij elkaar en de armen en handen aan weerszijden van de heupen, handpalmen naar boven gericht.
  2. Buig de ellebogen. Breng de handen dicht bij of onder de schouders. Zorg ervoor dat de vingers naar de voeten wijzen.
  3. Trek nu de knieën op. Plaats de voeten zo dicht mogelijk bij de heupen. Houd de voeten bij elkaar en plat op de vloer.
  4. Adem uit en breng het bovenlichaam en het hoofd omhoog. De kruin rust nu op de vloer. Zorg ervoor dat u steeds rustig doorademt.
  5. Strek de benen in een hoek van 45 graden. Het lichaamsgewicht wordt gedragen door de kruin ( in sommige varianten het voorhoofd), de handen en de voeten.
  6. Plaats nu de linkerhand achter uw hoofd, elleboog op de vloer. Daarna is het de beurt aan de rechterhand. De ellebogen wijzen naar voren en bevinden zich op schouderbreedte.
  7. Verstrengel nu de vingers, het hoofd in de palm van uw handen.
  8. Til de schouders, de benen en borstkas zo hoog mogelijk op. Zorg ervoor dat de romp vrijwel verticaal op de vloer staat, de benen nog steeds in een hoek van 45 graden. Houd de voetzolen plat op de vloer.
  9. Blijf een minuut of langer in dwi pada viparita dandasana.
  10. Kom vervolgens terug in savasana (lijkhouding) en ontspan grondig.

Let op het volgende

Voorkom blessures, word dus niet overmoedig en beheers eerst de basishoudingen, zoals bhujangasana (cobrahouding), utthita stiti bhujangasana (staande cobrahouding) en ustrasana (kameelhouding). Mijd deze yogahouding bij rug- en gewrichtsklachten.

Voordelen

De gezondheidsvoordelen zijn talrijk. Het hele spierstelsel krijgt een gedegen boost, van de benen tot de heupen, schouders, borstkas en nek. De achterwaartse buiging in dwi pada viparita dandasana is extreem en zorgt voor een intense massage van de buikorganen, zoals de lever, milt, nieren, alvleesklier en darmen. Ook heeft deze asana een rustgevende invloed op de hersenen, wat de emoties tempert. In kundalini-yoga speelt dwi pada viparita dandasana een rol in de ontwikkeling van het hartchakra (Anahata Chakra), de zetel van de emoties, affectie en geluksgevoelens.

Therapeutische toepassingen

Dwi pada viparita dandasana wordt als ondersteunende therapie gebruikt bij onder andere de volgende klachten en aandoeningen:
  • gebrek aan energie, uithoudingsvermogen;
  • slecht evenwichtsgevoel;
  • verzwakte buikspieren;
  • slecht concentratievermogen;
  • emotionele onrust;
  • depressieve gevoelens;
  • obstipatie;
  • stress;
  • mentale onbalans;
  • menstruatieklachten.

Lees verder
Utthita stiti bhujangasana (staande cobrahouding)
Bhujangasana - kort samengevat
Hatha-yoga - een korte uitleg
Urdhva dandasana - kort samengevat
Eka pada galavasana - kort samengevat


Bronvermelding
'Yoga und Medicin', Jurg Wunderli, J. Fink Verlag, Stuttgart
'Light on Yoga', B.K.S. Iyengar, George Allen & Unwin, London

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: dwi pada viparita dandasana (achterwaartse of omgekeerde tweebenige stokhouding); Mobiusinversion at English Wikipedia, Public domain, via Wikimedia Commons
. Mobiusinversion at English Wikipedia, Public domain, via Wikimedia Commons

13 april 2024

Afspraak voor MRI-scan - patiëntenwijzer

Voor het diagnosticeren van aandoeningen wordt vaak gebruikgemaakt van de MRI-scan, zoals bij onderzoek van de hersenen, de lever en tal van andere organen en lichaamsdelen. De huidige MRI-apparaten zijn ‘pacemaker-veilig’. Meld wel aan de behandelend arts dat u een pacemaker hebt. Een MRI-scan is een veilige en pijnloze diagnostische methodiek die werkt met magneetvelden en radiogolven. Er komt geen röntgenstraling aan te pas.


Inhoud
* Wat is een MRI-scan?
    * Toepassingen van de MRI-scan
* Voorbereiding
    * Kleding en sieraden
* Het onderzoek - wat moet ik doen?

Wat is een MRI-scan?

MRI (Magnetic Resonance Imaging) is een röntgenstralingsvrije en computergestuurde medische beeldvormingstechniek waarbij radiogolven en een zeer sterk magnetisch veld worden gebruikt. De techniek is sinds de jaren tachtig bekend en wordt toegepast om gedetailleerde beelden te maken van inwendige organen en structuren. In tegenstelling tot de CT-scan maken MRI-beelden duidelijker onderscheid tussen normaal en abnormaal weefsel, zoals een tumor.

Toepassingen van de MRI-scan

De specialist kiest vaak voor een MRI-scan bij de diagnostiek van tal van aandoeningen, zoals hersen-, wervelkolom- en buikonderzoek, maar bijvoorbeeld ook bij sportblessures. Verder komen met de MRI-scan de weke delen van het lichaam, zoals spieren, vaak beter in beeld. Ook worden mogelijke risicofactoren in kaart gebracht.

Voorbereiding

In veel gevallen krijgt u een vragenlijst die u dient in te vullen voordat het onderzoek begint. Soms wordt een contrastmiddel gebruikt. U krijgt hierover informatie. Meld als u zwanger bent of een lichamelijke beperking hebt. Ook als u metalen voorwerpen in uw lichaam hebt, zoals een kunstgewricht.

Kleding en sieraden

Draag gemakkelijke kleding zonder metalen onderdelen. Denk daarbij aan ritssluitingen en knopen. Dat geldt uiteraard ook voor alle voorwerpen of spullen waarin metaal is verwerkt, zoals telefoon, pasjes, sieraden (ringen, piercings), horloge, haarspeldjes, sleutels, enzovoorts. Denk er bij een onderzoek van hals en hoofd ook aan dat u bepaalde soorten make-up niet op mag doen. Er kunnen metalen deeltjes in gebruikt zijn. Vaak is er geschikte kleding voorhanden. U mag van tevoren eten, drinken en uw medicijnen innemen.

Het onderzoek - wat moet ik doen?

Tijdens het onderzoek zullen veel scans worden gemaakt. Daardoor kan het onderzoek wel een uur duren. Het is dus belangrijk dat u comfortabel ligt in de MRI-tunnel. Als u last hebt van claustrofobie, krijgt u eventueel een kalmeringsmiddel, zoals oxazepam (Seresta) of diazepam (Valium).
  • Ga op de afgesproken tijd naar de aanmeldbalie van de MRI-afdeling. Uw gegevens worden gecontroleerd. Daarna wordt u verzocht plaats te nemen in de wachtruimte.
  • De laborant komt u ophalen en u gaat mee naar de kleedruimte. Daar hoort u welke kleding met mogelijk metalen delen u niet aan mag houden. Neem eventueel een joggingbroek of pyjama mee. Veel ziekenhuizen zorgen zelf voor geschikte kleding.
  • De laborant komt u halen om naar de onderzoeksruimte te gaan.
  • U gaat op een smalle, beweegbare tafel liggen. Meestal op de rug, afhankelijk van het onderzoek.
  • Na enkele controlevragen en informatie van de laborant krijgt u oordopjes in (eventueel met muziek) en begint het onderzoek. De tafel schuift in de MRI-tunnel.
  • De laborant loopt naar een aangrenzende ruimte om de scanner te bedienen en afgeschermd te zijn van het sterke magnetisch veld. Hij of zij houdt via de intercom contact met u.
  • De scanner maakt een ratelend geluid. Belangrijk is dat u stil blijft liggen. Zorg er dus voor dat u comfortabel ligt, want elke scan duurt enkele minuten. Het volledige onderzoek kan wel een uur duren.
  • Na het onderzoek gaat u terug naar de kleedruimte en kunt u zich weer aankleden.
  • De uitslag krijgt u niet meteen te horen. Er wordt een afspraak met u gemaakt zodat de behandelend specialist de uitslag met u kan bespreken.

Lees verder
> CT-scan - werking, toepassing, risico's en werkwijze
> Afspraak voor röntgenonderzoek - patiëntenwijzer
> Echografie - werking, toepassingen en werkwijze
Scintigrafie (isotopenscan) - werking, toepassingen en risico's
Röntgencontrastfoto - werking, toepassingen, risico's en werkwijze


Fotoverantwoording
. Jan Ainali, CC BY 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/3.0>, via Wikimedia Commons
. Donald Trung Quoc Don (Chữ Hán: 徵國單) - Wikimedia Commons - © CC BY-SA 4.0 International

08 april 2024

Meditatieproblemen oplossen - enkele tips

Wie met mediteren begint, zal het snel merken: tal van gedachten en andere afleidingsmanoeuvres van het innerlijk zitten eenpuntige concentratie en daaruit voortvloeiend de echte meditatie danig in de weg. Ook andere problemen kunnen zich aandienen, zoals een toegenomen rusteloosheid. Men zal hoogstwaarschijnlijk ook merken dat het verdringen van storende gedachten tijdens de meditatie er alleen maar voor zorgt dat ze in groteren getale terugkomen om uw meditatiesessie zuur te maken. Geduld en toegewijd blijven oefenen is het devies. Uiteindelijk zal men dan momenten of korte perioden van echte meditatie leren kennen. Perioden die steeds langer worden.

Inhoud

* Doel van meditatie
    * 'Ik ben dat en dat ben ik'
* Problemen tijdens de meditatie - enkele tips
    * Rusteloosheid
    * Dring storende gedachten niet terug
    * Andere moeilijkheden

Doel van meditatie

De Yoga-Sutras van Patanjali is het standaardwerk van yoga. Het vormt de essentie van alle vormen van yoga, bestaande uit acht stappen met als een van de belangrijkste doelen om tot meditatie te komen. Als het wiel van de meditatie eenmaal gestaag draait, heeft men geleerd de aandacht eenpuntig te richten. Meditatie is volgehouden, gerichte concentratie zonder dat de aandacht verslapt en waarbij men gedurende lange tijd in een meditatiehouding kan zitten, zoals padmasana (lotushouding), siddhasana (voltooide houding) of simpelweg met een rechte rug in een stoel met rugleuning.

‘Ik ben dat en dat ben ik’

Uiteindelijk ervaart men tijdens diepe meditatie het yogische begrip ‘Tat Tvam Asi’, ofwel ‘Ik ben dat en dat ben ik’. Men beleeft dan een krachtig eenheidsgevoel met het innerlijk. Het gaat gepaard met mededogen met al wat leeft en alles om u heen, mede omdat men zich na de meditatie in het dagelijks leven steeds meer realiseert dat de omgeving een spiegelbeeld wordt van hetgeen zich in het innerlijk afspeelt. U bevindt zich dan in een spiritueel bewustwordingsproces naarmate u langer mediteert. Het komt dan al dicht bij wat in de christelijke mystiek ‘unio mystica’ wordt genoemd.

Problemen tijdens de meditatie - enkele tips

In de meeste gevallen zal degene die mediteert een lange weg moeten afleggen, misschien wel een heel leven lang. Want de geest is halsstarrig en wispelturig. Welke meditatiemethode men ook kiest, moeilijkheden zullen zich ongetwijfeld voordoen. Maar de doorbraak in meditatie kan ook ogenblikkelijk optreden, ook bekend als satori in de zenmeditatie, ofwel de ogenblikkelijke zelfrealisatie. Niettemin is de weg van meditatie meestal steil en lang. Hieronder volgen enkele tips voor het tackelen van enkele belangrijke meditatieproblemen. Ze kunnen de lange weg van het meditatieproces verkorten.

Rusteloosheid

Zitten in een meditatiehouding is een van de eerste vereisten. Probeer tot een kwartier in een voor u comfortabele meditatiehouding te volharden. Het doel is om ervoor te zorgen dat u niet steeds door het lichaam uit de concentratie wordt gehaald. Wie begint met mediteren, zal merken dat alleen al de poging tot concentratie de denkwereld zeer rusteloos maakt. Het is een soort actie-reactie, een natuurkundig principe. Door de druk die op het denken wordt uitgeoefend, ontstaat er een corresponderende reactie of tegenreactie, alsof allerlei gedachten dan nog heftiger het innerlijk willen binnendringen. Bewustwording van dat proces is belangrijk. Geef toe aan de bewegingen van het denken, laat ze komen en gaan, observeer ze, bestudeer ze. Het is een observatieproces dat van groot belang is.
 

Dring storende gedachten niet terug

Meditatie vereist geduld. Dat is vooral van belang voor degenen die ermee beginnen. Menigeen is ermee gestopt, juist vanwege die rusteloze gedachtetrein. Deze gedachtewereld wordt wel eens vergeleken met aapjes die van tak naar tak springen, terwijl men wil dat ze allemaal keurig naast elkaar gaan zitten en blijven zitten. Gebruik met andere woorden niet de wilskracht om binnendringende gedachten te verjagen. Het effect kon wel eens zijn dat u er nog onrustiger van wordt. Beter en veel belangrijker is het om storende gedachten of invloeden die de eenheid tussen de mediterende en het subject van meditatie - ongeacht of het een voorwerp, een kaarsvlam, een mantra of bijvoorbeeld de ademhaling is - niet met ‘geweld’ uit uw innerlijk te verjagen. Het is namelijk onbegonnen werk. Schenk geen aandacht aan ze, negeer ze, laat ze komen en gaan, want ze verdwijnen vanzelf weer. Onderwijl richt u zich telkens opnieuw op het subject van meditatie.

Geduld

Heb geduld, voor de meeste mensen eindeloos geduld, want het voorgaande is een moeilijke fase. Als u het geduld kunt opbrengen om te wachten en telkens met zachte hand de aandacht terughaalt wanneer ze wegglipt, zult u op zeker moment merken dat de momenten en perioden - van enkele seconden tot minuten - steeds langer worden tot de eenpuntige, volgehouden concentratie, ofwel meditatie, een feit is en u zelfs kunt mediteren in een onrustige omgeving. Zelfs als er een vliegtuig over komt, kinderen roepen en spelen, en er in de omgeving bouwvakkers aan het werk zijn. Ook zult u merken dat u zich in het dagelijks leven, thuis of op het werk, steeds beter kunt concentreren.

Andere moeilijkheden

Een ‘slechte’ meditatiehouding is daar een van. U hoeft niet per se in de lotushouding te kunnen zitten om te leren mediteren. Zittend in een stoel, met een rechte rug tegen de rugleuning kan ook. Leg de handen in uw schoot, linkerhand in de handpalm van de rechterhand, de topjes van de duimen tegen elkaar aan. Plaats de voeten naast elkaar, de onderbenen loodrecht boven de vloer, en kruis de enkels vervolgens. Liggend mediteren wordt niet aanbevolen, omdat u dan de neiging hebt om in slaap te vallen. Ongeduld en ergernis over het uitblijven van ‘resultaten’ is een ander probleem dat zich kan voordoen. Zeker als er andere klachten bijkomen, zoals hoofdpijn, maar bijvoorbeeld ook slapeloosheid en prikkelbaarheid. Het zijn tekenen dat u de duur van de meditatie moet bekorten.

Lees verder
De juiste meditatiehouding kiezen
Vier gemakkelijke meditatiehoudingen
Tadasana (berghouding) - drie varianten
Hatha-yoga - een korte uitleg
Staande yogahoudingen voor een goede conditie


Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Ochtend;Vanita03, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Moyan Brenn from Italy, CC BY 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/2.0>, via Wikimedia Commons
. Dietmar Rabich / Wikimedia Commons / “Dülmen, Umland, Sonnenaufgang -- 2012 -- 8069” / CC BY-SA 4.0

23 maart 2024

Coyote - de prairiewolf van Noord-Amerika

De coyote (Canis latrans) is voor velen sterk verweven met de ‘roadrunner’ (renkoekoek) uit de tekenfilmserie van Looney Tunes. Prairiewolf Wile E. Coyote die verwoed op de renkoekoek jaagt, maar er nooit in slaagt om hem te verschalken doordat de ‘roadrunner’ hem steeds te snel af is. Daarnaast is de coyote een van de sterkst tot de verbeelding sprekende symbolen van het Noord-Amerikaanse Westen geworden. Symboliek genoeg dus. De coyote lijkt enigszins op de wolf. Ook zijn leefwijze is vrijwel identiek, zoals jagen in een sterk samenwerkingsverband.

Inhoud

* Taxonomische indeling van de coyote (Canis latrans)
    * Huilende coyote
* Leefwijze
    * Uiterlijk verschil met de wolf
    * Territoriaal
* Voedsel en jacht
* Voortplanting
* Belangrijke kenmerken van de coyote (Canis latrans)
* Verspreiding en bescherming
 

Taxonomische indeling van de coyote (Canis latrans)

De coyote behoort tot het rijk van de Animalia (dieren), de stam van de Chordata (chordadieren), de klasse van de Mammalia (zoogdieren), de orde van de Carnivora (roofdieren), de familie van de Canidae (hondachtigen), het geslacht Canis en de soort Canis latrans. Deze hondachtige is nauw verwant aan de wolf (Canis Lupus). De coyote wordt ook wel prairiewolf of huilhond genoemd. De naam coyote is afgeleid van de Azteekse benaming ‘coyotl’.

Huilende coyote

Springende coyote
(Canis latrans)
In veel westerns is de coyote te horen als de eenzame ‘wolf’ die soms tergend melancholiek tegen de maan huilt. Niet alleen deze typische, hoge jammerschreeuw is karakteristiek. De coyote kent meer dan tien andere geluiden om te communiceren met soortgenoten. Coyotes waarvan de ogen glinsteren in het licht van het kampvuur, maar die zelden of nooit dichterbij durven te komen om iets te kunnen verschalken. En wie kent de grappige tekenfilmserie van Looney Tunes niet waarin prairiewolf Wile E. Coyote telkens vergeefs op de renkoekoek ‘roadrunner’ jaagt. De coyote is in principe solitair, maar jaagt in veel gevallen in roedels, net als de wolf.

Leefwijze

Tijdens de kolonisatie van het Westen van Noord-Amerika werd de wolf in grote delen van het land uitgeroeid en was hij een concurrent van de coyote. Daarnaast vond er grootschalige kap van de bossen plaats, want er was in de kolonisatietijd een enorme vraag naar hout. Ook hierdoor kon de coyote zich snel verspreiden, aangezien deze hondachtige vooral van open graslanden (prairies) en licht beboste gebieden houdt. Niettemin werd er veel op gejaagd vanwege de mooie pels en het feit dat ook schapen op zijn menu staan. Pelsjagers en schapenhoeders waren dan ook enkele van zijn meest geduchte vijanden. Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd er grootschalig op gejaagd en moesten jaarlijks zo’n 100.000 coyotes eraan geloven. De pels van de coyote was altijd al zeer gewild en is dat nog steeds. In veel staten, waaronder Wyoming, worden soms wedstrijden georganiseerd om zoveel mogelijk coyotes te doden. Niettemin is de coyote ook nuttig voor de mens, omdat hij veel knaagdieren (muizen, ratten) opspoort en verorbert. Onder andere de poema en de wolf zijn natuurlijke vijanden van de coyote.

Uiterlijk verschil met de wolf

De coyote wordt nogal eens verward met de wolf. De prairiewolf is echter nog geen meter lang en weegt tussen de 15 en 20 kilo. Hij is dus kleiner en lichter dan de wolf. Daarnaast heeft de coyote een smallere neusrug en spitsere oren. Ook de vacht van de coyote is doorgaans bruingeel. De pels van de wolf is grijzer en gevarieerder in kleurschakeringen.

Territoriaal

Coyote in hoog gras
(Canis latrans)
Karakteristiek is dat de coyote in zijn primaire leefgebied zeer territoriaal is en zijn gebied markeert met urine en het soms angstaanjagende gehuil. In minder favoriete gebieden leidt de coyote een nomadisch, ‘eenzaam’ bestaan dat zo symbolisch is geworden voor het Amerikaanse Westen. In bergachtige gebieden zoekt de coyote het vaak hogerop en keert ’s winters terug naar de lagergelegen streken.

Voedsel en jacht

Overdag zal men de coyote niet vaak te zien krijgen. Hij jaagt vooral ’s nachts, heeft een groot aanpassingsvermogen en eet vrijwel uitsluitend vlees en soms ook aas. Het prooimenu van deze carnivoor is zeer groot, van konijnen en hazen tot alle mogelijke andere knaagdieren (muizen, eekhoorns, enz.) en aas. Ook slangen en insecten, en zelfs vissen en kikkers vindt hij niet te min. Hij beloert zijn prooi en bespringt ze vervolgens. Voor de grote prooien, zoals elanden en herten en schapen, roept hij vaak de hulp in van soortgenoten. Zo’n jachtroedel bestaat doorgaans uit vijf tot zes coyotes. De jachttechniek lijkt op die van de wolf, waarbij een prooidier wordt uitgekozen en afgescheiden van de groep, in paniek gebracht, vervolgens uitgeput en daarna overrompeld en verschalkt.

Voortplanting

Coyotepaartjes blijven een leven lang aan elkaar verknocht. De levensverwachting is echter laag, waardoor zich wisselende paartjes vormen. De paringsbereidheid van het vrouwtje is ongeveer tien dagen. Het nest bevindt zich op een verborgen plek, afhankelijk van het landschap. Soms graven ze een nesthol of ze nemen het hol van een vos of een das over. Ook is bekend dat ze in kleine grotten en spleten nestelen, maar het vrouwtje kan ook kiezen voor licht struikgewas. De draagtijd is ongeveer twee maanden, waarna de jongen zeven tot acht weken worden gezoogd. Na drie weken krijgen ze echter al vast voedsel aangeboden, prooi die de ouders aanslepen. Na negen maanden zijn de jongen groot. De meeste coyotes zijn al na een jaar geslachtsrijp. Om een eigen territorium te bemachtigen, leiden ze een nomadisch bestaan over grote afstanden van het nest. Soms jaagt de familie nog een tijdje in roedelverband.

Belangrijke kenmerken van de coyote (Canis latrans)

  • Lengte: 75 tot 100 cm (kop-romp), staart 30-40 cm.
  • Schoft: 45-55 cm.
  • Gewicht: 15-20 kilo.
  • Geslachtsrijp: 1 jaar.
  • Paartijd: januari-maart.
  • Draagtijd: ca. 65 dagen.
  • Worp: 5 tot 10 welpen.
  • Gedrag: solitair nachtdier in bepaalde levensfasen, vaak ook een sociale jager (roedels).
  • Voedsel: knaagdieren, slangen, insecten, vissen, kikkers, salamanders en grote prooien, zoals schapen, elanden en herten.
  • Levensverwachting: 14 jaar, meestal niet ouder dan 4-5 jaar.
  • Verwante soorten: o.a. de wolf (Canis lupus).

Verspreiding en bescherming

Coyote (Canis latrans)
Toen de Europese kolonisten het Noord-Amerikaanse Westen veroverden, werd het leefgebied van veel roofdieren, zoals de coyote, de wolf en de beer, sterk ingeperkt. Mede doordat er fanatiek op werd gejaagd. De coyote heeft daar, ondanks de jacht op hem, zijn voordeel mee weten te doen en zijn verspreidingsgebied vergroot van diep in Canada en Alaska tot ver zuidelijk in Costa Rica en de kuststreken in het oosten. De coyote komt nergens anders voor dan op het Noord-Amerikaans continent. Inmiddels is de coyote in veel staten beschermd, hoewel er nog op gejaagd wordt. De bedreiging van de soort is mede het gevolg van de vermenging met de inheemse rode wolf (timberwolf), ofwel Amerikaanse wolf (Canis lupus lycaon), en tamme honden. De coyotes uit de laatstgenoemde kruising worden ‘coydogs’ genoemd.

Lees verder
Karakteristieke kenmerken van zoogdieren
De hazelmuis - acrobaat onder de muizen
De mol - een plaaggeest van tuiniers
De onuitroeibare bruine rat


Bronvermelding

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: prairiewolf (Canis latrans); Christina Butler from Georgia, United States, CC BY 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/2.0>, via Wikimedia Commons
. Yifei He, CC BY-SA 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.0>, via Wikimedia Commons
. Alan Vernon, CC BY 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/2.0>, via Wikimedia Commons
. Franco Folini, CC BY-SA 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.0>, via Wikimedia Commons

19 maart 2024

Ziekte van Tay-Sachs - een fatale kinderziekte

De ziekte van Tay-Sachs is een erfelijke stofwisselingsziekte, waarbij schadelijke chemische stoffen zich ophopen ofwel cumuleren in met name de hersenen. Deze chemische stoffen bestaan uit bepaalde vetten, de GM2-ganggliosiden. Deze zeer zeldzame ziekte komt bij 1 op de bijna 350.000 kinderen voor. Aan de basis van deze kinderziekte staat een gebrek aan een bepaald enzym. De aandoening bestaat uit drie vormen. De infantiele vorm is uiteindelijk dodelijk. Deze kinderen worden doorgaans niet ouder dan 4 jaar met symptomen als neurodegeneratie en stagnatie in de ontwikkeling van het kind.

Inhoud

* Wat is de ziekte van Tay-Sachs?
    * Hersenen
* Drie vormen
    * Symptomen infantiele vorm (Type 1)
    * Symptomen juveniele en chronische (volwassen) vorm (Type 2 en 3)
* Diagnose
* Behandeling van de ziekte van Tay-Sachs

Wat is de ziekte van Tay-Sachs?

Deze voor jonge kinderen fatale stofwisselingsaandoening is zeer zeldzaam. De oorzaak is een afwijkend gen dat van beide ouders en op een autosomaal recessieve wijze wordt overgeërfd. Het betreft een van de mogelijk vele fouten in chromosoom 15. In de hersenen ontbreekt of is er dan een tekort aan een belangrijk enzym (B-hexosaminidase A). Dit leidt tot een cumulatie van chemische stoffen, met name de giftige GM2-gangliosiden. Vandaar dat deze aandoening een stapelingsziekte wordt genoemd, beter gezegd een lysosomale stapelingsziekte, waarbij het lysosoom (celonderdeel) veel van de voor de celstructuur giftige stoffen niet kan afbreken door een gebrek aan het genoemde enzym.

Hersenen

Bloedonderzoek
Deze ophoping van giftige stoffen kan ook in andere lichaamscellen plaatsvinden van weefsels en organen. De gangliosiden (lipiden) stapelen zich echter op in de hersenen. De ziekte komt bij 1 op de bijna 350.000 kinderen voor. De naam van de  aandoening - Tay-Sachs - voert terug op twee artsen uit de 19de eeuw die de symptomen ervan voor het eerst beschreven. Enkele andere benamingen van deze aandoening zijn ‘Hex A-deficiëntie’ en ‘TDS’.

Drie vormen

Er zijn drie typen of vormen van de ziekte van Tay-Sachs beschreven:

  1. Infantiele type. De eerste symptomen doen zich voor tussen de drie en zes maanden. Overdreven schrikachtigheid is in die periode een van de meest karakteristieke verschijnselen.
  2. Juveniele type. De eerste symptomen uiten zich tussen twee en zes jaar.
  3. Chronische type. Vanaf de vroege puberteit, maar ook op volwassen leeftijd. Typisch bij de infantiele vorm van de ziekte van Tay-Sachs is dat de baby in de eerste periode na de geboorte niets lijkt te mankeren. In de meeste gevallen treden de verschijnselen pas na drie tot zes maanden op.


Symptomen infantiele vorm (type 1):

  • overdreven schrikachtig;
  • slapte van alle ledematen (spierzwakte);
  • vertraagde verstandelijke en motorische ontwikkeling; 
  • bewustzijnsvernauwing, afwezig, ofwel zich amper bewust van de omgeving, uiteindelijk is er geen geestelijk contact meer mogelijk met het kind;
  • visusstoornissen, achteruitgang van het gezichtsvermogen;
  • andere neurodegeneratieve symptomen, zoals stuipjes en spiertrekkingen; verlammingsverschijnselen, verminderde motoriek, zoals het verleren van omrollen en gaan zitten;
  • fataal na 4de/5de levensjaar.


Symptomen juveniele en chronische (volwassen) vorm (type 2 en 3):


  • spraakproblemen, afasie;
  • gedragsveranderingen;
  • coördinatieproblemen door degeneratie van de zenuwbanen in de rug en hersenen;
  • ernstige spierverzwakking, er geen controle meer over hebben;
  • progressieve visustoornissen, waarbij een rode vlek op het netvlies duidelijk zichtbaar wordt;
  • decerebratie, ofwel uitval van alle hersenfuncties;
  • bij de juveniele vorm overlijden de patiënten doorgaans voor hun achttiende. Bij de chronische vorm is de levensverwachting minder somber.

Diagnose

Bloedonderzoek
Aan de hand van bovengenoemde symptomen ontstaat de verdenking dat er sprake is van de ziekte van Tay-Sachs. Ook de kersrode vlek op het netvlies is karakteristiek. Vruchtwaterpunctie is een mogelijkheid om de ziekte prenataal te diagnosticeren. Daarnaast zal de arts bij een baby met de verdenking van de aandoening bloedonderzoek en huidonderzoek doen naar het ontbrekende enzym. Eventueel kan men zich voor het huwelijk of de zwangerschap laten testen op het ontbrekende gen. Indien beide ouders drager zijn - wat zeer zelden voorkomt - is er een risico van een op de vier dat de baby de ziekte krijgt.
 

Behandeling van de ziekte van Tay-Sachs

De ziekte van Tay-Sachs is ongeneeslijk. Er bestaat wel een symptomatische en ondersteunende therapie om verlichting te bieden door de symptomen te behandelen, zoals anticonvulsiva om stuipen te beheersen. In dat opzicht werken verschillende medisch specialisten samen, waaronder de oogarts, kinderarts en fysiotherapeut.

Lees verder
Bloedonderzoek - doel, methoden en werkwijze
Eerste bezoek aan de huisarts - anamnese en onderzoek
Vaak last van brandend maagzuur - tips & adviezen
Caissonziekte (decompressieziekte) - een verraderlijke aandoening
Osteoporose (botontkalking) - oorzaken, behandeling, preventie


Bronvermelding

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Microscoop; Jeff Warren from Lima, Peru, CC BY-SA 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.0>, via Wikimedia Commons
. National Eye Institute, CC BY 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/2.0>, via Wikimedia Commons
. Photo: Graham Harrison, MoD/MOD, OGL v1.0OGL v1.0, via Wikimedia Commons

09 maart 2024

Viranchyasana - kort samengevat

Viranchyasana is gewijd aan Viranchi, ofwel Brahma, god van de schepping in het hindoeïsme. Het is een uitdagende houding voor gevorderde yogi’s. De hieronder beschreven variant kan echter ook door beginners beoefend worden, waarbij u een been in de nek legt, de handen in namasté voor de borst houdt en u zich met half geloken ogen op het ajna-chakra (Derde Oog) concentreert. Het is een uitstekende asana voor het versterken van de rugspieren en hamstrings.



Inhoud

* Achtergrond van viranchyasana
* Technische aspecten
* Let op het volgende
* Voordelen
    * Therapeutische toepassingen

Achtergrond van viranchyasana

Viranchi is een naam van Brahma, in het hindoeïsme de god van de schepping. Brahma kent vele andere namen, waaronder Prajapati (Heer van alle leven) en Mahapati (Verheven Vader). Asana betekent ‘(zit)houding’. Deze asana uit hatha-yoga speelt een belangrijke rol in kundalini-yoga en in de chakrafilosofie. Richt tijdens het oefenen de aandacht op het tweebladige ajna-chakra, ofwel het Derde Oog tussen de wenkbrauwen, waarbij u de blik omhoog slaat en de ogen half geloken houdt.

Technische aspecten

Viranchyasana
Viranchyasana telt meer dan tien varianten. De beschreven versie is het meest geschikt voor beginnelingen. Alvorens u zich aan viranchyasana waagt, is het zaak dat u eerst de basishoudingen beheerst.
  1. Ga eerst in dandasana (stok- of stafhouding). Houd de benen gestrekt, handpalmen plat op de vloer aan weerszijden van de heupen. Let op dat u de rug recht houdt tijdens de hele oefening.
  2. Buig nu de rechterknie. Schuif de hiel van de voet in het kruis.
  3. Vervolgens buigt u de linkerknie. Pak met beide handen de linkervoet vast. Breng de voet voor de borst.
  4. Adem uit en til de voet verder omhoog. Druk onderwijl het bovenbeen omhoog en naar achteren. Breng daarna de linkervoet achter het hoofd. Let op dat alleen de achillespees in de nek drukt, waarbij het linkerbeen zich achter de linkerschouder bevindt. Houd de rug zo recht mogelijk.
  5. Blijf een tot enkele minuten in viranchyasana, handen in namasté voor de borst, de halfgeloken ogen gericht op het ajna-chakra (Derde Oog tussen de wenkbrauwen). In een variant voor gevorderden plaatst u de handen in namasté achter uw rug, waarbij de vingers naar boven wijzen.
  6. Kom terug in dandanasa en herhaal de oefening rechts.
  7. Ontspan grondig in savasana (lijkhouding).

Let op het volgende

Beheers eerst de basishoudingen. Aldus verkrijgt u spelenderwijs de lenigheid om de oefeningen voor gevorderden aan te kunnen. Bovendien voorkomt u daarmee blessures. Houd de rug recht terwijl u in viranchyasana gaat.

Voordelen van viranchyasana

In kundalini-yoga wordt veel belang gehecht aan de ontwikkeling van het ajna-chakra, dat met behulp van viranchyasana wordt gestimuleerd. Dit chakra is in de yogafilosofie het centrum van de levenskracht, het denkvermogen, de spirituele ontwikkeling en biedt toegang tot intuïtieve kennis. Daarnaast zorgt viranchyasana voor soepele heupen en sterke rugspieren. Ook krijgen de hamstrings een gedegen training. In combinatie met het richten van de aandacht op het ajna-chakra zult u merken dat uw concentratievermogen sterk verbetert.

Therapeutische toepassingen

Viranchyasana wordt als ondersteunende therapie gebruikt bij onder andere de volgende klachten en aandoeningen:
  • slecht concentratievermogen;
  • stress;
  • gebrek aan vitaliteit;
  • stijve heupen, knieën en enkels.

Lees verder
Vier gemakkelijke meditatiehoudingen
Visvamitrasana
Hatha-yoga - een korte uitleg
Dandasana (stokhouding)
Vier gemakkelijke meditatiehoudingen


Bronvermelding
. 'Textbook of Yoga', Georg Feuerstein, Hutchinson, London
. 'Light on Yoga', B.K.S. Iyengar, Georg Allen & Unwin Ltd., London

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Viranchyasana; Ngurah Sudarma, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
. Ngurah Sudarma, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons

03 maart 2024

Vaak last van brandend maagzuur

Veel mensen hebben soms of vaker last van brandend maagzuur. In de meeste gevallen ontstaan de klachten na de maaltijd of als men in bed ligt, waarbij de zure maaginhoud door de slokdarm naar boven stroomt en doorgaans pijn veroorzaakt in de borst en bovenbuik. Risicofactoren zijn onder andere overgewicht, roken, alcohol, te veel koffie en vet voedsel. Er zijn geen erfelijke factoren bekend. Incidenteel maagzuurbranden is met enkele tips en adviezen vaak op effectieve wijze te voorkomen. Aanhoudende aanvallen van brandend maagzuur wordt zure-refluxziekte genoemd en kan het slijmvlies van de slokdarm beschadigen.

Inhoud

* Slokdarm en maagzuur
* Oorzaken van brandend maagzuur (reflux)
    * Symptomen
* Tips & adviezen

Slokdarm en maagzuur

Terugstromen van
maaginhoud in slokdarm
Het terugstromen (reflux) van zure maaginhoud is een vaak voorkomende vorm van indigestie. Aangezien het slokdarmslijmvlies niet beschermd is tegen maagzuur ontstaan er irritaties en uiteindelijk ontstekingen en zelfs littekens bij chronische vormen ervan. Onder normale omstandigheden duurt een aanval van brandend maagzuur maar kort.

Oorzaken van brandend maagzuur (reflux)

Brandend maagzuur kan verschillende oorzaken hebben, zoals een slecht functionerende klep (cardia) tussen de maag en slokdarm, maar bijvoorbeeld ook een hernia diafragmatica. Ook in de zwangerschap kan de toegenomen buikdruk een oorzaak zijn. Net als zwaarlijvigheid. In de meeste gevallen ontstaat brandend maagzuur door uitlokkende factoren. Bekend zijn gebakken of vet eten, zuur voedsel, zoals augurken in het zuur, maar ook koolzuurhoudende frisdrank, alcoholische dranken, koffie en roken.

Symptomen

  • oprispingen;
  • zure, vieze smaak in de mond;
  • prikkende keel, doordat de zure maaginhoud terugstroomt in de slokdarm naar de mond;
  • pijn achter het borstbeen, ofwel ‘zuurbranden’, vaak verward met angina pectoris (hartkramp);
  • brok in de keel;
  • hoesten;
  • heesheid (irritatie van de stembanden) met soms benauwdheid (astmatische klachten);
  • bloed in het braaksel. De slokdarm is dan geïrriteerd;
  • gewichtsverlies bij aanhoudende klachten.

Tips & adviezen

Oprispingen (reflux)
Adequate leef- en eetgewoonten zijn altijd belangrijk, zoals bij het voorkomen van incidenteel zuurbranden, maar ook bij de zure-refluxziekte. De klachten verminderen dan vaak, of ze verdwijnen zelfs. Ieder mens is uniek, zo ook de zelfzorgmiddelen en -methoden om maagzuuroprispingen te verminderen. Het lijstje hieronder is dus niet compleet. Vul het naar believen aan met wat bij u helpt.
  • Mijd koffie, sinaasappelsap (jus d'orange), zoute voeding, alcohol (bier, wijn) en vette, zware maaltijden. Al deze producten zetten de maag aan om meer maagzuur te produceren.
  • Hetzelfde geldt voor gekruide maaltijden. Ook tomaten, gekruide snijworst, room en vla zijn berucht.
  • Stop met roken. Nicotine heeft een negatieve invloed op de werking van de cardia (sluitspier tussen de maag en de slokdarm).
  • Mijd stress en spanningen, ze hebben grote invloed op de maag en de spijsvertering in het algemeen.
  • Plaats het hoofdeinde van uw bed iets hoger als u last hebt van nachtelijke oprispingen. Of gebruik een extra kussen. Zet uw bed eventueel in anti-Trendelenburg (hoofdeinde hoger dan het voeteneinde).
  • Ga vlak na het eten niet liggen.
  • Eet niet voor het slapengaan.
  • Probeer af te vallen als u te zwaar bent.
  • Eet kleine porties en vaker kleine maaltijden, verdeeld over de dag.
  • Doe na het eten geen sport of andere lichaamsoefeningen.
  • Drink voldoende water, verdeeld over de dag (1,5 - 2 liter).
  • Zorg in het algemeen voor voldoende lichaamsbeweging.
  • Neem de tijd om te eten, niet te snel alles naar binnen werken. Kauw het voedsel goed.
  • Pas op met strakke kleding (o.a. eventueel een elastische broekband).
  • Bukken en gehurkt zitten vergroten het risico op zuurbranden. Het verhoogt de buikdruk.
  • Pas op met tillen (altijd vanuit de knieën, met rechte rug).
  • Voorkom obstipatie, eet dus vezelrijk.
  • Neem af en toe een maagzuurremmer (antacidum) als de andere zelfzorgmiddelen onvoldoende helpen.
  • Ga naar de huisarts als de klachten niet incidenteel zijn, maar vaak voorkomen en chronisch worden. Mogelijk ontstaat de zure-reflexziekte. Deze aandoening heeft behandeling nodig. Bovendien ontstaan er veelal complicaties die ernstig zijn, zoals de zogeheten barrettslokdarm, waarbij het slokdarmslijmvlies op het slijmvlies van de dunne darm gaat lijken. Ook kunnen zich in de slokdarm littekens gaan vormen.

Lees verder
Brandend maagzuur (reflux) - oorzaken, symptomen en behandeling
Diverticulose en diverticulitis - hinderlijk en gevaarlijk
Prikkelbaredarmsyndroom (PDS) - oorzaken, symptomen, diagnose, behandeling
Leven met het prikkelbaredarmsyndroom - 7 tips & adviezen
Hoesten - wanneer verwijst de huisarts u door


Bronvermelding

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: reflux (zuurbranden);BruceBlaus, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Laboratoires Servier, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
. Darko Djurin (https://pixabay.com/en/users/derneuemann-6406309/), CC0, via Wikimedia Commons

28 februari 2024

Wandelende takken (Phasmida) - meesters in camouflage

Een wandelende tak spreekt tot de verbeelding. Iedereen heeft wel eens van deze insecten gehoord. Of ze zelfs gezien. Wandelende takken zijn nauwelijks te onderscheiden van takjes, twijgjes, blaadjes of grashalmen. Ze beheersen de kunst van camouflage bijna tot in de perfectie. De bizarre aanblik tonen ze ook in hun uiterst trage, vaak wiegende bewegingen, als een twijgje in een zachte bries. Alles om maar onopgemerkt te blijven. Daarnaast planten wandelende takken zich in veel gevallen ongeslachtelijk voort, wat best wel bijzonder is in de insectenwereld. Wandelende takken komen algemeen voor in de tropische en subtropische wouden. Het zijn nachtinsecten. Overdag houden ze zich schuil in het dichte gebladerte van planten en struiken.

Inhoud

* Taxonomische indeling van wandelende takken (Phasmida)
* Camouflage en verdediging
    * Op de vlucht
    * Als een kameleon
* Wat eten wandelende takken (Phasmida)
* Voortplanting
* Verspreiding
* Belangrijke kenmerken van wandelende takken (Phasmida)

Taxonomische indeling van wandelende takken (Phasmida)

Wandelende tak
(Phillium bonifacioi)
De solitaire wandelende takken behoren tot de stam van de Arthropoda (geleedpotigen), de klasse van de Insecta (insecten), de onderklasse van de Pterygota (gevleugelde insecten), de superorde van de Exopterygota en de orde van de Phasmida met talrijke families en geslachten. Ook de vormen en kleuren zijn talrijk, waarbij sommige soorten wel 50 centimeter (met de poten) lang kunnen worden.

Camouflage en verdediging

Wandelende takken doen er alles aan om onopgemerkt te blijven. Ze willen uit het zicht blijven van vogels, de grootste groep natuurlijke vijanden van deze insecten. Dat is ook de reden waarom wandelende takken een goede schutkleur hebben voor overdag, als ze zich verstoppen tussen het gebladerte. Hun vaak twijgachtige uiterlijk is ideaal om over het hoofd gezien te worden. In hun perfecte imitatietechniek doen sommige soorten denken aan een blad, bladsteel of bladnerf. Of aan een grashalm. Weer andere soorten hebben stekels. Sommige wandelende takken hebben zelfs een gekromd achterlijf, lijkend op dat van een schorpioen. Ook hun bewegingen zijn curieus, alsof ze als een twijgje wiegen in een zachte bries.

Op de vlucht

Om maar te ontkomen aan hun vijanden, laten veel soorten wandelende takken zich bij onraad op de bosgrond vallen om als een twijgje te blijven liggen tot de kust weer veilig is en ze weer naar boven kunnen klimmen. Sommige soorten, niet allemaal, hebben vleugels. Een verloren poot groeit weer aan; liever een poot kwijt dan helemaal verschalkt worden door bijvoorbeeld een vogel. Het laatste geldt echter alleen voor jonge wandelende takken, die nog niet alle vervellingen hebben doorgemaakt.

Als een kameleon

Wandelende tak
(Medauroidea extradentata)
Bepaalde pigmentkorrels in de huidcellen van veel soorten wandelende takken kunnen zich in de huid verspreiden of juist samenkomen of klonteren, waardoor deze insecten een lichte of donkere kleur krijgen. De pigmentkorrels hebben ook een functie in de temperatuurregeling van het insect. De rangschikking van de pigmentkorrels zorgt er overdag voor dat de lichte kleur warmte weerkaatst en ’s nachts, als de temperatuur ook in de tropen flink kan dalen, de donkere kleur warmte vasthoudt.

Wat eten wandelende takken (Phasmida)?

Deze insecten zijn herbivoor en verorberen, afhankelijk van de soort, alleen de blaadjes van bomen, struiken en liefst kruidachtige planten. De monddelen zijn volledig toegerust om te bijten en te kauwen. Actief wordt de wandelende tak ’s nachts, als de vogels slapen. Tijdens onderzoek is gebleken dat wandelende takken in de duisternis bijna even voorzichtig en op hun hoede zijn als overdag.
 

Voortplanting

In de wereld van de insecten is het zeer ongewoon dat wandelende takken zich ongeslachtelijk voortplanten. Sterker nog, van bepaalde soorten zijn in de vrije natuur nooit mannetjes aangetroffen en bestaan sommige kolonies geheel uit identieke moeders en dochters. De zeer schaarse mannetjes paren overigens wel en dragen hierdoor bij aan een meer gevarieerde genenpoel. In alle andere gevallen leggen de vrouwtjes eitjes die zich onbevrucht ontwikkelen. Eitjes worden verspreid over de bosbodem afgezet. Veel soorten eitjes hebben een harde schaal en een zanderig uiterlijk. De jongen knagen zich uit het ei, dat uit scharnierende delen bestaat, waarna de insecten meteen beginnen te eten van wat ze om zich heen vinden.

Verspreiding

Wandelende takken
(Phasmida)
Wandelende takken zijn wereldwijd te vinden in de tropische en subtropische gebieden. Ook in de meer gematigde streken komen ze voor. In Nederland zijn ze niet inheems, maar bijvoorbeeld wel in Zuid-Frankrijk, Spanje, Italië en andere Zuid-Europese landen. De Gallische wandelende tak (Clonopsis gallica) wordt echter sporadisch ook in Nederland gespot. Aangezien veel wandelende takken als soort afhankelijk zijn van bepaalde planten, staat hun voorbestaan onder druk. Ook de grootschalige kap van regenwouden is een aanslag op hun biotoop.

Belangrijke kenmerken van wandelende takken (Phasmida)

  • Lengte: 5 tot 35 cm, sommige soorten tot 50 cm (met de poten).
  • Monddelen: bijtend, kauwend.
  • Vleugels: veel soorten zijn vleugelloos, bij andere zijn de vleugels gevouwen onder een dekschild van chitine.
  • Eieren: 100-1300 eitjes, afhankelijk van de soort.
  • Ontwikkeling: 3 maanden tot 3 jaar.
  • Gedrag: solitair, ’s nachts actief.
  • Voedsel: bladeren van planten, struiken en bomen. De keuze is soortafhankelijk.

Lees verder

Wat is een insect?
Boktorren hebben een slecht imago
De mysterieuze bidsprinkhaan
De bekoorlijke watersnuffel (Enallagma cyathigerum)
Bladluizen en mieren hebben elkaar nodig



Bronvermelding

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: wandelende tak (Ctenomorphodes chorus);
Binarysequence, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Florante A. Cruz, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. EdycjomanCommons, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Emőke Dénes, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons

18 februari 2024

Wat is een klaplong (pneumothorax)?

Bij een klaplong, ofwel pneumothorax, bevindt zich lucht tussen de vliezen van de longen en de borstwand. De negatieve pleuradruk valt dan weg waardoor de long bijna letterlijk inklapt en het longweefsel zich niet meer kan ontplooien. Ademen door deze long is dan deels of helemaal niet meer mogelijk. Een klaplong (pneumothorax) kan onder andere spontaan ontstaan, door bijvoorbeeld longemfyseem, of door een trauma (steekwond, ribfractuur, enz.). De meest opvallende symptomen zijn kortademigheid en heftige pijn. Een dubbelzijdige, grote pneumothorax heeft in de meeste gevallen de dood tot gevolg.

Inhoud

* Longvlies en borstvlies
* Hoe ontstaat een klaplong?
    * Grote of kleine pneumothorax
* Symptomen
* Oorzaken van een klaplong
* Diagnose
* Behandeling
    * Steriele pleuritis

Longvlies en borstvlies

De longvliezen (pleurae) vormen een soort bekleding van de borstholte (binnenzijde) en de longen (buitenzijde). De pleuraholte bevindt zich tussen deze twee pleurabladen en is een luchtdichte en spleetvormige ruimte. Hierdoor is de druk iets lager dan de buitenlucht. Dit wordt negatieve thoraxdruk genoemd. Het is te vergelijken met twee glasplaten waartussen zich een laagje water bevindt. Dit zorgt ervoor dat de pleurabladen moeiteloos langs elkaar heen kunnen schuiven, maar niet te scheiden zijn van elkaar. De twee pleurabladen of vliezen zijn:
  • Viscerale blad (pleura visceralis). Dit vlies is vergroeid met het longweefsel.
  • Pariëtale blad (pleura parietalis). Dit vlies zit vast aan de borstwand, het middenrif en het mediastinum (ruimte tussen de twee longen).

Hoe ontstaat een klaplong?

Klaplong (pneumothorax)
Het woord pneumothorax betekent letterlijk ‘lucht in de borstholte’. De long klapt dan samen en kan zich niet meer ontplooien, vandaar de benaming ‘klaplong’. Er bevindt zich lucht tussen de twee vliezen (pleurae) van de long en de borstwand. Door het binnendringen van lucht in de pleuraholte valt ook de negatieve pleuradruk weg en klapt de long als het ware samen en kan zich niet meer ontvouwen. Ademen zal in dat deel van de longen geheel of gedeeltelijk onmogelijk zijn. Afhankelijk van de oorzaak kan de lucht vanuit de longen of van buiten tussen de genoemde vliezen dringen. In de meeste gevallen is een van de twee longen aangedaan en niet beide.

Grote of kleine pneumothorax

De hoeveelheid lucht die in de pleuraholte dringt kan gering zijn, waardoor de symptomen ook minder heftig optreden. Bij een grote pneumothorax is ademen via die long vrijwel onmogelijk. Bij een zogeheten ventielpneumothorax, ofwel spanningspneumothorax, wordt er lucht naar binnen gezogen, maar kan er niet meer uit, waardoor de druk in de pleuraholte toeneemt en de gevolgen fataal kunnen zijn. Het spreekt vanzelf dat een klaplong in de meeste gevallen acuut behandeld moet worden.

Symptomen

Een dubbelzijdige grote pneumothorax is doorgaans fataal. Bij een enkelzijdige klaplong zijn de symptomen min of meer karakteristiek. Ze ontstaan overigens snel.
  • Beklemmend, insnoerend gevoel op de borst.
  • Pijn op de borst, die stekend en zeer fel kan zijn. Een kleine pneumothorax geeft minder klachten. 
  • Kortademigheid. Hoe langer medische hulp op zich laat wachten, hoe erger de benauwdheid wordt.
  • Hoesten en cyanose (blauw aanlopen).
  • Afhankelijk van de grootte van de pneumothorax beweegt een borsthelft duidelijk minder mee met elke ademhaling. Het komt ook voor dat die helft sterk gewelfd is.
  • Bij een ventielpneumothorax is de pijn zeer heftig. Door de toenemende druk komt de bloedtoevoer van de longen naar het hart in het geding. Het betreft dan een ernstige verplaatsing van het hart en de grote bloedvaten. De symptomen zijn een wegvallende bloeddruk, flauwvallen en uiteindelijk shock.

Oorzaken van een klaplong

Klaplong (pneumothorax)
Bij een pneumothorax kan de lucht via de borstwand binnenkomen door een perforerende wond als gevolg van een mes, kogel of een ander scherp voorwerp. Ook een gebroken rib door een val is dikwijls de oorzaak van een klaplong. Er ontstaat dan een scheurtje in het longweefsel, waardoor er lucht in de pleuraholte komt. Bij zogeheten ‘overrekte’ longen, zoals bij longemfyseem en astma, kan zich eveneens een klaplong ontwikkelen. Men spreekt in dat geval van een spontane pneumothorax. Een klaplong zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak ontstaat vaak bij jonge mensen. In veel gevallen is er sprake van scheuring van een abnormaal uitgezet longblaasje (bulla), aan de rand van de long, met een pneumothorax tot gevolg. Ook drukveranderingen in de pleuraholte als gevolg van zware inspanning kunnen de oorzaak zijn. Overigens komt een klaplong zonder aanwijsbare oorzaak vaker voor bij rokers dan niet-rokers. Bij herhaalde recidieven moet men ook denken aan het syndroom van Marfan, een overigens zeldzame erfelijke ziekte van het bindweefsel.

Diagnose

Bij het vermoeden van een pneumothorax is met een röntgenfoto en met kloppen en luisteren (stethoscoop) de diagnose snel gesteld.
 

Behandeling

Een lichte pneumothorax geneest meestal binnen enkele dagen. Het lek is dan dicht en de lucht wordt geleidelijk door het lichaam geabsorbeerd. De long kan zich dan weer ontplooien. Vaak neemt men dus een afwachtende houding aan. Een ventielpneumothorax vereist acuut medisch ingrijpen, doorgaans door een holle naald rechtstreeks in de borst te steken om de lucht te laten ontsnappen. Bij een ernstige pneumothorax wordt dikwijls gebruikgemaakt van het waterslot. De arts plaatst onder verdoving een drain door de borstwand in de pleuraholte om de lucht te laten ontsnappen. De overdruk wordt dan via het water afgevoerd terwijl het water voorkomt dat er van buitenaf lucht in de pleuraholte kan dringen.

Steriele pleuritis

Bij herhaalde recidieven wordt vaak pleurodese toegepast. De long wordt dan als het ware aan de borstwand vastgeplakt door een steriele pleuritis op te wekken. Daarbij brengt de arts een verklevende stof aan tussen de vliezen van de pleuraholte. Dit veroorzaakt een uitgebreide, steriele pleuritis, waarbij de long vergroeid aan de borstwand. Aangezien deze methode nogal eens mislukt, kiest de arts vaak voor een operatie waarbij het lek wordt gerepareerd en het borstvlies opgeruwd, waardoor de vliezen aan elkaar verkleven. De meeste patiënten met een pneumothorax herstellen volledig.

Lees verder
Eerste bezoek aan de huisarts - anamnese en onderzoek
Hoesten - wanneer verwijst de huisarts u door
Röntgenfoto - werking, toepassing, risico's en werkwijze
Lage bloeddruk (hypotensie) - niet altijd onschuldig
Angina pectoris vaak voorbode van hartinfarct


Bronvermelding

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Longen; Patrick J. Lynch, medical illustrator, CC BY 2.5 <https://creativecommons.org/licenses/by/2.5>, via Wikimedia Commons
. BruceBlaus. When using this image in external sources it can be cited as:Blausen.com staff (2014). "Medical gallery of Blausen Medical 2014". WikiJournal of Medicine 1 (2). DOI:10.15347/wjm/2014.010. ISSN 2002-4436., CC BY 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/3.0>, via Wikimedia Commons
. Laboratoires Servier, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via