A5A0C56B5243F86D4E229DD720350EA2 9ad20deef62a4765b51ec572bdd5abdd

25 augustus 2024

Over vogels - de eerste, kleinste en grootste vogels

In 1861 was het eindelijk zover. In Beieren werden toen de oudste bekende fossiele resten van de eerste vogel aangetroffen in een kalksteengrot. In 1877 volgde het tweede skelet en een eeuw later het derde. Alle resten werden binnen een straal van 15 kilometer gevonden. Al met al groef men er zeven in totaal op. De eerste vogels hebben zich minstens 150 miljoen jaar geleden ontwikkeld. De diversiteit is tegenwoordig enorm en telt ruim 10.000 soorten, van piepklein tot zeer groot. Maar er zijn ook schadelijke vogels. Veel soorten zijn inmiddels uitgestorven, door natuurlijke oorzaken of door menselijk toedoen.

Inhoud

* De eerste vogel
* Verenkleed van de oervogel
* De kleinste vogel
* De grootste vogel
* De schadelijkste vogel

De eerste vogel

Archaeopterix lithographic
(reconstructie)
Algemeen wordt aangenomen dat de Archaeopterix lithographica de eerste vogel was - uit de Laat-Jura - ongeveer 150 miljoen jaar geleden. Tot nu toe is er nog geen fossiel bewijs dat er voor die tijd vogels bestonden. De Archaeopterix lithographica was ongeveer zo groot als een ekster. Alle kenmerken wijzen erop dat zijn voorvaderen de reptielen waren, getuige de twintig verlengde staartwervels, de drie vlijmscherpe klauwen aan elke vleugel, en natuurlijk de tanden in de snavel. Het relatief goed ontwikkelde vorkbeen is een van de kenmerken dat het zonder twijfel een vogel was en geen reptiel. 

Verenkleed van de oervogel

De Archaeopterix lithographica had een verenkleed en kon het luchtruim kiezen, maar was waarschijnlijk niet zo handig en wendbaar als de vogels van nu. Elke poot had vier tenen, waarvan er drie naar voren wezen en een naar achteren. Elke vleugel was voorzien van drie klauwen. De Archaeopterix lithographica behoort tot de oudste tot nu toe bekende vliegende dinosauriërs, de zogeheten oervogel.

De kleinste vogel

Kolibries zijn de kleinste vogels, waarvan ruim 300 soorten bestaan. Sommige kolibriesoorten zijn relatief groot, zoals de reuzenkolibrie (Patagona gigas) van ruim 20 centimeter uit het Andesgebergte. Wel moet gezegd zijn dat de helft van die lengte uit de staart bestaat. Het kleinste vogeltje, tevens de kleinste kolibrie, is de bijkolibrie (Mellisuga helenae). En niet te vergeten de hommelkolibrie (Selasphorus heloisa) op Cuba. Beide diertjes worden slechts slechts vijf tot zes centimeter lang, waarvan ook nog eens de helft uit de staart en snavel bestaat.
 

De grootste vogel

Knobbelzwanen
(Cygnus olor)
De grootste vogel op aarde, die echter niet kan vliegen, is zonder twijfel de struisvogel, die wel 2,80 cm hoog kan worden en pakweg 160 kilo weegt. De allerzwaarste vogel is de knobbelzwaan van ongeveer 20 kilo, wat zo ongeveer het maximum gewicht is voor vliegende vogels. De reuzenalbatros heeft een spanwijdte tot 3,50 meter, gevolgd door de Andescondor, een zeer indrukwekkende roofvogel met een spanwijdte tot wel 3,20 meter.

De schadelijkste vogel

Velen beschouwen de roodbekwever (Quelea quelea) als de schadelijkste vogel ter wereld. Deze Afrikaanse vogel is tevens de meest voorkomende vogel, waarvan er vermoedelijk zo’n anderhalf miljard bestaan. Hij eet alle mogelijke granen, waardoor de Afrikaanse boeren er veel last van hebben omdat deze vogels hele oogsten kunnen wegpikken. In een grote boom bevinden zich vaak honderden nesten van de vele miljoenen in totaal.

Lees verder
Grote renkoekoek - de guitige 'roadrunner'
Zo ontstaat een vogelei
Karakteristieke kenmerken van vogels
Waarom zingen vogels zo verschillend?
De raaf (Corvus corax) - een meesterlijke luchtacrobaat


Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: IJsvogel (Alcedo atthis); Andreas Trepte, CC BY-SA 2.5 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.5>, via Wikimedia Commons
. DataBase Center for Life Science (DBCLS), CC BY 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/4.0>, via Wikimedia Commons
. Marek Szczepanek, CC BY-SA 3.0 <http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/>, via Wikimedia Commons

16 augustus 2024

Tittibhasana - kort samengevat

Deze yogahouding voor gevorderden eist veel van de armspieren en hamstrings en traint de buikspieren op fenomenale wijze. Enkele andere voordelen van tittibhasana (vuurvlieghouding) zijn stevige rugspieren en een evenwichtsgevoel om trots op te zijn, zowel fysiek als mentaal. Maar let wel, tittibhasana is een uitdaging voor elke yogi en vergt veel zelfvertrouwen en vastbeslotenheid.



Inhoud

* Achtergrond van tittibhasana (vuurvlieghouding)
* Technische aspecten
* Voorbereiding
* Let op het volgende
* Voordelen
    * Therapeutische toepassingen

Achtergrond van tittibhasana (vuurvlieghouding)

Tittibha is Sanskriet en betekent ‘vuurvlieg’ en in ruimere zin ‘insect’. Het woord asana wil zeggen ‘zithouding’, maar ook ‘yogahouding’ in het algemeen. Deze asana uit hatha-yoga doet met enige fantasie denken aan de zweefvlucht van de vuurvlieg. Overigens zijn veel asana’s afgeleid van dieren, vogels en insecten, zoals de mayurasana (pauwhouding), matsyasana (vishouding) en hanumanasana (aaphouding).

Technische aspecten

Tittibhasana
(vuurvlieghouding)
Tittibhasana is best wel blessuregevoelig. Oefen in het begin dus bij een muur, leg kussens om u heen of zorg ervoor dat uw partner een oogje in het zeil houdt en u kan opvangen zodra u de balans verliest.
  1. Ga eerst in tadasana (berghouding). Houd de voeten bij elkaar, armen aan weerszijden van de heupen.
  2. Spreid na deze voorbereiding de benen tot op schouderbreedte. Buig naar voren, waarna u de handen met gespreide vingers aan de binnenzijde van de voeten plaatst.
  3. Neem nu de halve hurkhouding aan.
  4. Plaats de achterzijde van de bovenbenen zo hoog mogelijk op de bovenarmen. Omwille van de balans raken de voeten nog steeds de vloer.
  5. Nu komt het moeilijke gedeelte wat betreft het evenwichtsgevoel. Maak eerst een voet los van de vloer, vervolgens de andere voet. Doe dit geleidelijk, zodra u er klaar voor bent.
  6. Probeer de benen te strekken en steek de voeten recht vooruit.
  7. Houd de rug recht en adem rustig en vloeiend door.
  8. Blijf enkele minuten in tittibhasana.
  9. Kom in omgekeerde volgorde weer in de beginhouding.
  10. Rust grondig uit in savasana (lijkhouding).

Voorbereiding

Zorg voor een lege maag voordat u aan deze yogahouding begint. Beheers ook eerst alle beginnershoudingen, zoals prasarita padottanasana (staande hoekhouding), utthita trikonasana (driehoekhouding) en bakasana (kraanvogelhouding) voor de ontwikkeling van de balans. Doe deze oefening liefst ’s ochtends, het zorgt ervoor dat u de dag vitaal begint.

Let op het volgende

Wie last heeft van de gewrichten, zoals de polsen, ellebogen, schouders en heupen, dient deze belastende yogahouding te mijden. Dat geldt ook voor zwangerschap, duizeligheid en hoge bloeddruk. De hamstrings, armspieren, buik- en rugspieren dienen voldoende ontwikkeld te zijn voordat u aan tittibhasana begint.

Voordelen

Tittibhasana is ideaal voor de mentale focus en een uitstekend fysiek evenwichtsgevoel. De asana is een geweldige training voor de spieren van de buik, rug en armen. Toegewijd oefenen en vastberadenheid zijn een vereiste om tittibhasana te kunnen voltooien. Het uithoudingsvermogen zal verbeteren. Ook staat tittibhasana voor een goede cardiotraining (hart en bloedsomloop). Door de toegenomen buikdruk worden de buikorganen, zoals de lever en milt, gemasseerd.

Therapeutische toepassingen

Tittibhasana wordt als ondersteunende therapie ingezet bij onder andere de volgende klachten en aandoeningen:
  • obstipatie;
  • gebrekkige mentale focus en fysiek evenwicht;
  • weinig doorzettingsvermogen en wilskracht;
  • trage spijsvertering;
  • zwakke rug-, buik-, arm-, en beenspieren;
  • verkeerde lichaamshouding;
  • weinig energie, chronische vermoeidheid.

Lees verder
Tadasana (berghouding) - drie varianten
Eka pada viparita dandasana II
Eka pada galavasana - kort samengevat
Durvasana
Vrksasana (boomhouding)


Bronvermelding
. 'Yoga', Sophy Hoare, Macdonald Educational Ltd.
. 'Light on Yoga', B.K.S. Iyengar, George Allen & Unwin, London
. 'Science of Yoga', Swami Sivananda, Sivananda Press, Durban
. 'Yoga und Medicin', Jurg Wunderli, J. Fink Verlag, Stuttgart

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Tittibhasana (vuurvlieghouding); Mr. Yoga, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Mr. Yoga, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons

06 augustus 2024

Veldsprinkhanen - kenmerken, leefwijze, voortplanting

Sjirpende, zingende veldsprinkhanen. Iedereen kent die typische geluiden. Ze symboliseren mede de warme zomerdagen. Talloos zijn de soorten veldsprinkhanen, hoewel de meeste soorten in de tropen leven. Het doordringende gesjirp ontstaat zodra ze met de tandkammen van hun dijen langs de voorvleugels strijken. Woestijnsprinkhanen, die onder andere in Afrika hele akkers kunnen kaalvreten, horen bij dezelfde familie. Veldsprinkhanen zijn makkelijk te herkennen. Ze hebben onder andere korte, dikke voelsprieten en grote, sterke achterpoten.

Inhoud

* Taxonomische indeling van veldsprinkhanen (Acrididae)
* Kenmerken
    * Lengte, gewicht en levensverwachting
    * Achterpoten
    * Vleugels, ogen en antennes
    * Sjirpen
* Leefwijze
* Natuurlijke vijanden
* Voedsel
* Verdediging
* Voortplanting
Verspreiding
* Belangrijke kenmerken van veldsprinkhanen (Acrididae)

Taxonomische indeling van veldsprinkhanen (Acrididae)

Veldsprinkhanen  behoren tot de stam van de Arthropoda (geleedpotigen), de onderstam van de Hexapoda (zespotigen), de klasse van de Insecta (insecten), de orde van de Orthoptera (rechtvleugeligen), de onderorde van de Caelifera (kortsprietigen) en de familie van de Acrididae. Wereldwijd zijn ongeveer 10.000 soorten beschreven en taxonomisch ingedeeld. Slechts enkele tientallen soorten zijn courant in Nederland. De meeste soorten zijn te vinden in de subtropen en tropen, zoals de woestijnsprinkhanen die in Afrika en Azië een plaag kunnen vormen en in enorme zwermen complete oogsten vernietigen.

Kenmerken

Veldsprinkhaan
(Acrididae)
Veldsprinkhanen
onderscheiden zich duidelijk van bijvoorbeeld de sabelsprinkhanen (Tettigoniidae) en krekels (Grillidae).

Lengte, gewicht en levensverwachting

Veldsprinkhanen, die in de tropen meegerekend, kunnen wel 20 cm groot worden. In Europa is hun lengte 1,5 tot 8 cm. De laatstgenoemde soorten wegen rond de 2 gram en worden hoogstens een halfjaar oud. Bepaalde tropische soorten zijn zo groot dat ze soms voor vogels worden aangezien.

Achterpoten

Kenmerkend zijn hun krachtige en extreem lange achterpoten, waarmee ze ver kunnen huppen en springen, sommige soorten tot wel 200 maal hun eigen lichaamslengte. Er zijn echter soorten die helemaal niet kunnen springen.

Vleugels, ogen en antennes

De relatief grote en rechte vleugels zijn duidelijk herkenbaar, net als de facetogen. De antennes zijn kort en dik. Daarmee onderscheiden ze zich van andere soorten sprinkhanen, zoals de sabelsprinkhaan (Tettigoniidae).

Sjirpen

Veldsprinkhanen maken hun zo bekende geluid wanneer ze met de tandkammen van hun dijen ritmisch langs de voorvleugels strijken. Het zijn vooral de mannetjes die deze typische geluiden maken om hun territorium te markeren en vrouwtjes te lokken. Overigens sjirpen niet alle soorten.

Leefwijze

Veldsprinkhaan
(Acrididae)
Veldsprinkhanen komen over de hele wereld voor, uitgezonderd de onbegroeide woestijngebieden en arctische streken. De veldsprinkhaan heeft in het Engels de bijnaam ‘grasshopper’, wat echter niet wil zeggen dat ze alleen op grasvlakten voorkomen. Veel (tropische) soorten zijn zeer kleurrijk, zoals in de regenwouden. Ze zijn tot boven het middelgebergte te vinden. Veldsprinkhanen leven voornamelijk van grassen, maar ook andere gewassen moeten eraan geloven zodra sprinkhaankolonies sterk groeien.

Natuurlijke vijanden

Dat zijn er best veel, waaronder reptielen, vogels, parasitaire vliegen en wespen.

Voedsel

Veldsprinkhanen zijn herbivoor, ze eten dus alleen grassen en andere planten, waarbij ze de bladeren en bloesems met hun sterke bovenkaken (manipels) afbijten en met de onderkaken (maxillen) in kleine partjes bijten en vermalen. Meestal dwarszittend op een bladdeel ‘knippen’ ze de bladeren als een schaar in stukjes. Ook kruiden, struiken en loofbomen staan op hun menu. De gifstoffen in veel planten deren hun niet, maar worden opgenomen in hun lichaam als afschrikmiddel tegen natuurlijke vijanden.

Verdediging

Veel tropische veldsprinkhanen hebben zeer contrasterende kleuren om vijanden af te schrikken. Sommige soorten produceren een stinkend schuim voor dat doel. Dat geldt ook voor de opgenomen gifstoffen uit planten. De schutkleuren zijn eveneens vaak heel effectief. Veel soorten kunnen zich bijvoorbeeld uitstekend aanpassen aan de omgeving en de kleuren aannemen van takken en stenen. Sommige soorten hebben felblauwe en scharlakenrode vleugels. Bij gevaar vliegen deze sprinkhanen tegelijk op en zorgen aldus eventjes voor een afschrikwekkend, flitsend kleurenfestijn.

Voortplanting

Tijdens de paring zit het mannetje soms wel urenlang op het vrouwtje. Daarna legt het vrouwtje de eitjes, doorgaans in de grond door middel van een uitstulpbare achterbuis om de eitjes zo diep mogelijk in de losse aarde te krijgen, beschermd door een schuimcocon. Parasitaire sluipwespen leggen in veel gevallen hun eigen eitjes ertussen. Na vier tot vijf larvenstadia hebben de jongen de volwassen omvang gekregen.

Verspreiding

Veldsprinkhaan
(Acrididae)
Veldsprinkhanen komen wereldwijd voor, uitgezonderd de koude poolgebieden en hete woestenijen zonder begroeiing.

Belangrijke kenmerken van veldsprinkhanen  (Acrididae)

  • Lengte: 1,5 tot 20 cm.
  • Gewicht: ca. 2 gram (Europese soorten).
  • Monddelen: bijtend.
  • Vleugels: twee paar; veel soorten hebben geen vleugels.
  • Kleur: alle mogelijke schutkleuren.
  • Paartijd: zomer; het hele jaar in tropische gebieden.
  • Eieren: enkele tot wel 100.
  • Voedsel: groene planten, bloesems en grassen.
  • Geluid: het karakteristieke geluid ontstaat wanneer de sprinkhanen met de tandkam van hun dijen langs de voorvleugels strijken.

Lees verder
Spinnen zijn geen insecten
Wandelende takken (Phasmida) - meesters in camouflage
Boktorren hebben een slecht imago
De mysterieuze bidsprinkhaan
Bladluizen en mieren hebben elkaar nodig


Bronvermelding


Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: veldsprinkhaan (Acrididae); Alvesgaspar, CC BY-SA 3.0 <http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/>, via Wikimedia Commons
. Rouibi Dhia Eddine Nadjm, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Ryan Hodnett, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons