Weinig insecten zijn zo fijngebouwd als de watersnuffel (Enallagma cyathigerum). Deze kleine libel is vaak in grote aantallen te zien bij stilstaand water, van mei tot oktober. De bekoorlijke bouw van de watersnuffel staat in schril contrast met het feit dat de larven - maar ook de ‘snuffel’ zelf - zeer vraatzuchtig zijn. Karakteristiek inzake de habitat zijn de voedselarme, stilstaande plassen en (hoge) veengronden. De watersnuffel zag er miljoenen jaren geleden vrijwel hetzelfde uit en heeft zich voortreffelijk aangepast aan het leven nabij het water.
Inhoud
* Taxonomie van de watersnuffel (Enallagma cyathigerum)
* Uiterlijke kenmerken
* Ogen en kop
* Poten
* Vleugels
* Achterlijf
* Larve
* Leefwijze van de watersnuffel
* Van de lente tot in de herfst
* Voedsel en jacht
* Vraatzuchtige larven
* Levenscyclus
* Voortplanting
* Verspreiding
* Belangrijke kenmerken van de watersnuffel (Enallagma cyathigerum)
Taxonomie van de watersnuffel (Enallagma cyathigerum)
De watersnuffel (
Enallagma cyathigerum) behoort tot de klasse van de
Insecta (
insecten), de orde van de
Odonata (libellen), de onderorde van de
Zygoptera (juffers), de familie van de
Coenagrionidae (waterjuffers), het geslacht
Enallagma (snuffels) en de soort
Enallagma cyathigerum. De fijngebouwde
watersnuffel is een zeer primitief
insect dat al vele miljoenen jaren onveranderd over de waterplassen scheert en als een kolibrie tussen de planten ‘hangt’. Dat geldt overigens ook voor veel andere, grotere libellen en natuurlijk de waterjuffers.
Uiterlijke kenmerken
|
Watersnuffel (vrouwtje) |
Wie de
watersnuffel van dichtbij observeert, zal zien dat het insect relatief grote, samengestelde ogen, een zeer beweeglijke kop en opvallend sterke kaken heeft. Dit fraaie, slanke
insect heeft nog veel meer karakteristieke kenmerken, zeker ook wat betreft het paringsritueel.
Ogen en kop
De samengestelde ogen bevinden zich aan weerszijden van de kop en zijn relatief groot. Het zichtvermogen is perfect ontwikkeld om de prooi in een oogwenk te verschalken. De kop is trapeziumvormig.
Poten
De zes naar voren gerichte pootjes van de watersnuffel scharnieren aan het borststuk. Het diertje kan er echter niet mee lopen. De poten spelen daarentegen een zeer belangrijke rol in het vangen van prooi.
Vleugels
De twee paar vleugels zijn bijna even groot, doorzichtig en geaderd. In rust vouwt de watersnuffel ze samen.
Achterlijf
|
Enallagma cyathigerum |
Het cilindrische, fragiel-dunne achterlijf van de bekoorlijk aandoende watersnuffel (
Enallagma cyathigerum) is zeer lang ten opzichte van de kop en het borststuk. Het achterlijf van het mannetje is glanzend blauw met karakteristieke zwarte strepen (banden). Aan het uiteinde van het achterlijf bevinden zich twee tangvormige aanhangsels, bedoeld om tijdens de paring het vrouwtje vast te grijpen. Bij het vrouwtje is het achterlijf groen met een donkere tot zwarte tekening. De
legboor, om de eitjes mee af te zetten, bevindt zich aan het uiteinde van het achterlijf.
Larve
De tot 3 mm lange larven zijn groenbruin van kleur. Met behulp van de kieuwbladen kan de larve zowel zwemmen (roeien) als ademen. De larve verstopt zich graag in en op de modderige bodem van stilstaande plassen.
Leefwijze van de watersnuffel
De watersnuffel (Enallagma cyathigerum) komt algemeen voor in Nederland en is vaak te zien van mei tot ver in oktober. Volgens kenners betreft het een van de fraaist gebouwde kleine libellen. Het insect houdt zich vooral op tussen waterplanten waar veel voedsel te vinden is en de wirwar van planten beschutting biedt tegen natuurlijke vijanden. Ook kunnen de vrouwtjes er de eitjes afzetten. De watersnuffel houdt van zand- en hoogveengronden, nabij langzaam stromend en stilstaand water, zoals vijvers, vennen en meertjes. De mannetjes ziet men doorgaans in een rechte lijn vliegen, laag over het water scherend. Het insect is honkvast en kan ondanks de pootjes niet lopen, maar vliegen des te beter. Ook verstild zwevend in de lucht, en zelfs achteruitvliegen kunnen ze als geen ander. Op zure hoogveengronden en voedselarme vennen zal men de grootste concentraties aantreffen, soms hele drommen. Hoe voedsel- en vegetatierijker de wateren, hoe zeldzamer de watersnuffel wordt, zo lijkt het.
Van de lente tot in de herfst
|
Watersnuffel (mannetje) |
De blauwe mannetjes zijn gemakkelijk te herkennen terwijl ze tussen en boven de waterplanten vliegen. Het contrast met de grijsgroene vrouwtjes is zo groot dat het lijkt of ze niet van dezelfde soort zijn. Wie een tijdje roerloos aan de waterkant gaat zitten, zal merken dat de watersnuffels zich dan eveneens rustiger gedragen. Men kan deze kleine libellen dan goed observeren en misschien zelfs de lege nymfehulzen aantreffen. Ze kleven immers aan de stengels van
waterplanten. Uit de hulzen zijn de volwassen watersnuffels gekropen en hebben inmiddels het luchtruim gekozen.
Voedsel en jacht
Zwevend over het water verschalkt de watersnuffel graag
muggen. Hij vangt ze met zijn poten en verscheurt ze meteen met zijn relatief krachtige kaken. Ook
bladluizen en
larven van kevers staan op zijn menu. De watersnuffel vliegt traag en is dan ook een makkelijke prooi voor andere vliegende insecten, zoals de snelle grote libel.
Vraatzuchtige larven
De larve heeft kieuwen, die hij tevens gebruikt als ‘roeispanen’ om mee te zwemmen. Doorgaans wacht de larve op de modderige waterbodem op prooi. Zodra er iets van zijn gading voorbij komt, schiet de vraatzuchtige larve naar voren en vangt het slachtoffer met het zogeheten vangmasker. Met de puntige tang aan de voorzijde ervan wordt de prooi verscheurd en opgepeuzeld.
Levenscyclus
De levenscyclus van de watersnuffel bestaat uit twee fasen: het larvestadium (in het water) en het volwassen stadium (uit het water). De donkergroene larve is voorzien van zes pootjes, eet onder water andere waterdiertjes en kan tot tienmaal toe van omhulsel wisselen. In het laatste stadium klimt de larve langs de stengel van een plant omhoog. Uiteindelijk splijt het omhulsel. De vleugels ontvouwen zich en de volwassen watersnuffel kiest het luchtruim.
Voortplanting
|
Paring |
Wanneer de larve zich tot volwassen insect ontpopt heeft, vliegt de watersnuffel weg om na enkele weken een paringspartner te zoeken. Tijdens het paren omklemt het mannetje het vrouwtje achter de kop. Daarbij kromt het vrouwtje haar achterlijf naar voren, tussen de poten door, en brengt het in contact met het sperma in het copulatieorgaan van het mannetje. In de paringshouding dalen ze neer op het water, waar het vrouwtje de eieren afzet onder water. In de zuidelijke delen van het verspreidingsgebied kan de watersnuffel drie generaties voortbrengen. In
Nederland geldt een periode van twee jaar voordat de larven door hun stadia heen zijn.
Verspreiding
In Nederland komt de watersnuffel (Enallagma cyathigerum) algemeen voor, hoewel de impact van ontwatering en vervuiling merkbaar is. Dat geldt ook voor de rest van Europa, grote delen van de gematigde streken in Azië en in Noord-Amerika. In Afrika komt de soort voor in Marokko. In Nederland is de watersnuffel (Enallagma cyathigerum) geen bedreigde soort (2023).
Belangrijke kenmerken van de watersnuffel (Enallagma cyathigerum)
- Afmetingen: volwassen watersnuffel: 3-3,5 cm. Larve: 3 mm.
- Ogen: relatief groot en samengesteld.
- Larvestadium: 2 weken tot 2 jaar, afhankelijk van het verspreidingsgebied.
- Geslachtsrijp: 3 weken na bereiken van volwassen stadium.
- Gedrag: sociaal; bij stilstaand water zijn hun aantallen groot.
- Voedsel: o.a. bladluizen en vliegende insecten, met name muggen, die in de vlucht worden gevangen.
Bronvermelding
http://www.johannesklapwijk.com/soort/Watersnuffel--Enallagma-cyathigerum.htm
https://www.natuur-dichtbij.nl/libellen/juffers/watersnuffel/
Fotoverantwoording
.Sandy Rae, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
.Charles J. Sharp, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
.Loz (L. B. Tettenborn), CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
.Zampel, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
.Charles J. Sharp, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons