A5A0C56B5243F86D4E229DD720350EA2 9ad20deef62a4765b51ec572bdd5abdd

27 augustus 2022

Salamba sirsasana III (hoofdstand)

Salamba sirsasana III (hoofdstand) doet denken aan de hoofdstanden I en II, maar door de stand van de handen voor het gezicht vormt de derde variant een nog grotere uitdaging voor het evenwichtsgevoel. De balanspunten liggen immers zeer dicht bij elkaar. Ook deze variant van de klassieke sirsasana biedt veel vergelijkbare voordelen, zoals een uitstekende doorbloeding van de hersenen en schildklier. Ook wordt de veneuze druk in de benen verminderd, waardoor deze yogahouding verlichting kan bieden voor mensen met spataderen. In de yogahandboeken is de sirsasana-cyclus vermeld als een reeks asana's met een verjongend effect. Voor veel yogi’s blijft de hoofdstand echter heel lang een onoverkomelijke uitdaging door het risico op een valpartij en blessures. Met de juiste voorbereiding is die angst ongegrond.


Inhoud

* Achtergrond van salamba sirsasana III (hoofdstand)
    * Evenwicht
* Technische aspecten
* Let op het volgende
    * Hoofd
* Voordelen van salamba sirsasana III (hoofdstand)
    * Therapeutische toepassingen

Achtergrond van salamba sirsasana III (hoofdstand)

Salamba is een Sanskriet-woord en wil zeggen 'gesteund' of 'ondersteund'. Sirsa betekent 'hoofd' of 'kop'. Asana staat voor '(zit)houding'. Salamba sirsasana II en III zijn varianten van de klassieke sirsasana en maken deel uit van de sirsasana-cyclus, samen met tal van andere hoofdstanden. Alle varianten zijn yogahoudingen uit de hatha-yoga.

Evenwicht

Ook in salamba sirsasana III rust het lichaamsgewicht op het hoofd. In tegenstelling tot de andere hoofdstanden worden de handen echter vlak bij het gezicht geplaatst, waardoor de driehoek bestaande uit de twee handen en het hoofd erg klein wordt. Dus ook het fundament waarop het lichaamsgewicht balanceert. De balans bewaren in sirsasana (hoofdstand) is al een kunst op zich. In salamba sirsasana III komt er nog een schepje bovenop. Het Indiase klassieke yogahandboek Gheranda-samhita vermeldt sirsasana als de ‘koning van de yogahoudingen’.

Technische aspecten

Salamba sirsasana III
(hoofdstand)
Voer de handplaatsing vanuit salamba sirsasana II uit, waarbij u de handen die zijwaarts van het hoofd zijn geplaatst vóór het hoofd schuift en daar laat rusten. Let op, want het vergt veel oefening om in deze variant de balans te behouden. Gebruik altijd een yogamat of deken.
  1. Ga in tadasana (berghouding), voeten bij elkaar, handen losjes langs het lichaam.
  2. Neem nu de knielende houding aan. Doe dit bij een muur als u nog niet bedreven bent in de hoofdstanden. Voorkom aldus dat u achterover valt wanneer u dadelijk in sirsasana gaat. Vraag eventueel uw partner om verkeerde bewegingen bij te sturen.
  3. Spreid in de knielende houding de benen ongeveer 20 centimeter.
  4. Plaats de handpalmen voor u op de vloer, op schouderbreedte, maar dan omgekeerd. De vingers wijzen dus naar de knieën. Houd de onderarmen verticaal.
  5. Plaats het hoofd (kruin) op de vloer, tussen de handen. Zorg ervoor dat de bovenarmen horizontaal blijven, dat gaat vanzelf als u de onderarmen verticaal houdt.
  6. Zorg ervoor dat u de handpalmen stevig op de vloer hebt geplaatst. De handen en kruin vormen nu een brede driehoek. 
  7. Zet u af met de benen en vind uw evenwicht. U bent nu in salamba sirsasana II.
  8. Wen even aan de handplaatsing in salamba sirsasana II. Adem rustig door. Zorg voor een goede balans.
  9. Bij voldoende zelfvertrouwen schuift of plaatst u de handen een voor een naar elkaar toe. Houd de vingers gespreid of bij elkaar, maar nu naar voren wijzend. De duimen raken elkaar. Voer deze nieuwe handplaatsing voorzichtig uit om onbalans te voorkomen. De onder- en bovenarmen vormen een rechte hoek ten opzichte van elkaar. Hervind steeds uw evenwicht. Na toegewijd oefenen, kunt ook u salamba sirsasana III probleemloos uitvoeren. Adem rustig door in de volledige yoga-ademhaling.
  10. Blijf naargelang uw capaciteiten in salamba sirsasana III, eventueel tot 10 minuten bij voldoende ervaring.
  11. Kom terug in de knielende houding en vervolgens in tadasana (berghouding).
  12. Ontspan eventueel in savasana (lijkhouding).

Let op het volgende

Het vinden van de juiste balans is een uitdaging die voortdurend terugkomt. Dat geldt zeker voor salamba sirsasana III, waarbij het fundament (handen en hoofd) zeer klein is. Oefen in het begin bij een muur. U voorkomt hiermee dat u achterover valt. Laat u eventueel sturen door uw partner. Later hebt u die hulp niet meer nodig. Al doende bouwt u ervaring op en kunt u uw evenwicht corrigeren met behulp van uw benen.

Hoofd

Denk eraan om het lichaamsgewicht op het midden van het hoofd te laten rusten, dus niet op het voorhoofd of achterhoofd. Daarmee voorkomt u bloedstuwing, hoofdpijn en mogelijk ook rugpijn. Houd terwijl u in de hoofdstand bent uw benen recht. Beweeg ze alleen om de balans te hervinden. Span de bilspieren aan. Let steeds op dat u uw hoofd recht houdt. Bij de juiste uitvoering voelt de hoofdstand juist heel prettig aan. Salamba sarvangasana I (kaarshouding of schouderstand) is een uitstekende voorbereiding. Mijd deze yogaoefening en alle andere hoofdstandvarianten bij oorpijn, verkoudheid, lage bloeddruk maar ook hoge bloeddruk, hartaandoeningen, rug- en nekproblemen en tijdens de zwangerschap.

Voordelen van salamba sirsasana III (hoofdstand)

In de  'koning van de yogahoudingen' vindt de zwaartekracht in omgekeerde richting plaats. Mensen met spataderen kunnen daar veel baat bij hebben, ook ter preventie ervan. Verder verbetert in salamba sirsasana III de bloedcirculatie in het hoofd. Vermoeidheid zal plaatsmaken voor een beter concentratievermogen en helder, scherp kunnen denken. Ook het hart wordt ontlast. De doorbloeding van de schildklier, hypofyse en pijnappelklier (epifyse) zal optimaal zijn. Mensen die lijden aan slapeloosheid, beginnend geheugenverlies en gebrek aan vitaliteit kunnen de sirsasana-cyclus eventueel opnemen in het dagelijks oefenschema.

Therapeutische toepassingen

De gezondheidsvoordelen van deze variant zijn vergelijkbaar met de voordelen van de hele sirsasana-cyclus. Zorg wel voor een correcte uitvoering, zoals de plaatsing van het hoofd. Anders kunnen er juist klachten ontstaan. Salamba sirsasana III (hoofdstand) wordt als ondersteunende therapie gebruikt bij onder andere de volgende aandoeningen: 

  • stress;
  • onrustig gevoel;
  • obstipatie (trage spijsvertering);
  • vermoeidheid;
  • gebrek aan vitaliteit;
  • stofwisselingsstoornissen door onder andere de schildklier en de hypofyse;
  • neurasthenische klachten;
  • geheugenverlies;
  • fysieke onbalans, ook mentaal;
  • spataderen;
  • slapeloosheid;
  • menopauzale klachten, zoals opvliegers;
  • gebrekkig concentratievermogen;
  • astma.

Lees verder
Vrksasana (boomhouding)
Staande yogahoudingen voor een goede conditie
Mukta hasta sirsasana (bevrijdende hoofdstand)
Hatha-yoga - een korte uitleg
Staande yogahoudingen voor een goede conditie


Bronvermelding
'Sport und Yoga', Selvaraja Yesudian, Verlag Eduard Fankhauser Thielle
'Light on Yoga', B.K.S. Iyengar, George Allen & Unwin, London
'Yoga', Sophy Hoare, Macdonald Educational Ltd.
'Gheranda Samhita', Srisa Chandra Vasu, Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer

Fotoverantwoording:
. Inleidingsfoto: Salamba sirsasana III (hoofdstand); Mohan Yoga India, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons

17 augustus 2022

Eerste bezoek aan de huisarts - anamnese en onderzoek

Uw eerste bezoek aan de huisarts bij gezondheidsklachten staat doorgaans in het teken van de anamnese en een algemeen of gericht onderzoek. In de meeste gevallen is dat voldoende om een diagnose te stellen. Dat betekent dat er aan een aantal voorwaarden is voldaan bij het onderkennen van een ziekte of klachtenpatroon. Bij binnenkomst krijgt de arts al een indruk van u. Daarna volgen vragen en aanwijzingen omtrent uw gezondheid, zowel fysiek als mentaal. Dit gesprek noemt men de anamnese, waarbij u de voorgeschiedenis, klachten en omstandigheden van uw 
ziekte of aandoening vertelt, onder andere dankzij gerichte vragen van de arts over deze klachten. Het daaropvolgende onderzoek door de huisarts leidt meestal tot een diagnose en een behandeling of doorverwijzing.

Inhoud

* De anamnese - hoe gaat dat in zijn werk?
* Medische geschiedenis en medicijnen
    * Leefwijze
    * Familiegeschiedenis
    * Voeding, roken en drinken
    * Werk, relatie, reizen
* Lichamelijk onderzoek
    * Ogen, huid, haar, nagels
    * Lippen, mond, tandvlees
    * Hart en bloedsomloop
    * Longen
    * Buik
    * Botten, gewrichten, spieren
    * Zenuwstelsel
    * Rectum en voortplantingsorganen

De anamnese - hoe gaat dat in zijn werk?

De huisarts wil een diagnose stellen als u met klachten op het spreekuur komt. Hij of zij doet dat mede aan de hand van wat u kunt vertellen over uw klachtenpatroon en door gerichte vragen daaromtrent. Vragen die in de verlengde daarvan ook betrekking hebben op eerdere aandoeningen. Ook komt het medicijngebruik ter sprake. En of u al voor een ziekte in behandeling bent. Ook de medische familiegeschiedenis en uw levenswijze, zoals roken, drinken en voeding, zijn belangrijk. De anamnese, het bestaande medisch dossier, de symptomen en klachten zijn dikwijls voldoende om een gericht of algemeen onderzoek te doen, waarna de diagnose in veel gevallen kan worden gesteld of bevestigd. Veel aspecten zijn voor de arts belangrijk om te weten bij het stellen van de diagnose.

Medische geschiedenis en medicijnen

Het is belangrijk dat de huisarts op de hoogte is van eerdere ziekten, operaties en behandelingen. Sommige kwalen kunnen immers terugkomen of van invloed zijn op verschillende organen of lichaamsdelen. Vroegere aandoeningen kunnen in relatie staan tot het huidige klachtenpatroon. Ook het medicijngebruik kan mede de oorzaak zijn van de klachten. Bepaalde symptomen zijn namelijk te wijten aan bijwerkingen van medicijnen. Er kan sprake zijn van een allergische reactie op geneesmiddelen. In dat opzicht is het belangrijk dat de huisarts ook weet heeft van de zelfzorgmedicijnen die u slikt, zoals pijnstillers en voedingssupplementen. Mogelijk gebruikt u medicijnen die in combinatie gecontra-indiceerd zijn.

Leefwijze

Uw dagelijks leven heeft sowieso invloed op uw gezondheid. Denk daarbij aan het beroep dat u uitoefent, uw eetpatroon en de woonsituatie.

Familiegeschiedenis

De huisarts zal altijd vragen naar ziekten in de familie, doorgaans de naaste familie. Zoals  suikerziekte, hoge bloeddruk en hart- en vaataandoeningen. Ze komen in bepaalde families immers vaker voor. Als er familiair hart- en vaatziekten voorkomen wordt het nog belangrijker om minder vet te eten en een hoog cholesterolgehalte onder controle te houden.

Voeding, roken en drinken

De arts zal vragen naar uw voedingspatroon. Of u rookt, drinkt en of u genoeg beweging krijgt, ook in relatie tot uw werk, zoals bij een zittend beroep.

Werk, relatie, reizen

Wie een fysiek zwaar beroep heeft, krijgt mogelijk eerder last van de rug en andere delen van het bewegingsapparaat. Wie met asbest heeft gewerkt, kan bepaalde longziekten oplopen. Vragen over uw beroep, vroeger en nu, zijn dus van belang. Vindt u uw werk prettig of gaat u elke dag met tegenzin de deur uit? Ook dat heeft invloed op de gezondheid. Verder is de relatie belangrijk, en andere persoonlijke levensomstandigheden, zoals geldzorgen. Verre reizen hebben soms tropische infectieziekten in hun kielzog, waaronder malaria en filariasis. 

Lichamelijk onderzoek

Na de anamnese volgt een bevestigend algemeen of gericht lichamelijk onderzoek, dat doorgaans van wezenlijk belang is om de diagnose te kunnen stellen. Vaak zijn de klachten gerelateerd aan bepaalde lichaamsdelen. De huisarts zal er dan ook onderzoek naar doen, zoals oedeem in de enkels bij hartklachten. En de ogen en huid bij leverklachten, zoals geelzucht. Afhankelijk van de anamnese en het klachtenpatroon doet de huisarts de volgende algemene onderzoeken:

Ogen, huid, haar, nagels

Huidaandoeningen uiten zich dikwijls als huiduitslag, verkleuringen of een ruwe of droge huid. Ze kunnen ook wijzen op een interne ziekte. Ook de algemene conditie van de huid is in dat opzicht van belang. Nagels zien er bij iedereen anders uit. De vorm en kleur kunnen de huisarts op het spoor zetten van een onderliggende ziekte, zoals bloedarmoede. Haaruitval kan het gevolg zijn van hormonale stoornissen. Droog en stug haar kan een achterliggend schildklierprobleem hebben. Geel oogwit duidt op geelzucht, ofwel mogelijk een leverprobleem, zoals hepatitis, leververvetting en levercirrose.

Lippen, mond, tandvlees

De kleur van de lippen kan duiden op bloedarmoede, en kloofjes in de mondhoeken op ijzergebrek. Ook krijgt de huisarts een indruk van de staat van het gebit, zoals terugtrekkend tandvlees. Daarnaast volgt een inspectie van het mondslijmvlies, de keelholte en amandelen.

Hart en bloedsomloop

Bij het algemeen onderzoek hoort ook onderzoek van het hart. In eerste instantie zal de bloeddruk worden gemeten. Hoge bloeddruk vergroot het risico op een hartinfarct of een beroerte. De hartpulsaties kan de arts ook voelen in de lies en aldus controleren of beide benen goed van bloed worden voorzien. Lage bloeddruk kan de oorzaak zijn van duizelingen. Met een stethoscoop luistert de huisarts naar het hart. Bij een ongewone ruis tijdens het openen en sluiten van de hartkleppen komt hij mogelijk een hartklepgebrek op het spoor.

Longen

Kortademigheid valt meteen op. Met diep in- en uitademen zal de arts met een stethoscoop op de borst en rug naar de longen luisteren, en bij vernauwde luchtwegen mogelijk piepende geluiden horen. Ook kloppen op de rug en borst is een methode om erachter te komen of er bijvoorbeeld vocht in de longen zit.

Buik

Met behulp van palpatie zal de huisarts uw buik voelen, die organen bevat zoals de lever, alvleesklier, maag en nieren. Al doende voelt de arts of die organen vergroot zijn, gevoelig of dat er sprake is van gezwelvorming. Ook luistert hij met de stethoscoop naar de peristaltiek van de darmen.

Botten, gewrichten, spieren

Doorgaans zal de arts enkele gewrichten onderzoeken op zwellingen of gevoeligheid. Een rood, gezwollen of ontstoken gewricht kan duiden op artritis of een mogelijke blessure. Ook de bewegingsmogelijkheden van gewricht(en) zullen worden onderzocht, naast het omliggende weefsel (spieren en pezen).

Zenuwstelsel

De functieonderzoeken van het zenuwstelsel zijn talrijk. De huisarts zal eventueel een algemeen onderzoek doen naar de kracht, coördinatie en evenwichtsfuncties. Misschien wordt u gevraagd om met uw wijsvinger en met de ogen dicht het puntje van uw neus aan te raken. Ook het gezichts- en reukvermogen worden getest, net als de tastzin. Afhankelijk van de klachten kan de huisarts besluiten tot een algemene geheugentest. Ook de reflexen komen misschien aan bod, zoals de kniepeesreflex. Verder kunnen tekenen van depressie worden opgespoord door bijvoorbeeld te vragen naar de vitaliteit en het slaappatroon.

Rectum en voortplantingsorganen

Als daar aanleiding toe is, zal de huisarts mogelijk onderzoek doen naar het rectum en de voortplantingsorganen.

Lees verder
Röntgencontrastfoto - werking, toepassingen, risico's en werkwijze
Afspraak voor röntgenonderzoek - patiëntenwijzer
CT-scan - werking, toepassing, risico's en werkwijze
Echografie - werking, toepassingen en werkwijze
Röntgenfoto - werking, toepassing, risico's en werkwijze


Bronvermelding
. https://www.henw.org/artikelen/de-waarde-van-de-anamnese
. https://www.ziekenhuis.nl/onderzoek-diagnose/a/anamnese/welke-vragen-kan-een-arts-stellen-tijdens-anamnese/item27148
. https://www.decoassistent.nl/anamnese

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Oscar Salem, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Identify the image source as Atlantic Training and link that text to http://www.atlantictraining.com/shop/c-drugs-and-alcohol-99-1.html on the same page that uses this image., CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
. Josie Kemp, U.S. Air Force, Public domain, via Wikimedia Commons
. Feen, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons

07 augustus 2022

De grote spoorspin (Cheiracanthium punctorium) is een agressieve renspin

De grote spoorspin (Cheiracanthium punctorium) is zeer alert en agressief. Deze renspin zoekt in alle hoeken en gaten naar prooi en maakt geen vangweb. Met name in de avond duikt hij soms ook in huis op. Overdag kan hij zich overal schuilhouden, zelfs in een schoen of tussen het beddengoed. Deze spin bijt letterlijk flink van zich af. Menigeen die niet bang is voor spinnen zal de grote spoorspin met een hand een zetje naar de buitendeur willen geven, maar moet dat met een beet bekopen. De spin kent wat dat betreft geen aarzeling. De beet voelt als een wespensteek. Door de klimaatverandering rukt de grote spoorspin, ook wel grote bermzakspin genoemd, steeds noordelijker op en is inmiddels ook vaak in Nederland gespot en bijna inheems te noemen.

Inhoud

* De grote spoorspin (doodsspin) komt ook in Nederland voor
    * Klimaatverandering
Cheiracanthium punctorium - een spin met acht ogen
    * Stevige kaken
* Snelle renspin
    * Vrije natuur
    * In de woning
* Voortplanting
    * Nestweb
* Beet van de grote spoorspin (Cheiracanthium punctorium
    * Pijnlijk
    * Symptomen
* Klimaatverandering

De grote spoorspin (doodsspin) komt ook in Nederland voor

De grote spoorspin (Cheiracanthium punctorium) wordt in Duitsland ‘doodsspin’ genoemd. Wellicht een overdreven betiteling, hoewel de achtpoot flink kan bijten. Deze oorspronkelijk uit de mediterrane, subtropische streken afkomstige spinnen komen ook voor in Oost-Centraal Europa en Centraal-Azië, waar de spin het talrijkst is. Inmiddels is de grote spoorspin ook in Nederland vaak te spotten en bijna inheems te noemen.

Klimaatverandering

Grote spoorspin
(Cheiracanthium punctorium)
De grote spoorspin kan in huis ineens opduiken, uit het niets, vergelijkbaar met de huisspin. Deze mediterrane spin is in Nederland geen zeldzaamheid meer. Volgens de biologen is de opwarming van de aarde daar debet aan. Door de hoge temperatuurgemiddelden en de verandering van het landschap neigt de grote spoorspin ertoe om steeds verder noordelijker op jacht te gaan.

Cheiracanthium punctorium - een spin met acht ogen

De grote spoorspin maakt deel uit van de familie van de Miturgidae (spoorspinnen) en behoort tot het geslacht Cheiracanthium. Er bestaan ongeveer 200 soorten. Vijfentwintig soorten leven ook in Europa. Van die groep is de grote spoorspin (1,5 cm, zonder de poten) het meest uit de kluiten gewassen. Het mannetje is iets kleiner dan het vrouwtje. De lichtbruine tot gelige poten zijn relatief lang. Het kopborststuk (cephalothorax) is oranje en het achterlijf (opisthosoma) olijfgroen. Het mannetje onderscheidt zich mede door een groengrijze tot bruine middenstreep op het achterlijf.


Stevige kaken

De kaken (cheliceren) van de grote spoorspin zijn relatief groot, vooral die van het mannetje. Ook goed te zien zijn de giftanden en gifklieren. Deze achtogige spin is zeer bijziend. Hij kan zijn prooi dus alleen van dichtbij ontwaren.

Snelle renspin

De grote spoorspin, ofwel grote bermzakspin (Cheiracanthium punctorium), is een actieve jager die zoals alle spinnen uit het geslacht Cheiracanthium geen vangweb maakt. Het dolende gedrag is vergelijkbaar met de Braziliaanse zwerfspin. Deze oorspronkelijk in de mediterrane contreien en op de Centraal-Aziatische steppen inheemse spin is vaak te zien in bijvoorbeeld wijngaarden, bermen met hoog gras, langs spoorrails en op open plekken in het bos. De spin houdt van een relatief droog klimaat, hoewel hij soms ook in vochtige gebieden vertoeft.

Vrije natuur

Grote spoorspin
(Cheiracanthium punctorium)
De benaming 'renspin' heeft te maken met het feit dat de spin de prooi achterna rent. Kampeerders in tentjes zullen in de zomer beducht moeten zijn voor de grote spoorspin, die zich in de vrije natuur graag verstopt onder stenen, bladeren en tussen het hoge gras, eigenlijk overal waar schaduw is.

In de woning

Wie deze spin ooit in huis tegenkomt, dient te weten dat de grote bermzakspin zich overdag overal kan verstoppen, zoals in schoenen, tussen kleren die over een stoel hangen en achter het wasgoed in de kast. Het is een agressieve spin die ’s nachts achter alles aanrent wat hij als prooi beschouwt.

Voortplanting

De Cheiracanthium punctorium spint in het voorjaar een nestweb. Het mannetje maakt er een naast die van het vrouwtje. In de aangrenzende zijwanden van de twee webben knippen ze vervolgens een gat, waardoor er een groot nestweb ontstaat waar de spinnen paren en de eitjes worden gelegd.

Nestweb

Het zakvormige nestweb is 5 tot 7 centimeter groot met aan de onderkant een opening, waar het nest agressief verdedigd wordt. Wie de proef op de som wil nemen en er een vinger bij houdt, of er tijdens een wandeling nietsvermoedend met een hand overheen strijkt, zal vrijwel zeker gebeten worden.

Beet van de grote spoorspin (Cheiracanthium punctorium)

De kaken van de Cheiranthium punctorium kunnen door de huid heen dringen, waarna het gif het centraal zenuwstelsel aantast. Dat geldt overigens ook voor huisspinnen (Tegenaria domestica en gigantae), en natuurlijk voor de uitheemse zwarte weduwe (Latrodectus mactans) die eveneens steeds vaker in Nederland en België voorkomt.

Pijnlijk

Grote spoorspin
(Cheiracanthium punctorium)
De beet van de grote spoorspin is pijnlijk, maar niet dodelijk. De pijnervaring is uiteraard individueel verschillend. Een anafylactische shock is mogelijk, afhankelijk of men allergisch is voor bepaalde stoffen in het gif.

Symptomen

De verschijnselen na de beet variëren. De pijn doet denken aan een wespensteek of de beet van een daas. Weer anderen ervaren de stekende pijn als van een brandnetel. Soms treedt necrose (weefselversterf) op. Meestal verdwijnen de symptomen na enkele dagen. De algemene verschijnselen van de beet van de grote spoorspin zijn:
  • pijn of branderig gevoel rond de plaats van de beet;
  • geelachtige zwelling;
  • duizeligheid, misselijkheid en hoofdpijn;
  • anafylactische shock;
  • necrotische zweer, wat zelden voorkomt.

Klimaatverandering

Door het veranderende klimaat worden vochtige gebieden in Europa steeds droger. Het is een habitat waar de grote spoorspin zich uitstekend thuisvoelt. Dat is ook de reden waarom de Cheiracanthium punctorium steeds verder noordwaarts oprukt.

Lees verder
De dodelijke Australische tunnelwebspin (Atrax robustus)
De gewone mijnspin (Atypus affinis) lijkt op een vogelspin
Het ingenieuze web van de spin
Spinnen - de wolven van de insectenwereld
Bang voor spinnen?


Bronvermelding
. http://www.ajtmh.org/content/74/6/1043.full
. http://memim.com/cheiracanthium-punctorium.html
. http://www.toxcenter.org/artikel/Giftspinne-Cheiracanthium-punctorium-wie-Bienenstich.php
. https://en.wikipedia.org/wiki/Cheiracanthium_punctorium

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Grote spoorspin (Cheiracanthium punctorium); By Patrice78500 - Own work, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=7679677
. Rainer Altenkamp, Berlin - Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=2770927
. Fritz Geller-Grimm, CC BY-SA 2.5 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.5>, via Wikimedia Commons
. Cheiracanthium punctorium (mannetje) Patrice78500 - Own work, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=7679770