A5A0C56B5243F86D4E229DD720350EA2 9ad20deef62a4765b51ec572bdd5abdd

25 maart 2023

Karakteristieke kenmerken van vogels

Vogels (Aves) hebben met zoogdieren gemeen dat het warmbloedige en gewervelde dieren zijn met longen en een hart, dat net als bij de mens uit twee boezems (atria) en twee hartkamers (ventrikels) is opgebouwd. In tegenstelling tot de zoogdieren hebben vogels geen beharing, maar een verenkleed. Daarnaast kunnen vogels vliegen en leggen ze eieren, eveneens uniek in de dierenwereld, uitgezonderd het eierleggende vogelbekdier en de mierenegel, beide zoogdieren. Maar er zijn meer karakteristieke kenmerken. Bijvoorbeeld dat vogels verre afstammelingen zijn van de dinosaurussen.

Inhoud

* Taxonomie van vogels
* Kenmerken van vogels
    * Vleugels en veren
    * Snavel
    * Vliegspieren
* Verre afstammelingen dinosaurussen

Taxonomie van vogels (Aves)

Boerenzwaluw
(Hirundo rustica)
Vogels (Aves) behoren tot het rijk van de Animalia (dieren), de stam van de Chordata (chordadieren) en de klasse van de Aves (vogels). Er zijn talrijke ordes, families, geslachten en soorten. Van de vogelsoorten zijn er ruim tienduizend bekend en beschreven. Ruim de helft ervan bestaat uit zangvogels.

Kenmerken van vogels

Op een kleine groep na - waaronder kippen en struisvogels, ofwel de loopvogels - zijn vogels aangepast aan een leven waarin vliegen van cruciaal belang is. Het lichaam is daar in alle opzichten op aangepast. Zo hebben vogels in verhouding tot hun omvang een gering lichaamsgewicht. Daarnaast zijn de botten dunwandig en voor een groot deel voorzien van luchtholtes. Vliegen is trouwens niet uniek voor vogels. Sommige zoogdieren kunnen dat eveneens, denk aan de vleermuis.

Vleugels en veren

Havik (Accipiter gentiles)
De voorste ledematen, ofwel de voorpoten bij zoogdieren, zijn bij vogels langer en evolutionair tot vleugels omgevormd, waarbij het verenkleed waterafstotend is. Er zijn twee soorten veren: donsveren (onderkleed) en dekveren, ook wel pennen genoemd. Jongen die uit het ei komen hebben al een donskleed. Het verenkleed beschermt de vogel onder andere tegen een te grote afkoeling (isolatie). In de jaarlijkse ruiperiode krijgen vogels een nieuw verenkleed.

Snavel

Vogels hebben geen tanden en kiezen, maar een lichte hoornsnavel. De vorm van de snavel verraadt hun levenswijze en wat voor voedsel ze zoeken. Voorbeelden daarvan zijn de haaksnavel van de vleesetende roofvogels en de korte, spitse snavel van insecteneters. Hun spijsverteringsstelsel is zodanig dat het voedsel nooit lang in hun lichaam blijft. De gespierde maag is als het ware hun kauworgaan. Met behulp van de voor vogels unieke syrinx, het vocale orgaan, communiceren ze met elkaar door middel van zang en roep.
 

Vliegspieren

Kauw (Corvus monedula)
De vleugels zijn aan het verlengde borstbeen gehecht. De grote en kleine borstspier geven vogels de kracht om met relatief weinig energie te kunnen vliegen. Deze grote, sterke en goed ontwikkelde spieren omvatten bij de meeste soorten immers meer dan vijftien procent van hun lichaamsgewicht. Kenmerkend aan vogels is daarnaast dat ze lopen op hun twee ‘achterpoten’.

Verre afstammelingen van dinosaurussen

Vogels stammen af van de reptielen en in het verlengde daarvan de dinosaurussen. Het verenkleed heeft zich ontwikkeld uit de schubben. Rond 150 miljoen jaar geleden kozen de eerste vogels het luchtruim. De oudste fossiele oervogel uit die periode is van de Archaeopterix. De eerste vogels, zoals wij die kennen, ontwikkelden zich ongeveer 70 miljoen jaar geleden, waarna er een enorme diversiteit ontstond. Volgens de huidige inzichten behoren de vogels tot de enige nog levende exponenten van de theropode (tweevoetige) dinosaurussen.

Lees verder
De kauw (Corvus monedula) - een luidruchtige verzamelaar
Waarom zingen vogels zo verschillend
Grote renkoekoek - de guitige 'roadrunner'
Zo ontstaat een vogelei
Alpenkraai - leefwijze, voortplanting en verspreiding


Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Huismus (vrouwtje); Deepak Sundar, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. I, Malene, CC BY-SA 3.0 <http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/>, via Wikimedia Commons
. CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Tim Strater from Rotterdam, Nederland, CC BY-SA 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.0>, via Wikimedia Commons

15 maart 2023

Durvasana

Durvasana is een yogahouding voor gevorderde studenten in hatha-yoga. Zonder voldoende zelfvertrouwen, soepele heupen en een uitstekend gevoel voor balans is deze oefening gevaarlijk voor beginnende yogi’s. In durvasana staat u immers op een been, terwijl u het andere been gestrekt in de nek hebt gelegd. Een val in deze houding veroorzaakt bijna per definitie een blessure. Vind in het begin dus steun bij hoekmuren. Of laat een yogaleraar of uw partner de bewegingen sturen. Hoe meer u oefent, hoe meer uw zelfvertrouwen groeit. Vergeet niet dat u eerst de basishoudingen dient te beheersen.

Inhoud

* Achtergrond van durvasana
* Technische aspecten
* Let op het volgende
    * Perfect evenwicht
* Voordelen van durvasana
    * Therapeutische toepassingen

Achtergrond van durvasana

Asana betekent ‘(zit)houding’. Het woord durva is afgeleid van de mythologische filosoof Durvasa, een incarnatie van de hindoegod Shiva. Durvasa was de zoon van Atri - een van de zeven belangrijkste vedische wijzen - en diens echtgenote Anasuya, wat ‘zonder jaloezie’ betekent. Ondanks dat men anders zou vermoeden, was Durvasa zeer opvliegend en humeurig tegen mensen die een gebrek aan gastvrijheid vertoonden, ook naar hem toe. Gastvrijheid beschouwde hij als een plicht van elke hindoe. Menigeen werd vervloekt en bleef met een geruïneerd leven achter als hij zich de toorn van Durvasa op de hals had gehaald. In zijn tijd werd hij dan ook door iedereen zeer nederig ontvangen, wat enigszins terug te zien is in de yogahouding die naar hem werd vernoemd. Zijn slechte humeur was spreekwoordelijk. Met tal van Indiase gezegden en spreekwoorden is de onhebbelijkheid van Durvasa vereeuwigd.

Technische aspecten

Durvasana
Durvasana is voorbehouden aan gevorderde yogi’s en vormt fysiek, maar zeker ook mentaal een enorme uitdaging. Oefen liefst onder begeleiding van een yogaleraar en zorg voor een uitmuntend gevoel voor balans. Verder is het belangrijk dat u eerst in staat moet zijn om zittend beide benen een voor een in de nek te leggen.
  1. Ga eerst in tadasana (berghouding), de gemakkelijkste houding uit hatha-yoga. Houd de handen aan weerszijden van het lichaam, of eventueel in namasté.
  2. Buig nu met gestrekte rug naar voren. Blijf in deze houding tot in stap 4.
  3. Leg in deze voorovergebogen houding uw linkerhand op de kuit van het linkerbeen. De elleboog van de linkerarm bevindt zich voorlangs onder de knie van het linkerbeen. Pak vervolgens met uw rechterhand de hiel van het linkerbeen vast.
  4. Nu begint een moeilijke fase, waarbij u het gebogen linkerbeen over het hoofd legt, voet in de nek. Let op uw evenwicht, want u staat nu alleen op uw rechterbeen. De voet van het linkerbeen hoort halverwege de rechterschouder te komen, het hoofd tussen de hiel en de kuit (achillespees).
  5. Recht nu langzaam de rug, zo ver als u kunt. Het zoeken naar de juiste balans zal een grote uitdaging zijn. Uiteindelijk hoort u kaarsrecht te staan, de handen in namasté voor de borst.
  6. Kom terug in tadasana (berghouding).
  7. Doe durvasana nu rechts.
  8. Ontspan in savasana (lijkhouding).

Let op het volgende

Variant van
durvasana
In de voltooide durvasana bevindt de achillespees zich in de nek, dus niet de hiel. Oefen in de beginfase liefst onder leiding van een yogaleraar. Of oefen in de hoek van een kamer, waarbij u steun hebt aan twee muren. Laat uw partner voor u staan om een eventuele val op te vangen. Sommige ervaren yogi’s kunnen durvasana zelfs op de evenwichtsbalk doen... oefening baart kunst.

Perfect evenwicht

Voordat u zich aan durvasana waagt, is het belangrijk dat u alle basishoudingen beheerst en u zittend beide benen een voor een in de nek kunt leggen. Durvasana is echt een yogaoefening voor evenwichtskunstenaars die een perfect fysiek en mentaal evenwicht hebben bereikt.

Voordelen van durvasana

Durvasana heeft een positieve invloed op hart en bloedvaten, naast een verbeterde longfunctie. Ook spijsverteringsproblemen zullen verdwijnen, zoals obstipatie. Daarnaast waarborgt durvasana een fenomenaal fysiek gevoel voor balans, wat een zeer positieve weerslag heeft op het mentale vlak.

Therapeutische toepassingen

Durvasana wordt als ondersteunende therapie gebruikt bij onder andere de volgende aandoeningen en kwalen:
  • stijve heupen;
  • gebrek aan energie;
  • fysieke en mentale onbalans;
  • obstipatie en andere spijsverteringsproblemen;
  • problemen met hart, bloedvaten en longfunctie;
  • gebrek aan zelfvertrouwen.

Lees verder
Tadasana (berghouding) - drie varianten
Staande yogahoudingen voor een goede conditie
Dwi pada koundinyasana (albatroshouding III)
Eka pada viparita dandasana II
Stoeloefening


Bronvermelding
. 'Textbook of Yoga', George Feuerstein, Hutchinson (London)
. 'Genezen door yoga', Henk Schuthof, La Riviere & Voorhoeve, Zwolle
. 'Light on Yoga', B.K.S. Iyengar, George Allen & Unwin Ltd. London

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Durvasana; Mohan Yoga India, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Mohan Yoga India, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. (1843–1911), Public domain, via Wikimedia Commons

09 maart 2023

Het ingenieuze web van de spin

Spinnen zijn rovers, genadeloze predators. De angst voor spinnen heeft wellicht ook te maken met het feit dat men dat instinctief aanvoelt. Spinnen zijn taxonomisch gezien geen insecten. Verder hebben veel spinnensoorten een web nodig om prooi te vangen. In dat web zijn ze heer en meester en van nature zeer ‘asociaal’. Maar uitzonderingen bevestigen zoals altijd de regel. Er zijn immers soorten die een web delen en daar samen hun kroost grootbrengen, als een soort spinnencommune. Enkele belangrijke soorten webben zijn de trechterwebben en wielwebben.

Inhoud

* Spinzijde - het basismateriaal van het spinnenweb
    * Soorten webben
* Het verraderlijke trechterweb van de huisspin
* Het ingenieuze web van de zwarte weduwe (Latrodectus mactans)
    * Vangdraden
    * Industrie
* Het opmerkelijk sociale web van de Metepeira spinipes
    * Jacht en prooi
    * De 'huiskamer' van de Metepeira spinipes

Spinzijde - het basismateriaal van het spinnenweb

Wielwebspinnen (Araneidae) zijn afhankelijk van hun web, anders zullen ze verhongeren. Hun gedrag is er op toegespitst. Spinzijde is zeer sterk, kleverig, elastisch en licht. Elk insect komt erin vast te zitten. Het feit dat de spin daar zelf geen last van heeft, komt doordat de haren en huid van een spin antikleefstoffen bevat. Het web van de kruisspin weegt nog geen 0,5 mg. Spinzijde is vloeibaar eiwit en verschijnt dan ook als vloeistof uit het lichaam (spintepels) van de spin. Dikke spindraden zijn ongeveer 0,01 mm dik. De meeste zijn honderden keren dunner. Van sommige spinnensoorten is het spinsel uitzonderlijk sterk, zoals de spindraden van de zwarte weduwe (Latrodectus mactans). De synthetische variant ervan krijgt mogelijk zelfs industriële toepassingen.

Soorten webben

Spinnenweb

Elke spin maakt spinsel en heeft aan haar achterlijf drie paar spinklieren met elk een aparte uitgang. Door ze bij elkaar te houden, wordt een dikke draad gemaakt. Wanneer ze de buisjes gespreid houdt, ontstaat een band van dunne spindraden. Het (basis)materiaal hardt meteen uit zodra het in aanraking komt met lucht. Met de achterpoten trekt de spin de spinzijde uit het lichaam tot elastische draden. Webben worden op verschillende manieren gebruikt. De kruisspin wacht geduldig tot er een insect in haar wielweb vliegt en zich erin verstrikt. Het is de meest bekende jachtmethode van de spin. Er is echter een soort die het web als een vangnet gebruikt, zoals een spin uit het geslacht Deinopsis, die het relatief kleine web op kunstige wijze over vliegende insecten werpt.

Het verraderlijke trechterweb van de huisspin

Sommige spinnensoorten bekleden hun hol aan de binnenzijde met spinsel. De trechterspin maakt een trechtervormig web. Aan het uiteinde ervan bevindt zich een horizontaal web. Aan deze webconstructie is bijvoorbeeld de huisspin makkelijk te herkennen. Deze spin verschuilt zich in het trechtervormige gedeelte en wacht daar tot een insect zich in het verraderlijke horizontale web verstrikt. In veel gevallen is dat web over de grond of vloer gespannen, vaak ook aan de onderzijde van plantenstengels.

Het ingenieuze web van de zwarte weduwe (Latrodectus mactans)

Het web van de zwarte weduwe (Latrodectus mactans) bestaat uit drie lagen. Steundraden vormen de bovenste laag. De spin heeft ze vastgehecht aan een plafond, een balk, een kei, een plant of bijvoorbeeld de binnenkant van een oude autoband. De middelste laag is een wirwar van spinseldraden, driedimensionaal van vorm. Zeer elastische en schuin naar grond toelopende draden vormen de onderste laag. Het warrige web bevat een gat in het midden, waarin de zwarte weduwe wacht op prooi.

Vangdraden

Zwarte weduwe
(Latrodectus mactans)

Zodra een nietsvermoedend insect de vangdraad van het web van de zwarte weduwe raakt, komt de spindraad los van de bodem. Lijdzaam moet het insect toezien hoe het omwikkeld wordt door de vangdraad, waarmee zijn lot bezegeld is. De vangdraden zijn zo elastisch dat het insect als aan een katrol naar het warrige middengedeelte van het web wordt gehesen. De zwarte weduwe is dan inmiddels toegesneld om haar gif in de prooi te spuiten.

Industrie

Onderzoek heeft uitgewezen dat het spinsel van de zwarte weduwe van een opmerkelijke biologische kwaliteit is. Het is zeer taai maar tevens zeer elastisch materiaal en naar verhouding vijf keer sterker dan staal. In laboratoria probeert men dit weefsel op synthetische wijze na te bootsen, waarbij men erachter probeert te komen hoe de moleculaire eiwitten van de spindraden precies zijn opgebouwd. Wanneer het onderzoek verloopt zoals verwacht, zullen de toepassingen ongekend zijn en kan men er naar verluidt naast werkschoenen en kogelvrije vesten zelfs hangbrugkabels van maken.

Het opmerkelijk sociale web van de Metepeira spinipes

De Metepeira spinipes komt voornamelijk in Noord- en Midden-Amerika voor en is een wielwebspin, zoals de Europese kruisspin die in alle Nederlandse tuinen en vaak bij raamkozijnen te vinden is. Met hulplijnen spint ook de Metepeira spinipes een kleverig en wielvormig web, waarbij de draden bij het middengedeelte zich het dichtst bij elkaar bevinden. De voeldraad loopt rechtstreeks naar het hol van de spin.

Jacht en prooi

Metepeira spinipes

Het vrouwtje van de Metepeira spinipes spint het web en zit doorgaans in het midden ervan te wachten op prooi. Wanneer een insect in het web vliegt, rent de spin ernaartoe en weet ze het insect dankzij de gespartel zeer snel te vinden. In het andere geval moet ze er op de tast heen. De zeer kleine prooien worden meteen kauwend (niet leegzuigend) opgegeten, de grotere insecten spint ze in. Met erg grote prooien weet de Metepeira spinipes geen raad en knipt ze los.

De ‘huiskamer’ van de Metepeira spinipes

De Metepeira spinipes kent een heuse huiskamer. Het is een gemeenschappelijk web waar veel spinnen kunnen en mogen vertoeven, er hun eitjes afzetten en hun ‘kroost’ grootbrengen. Dat is als zodanig opmerkelijk aangezien spinnen van nature beslist geen sociale dieren zijn. De vorm van het ‘huiskamerweb’ bepaalt het gedrag van de spinnen. In het gemeenschappelijke web zijn de spinnen sociaal, in het individuele vangnet (territorium) staan ze elkaar echter naar het leven.

Lees verder
> Spinnen zijn geen insecten
De grote spoorspin (Cheiracanthium punctorium) is een agressieve renspin
> De gewone mijnspin (Atypus affinis) lijkt op een vogelspin
> Spinnen - de wolven van de insectenwereld
De dodelijke Australische tunnelwebspin (Atrax robustus)


Bronvermelding
. https://www.volkskrant.nl/wetenschap/wetenschappers-ontrafelen-het-webgeheim-van-de-zwarte-weduwe~b53a54aa/
. http://www.uc.edu/news/uetz.htm

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: spinnenweb; Manoj K, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
Steve Jurvetson, CC BY 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/2.0>, via Wikimedia Commons
. Richhoyer99, CC BY 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/3.0>, via Wikimedia Commons

04 maart 2023

Hoogteziekte (bergziekte) - oorzaken, symptomen en preventie

Wie graag in de bergen wandelt en grote hoogten niet schuwt, kan vroeg of laat met hoogteziekte (hypobaropathie) te maken krijgen. De klachten en ziekteverschijnselen doen zich voor bij zuurstoftekort in het bloed en in de weefsels, doorgaans als men te snel naar grote hoogten gaat. Ruim een kwart van de wandelaars die zich boven de 2700 meter begeeft, krijgt er last van. Enkele bijkomende factoren versnellen en/of verergeren het proces. De symptomen variëren van duizeligheid tot dubbelzien, misselijkheid en zelfs hallucinaties. Een goede voorbereiding op dat soort (meerdaagse) wandeltochten is dan ook van groot belang.

Inhoud

* Wat is hoogteziekte (hypobaropathie)
    * Ervaren klimmers
* Fysiologische oorzaak van hoogteziekte
    * Hoogte-oedeem
* Symptomen van hoogteziekte
    * Ernstige ziekteverschijnselen
* Wat te doen bij hoogteziekte
    * Behandeling
    * Preventie
    * Meerdaagse wandel- en klimtochten

Wat is hoogteziekte (hypobaropathie)

Wandelen in de bergen
Hoogteziekte
(hypobaropathie) is een ziektebeeld dat zich uit in een reeks karakteristieke en doorgaans bij elkaar horende milde of ernstige klachten (syndroom) die rechtstreeks te wijten zijn aan onder andere het feit dat men zich te snel verplaatst naar grote hoogte. Dat geldt voor wandelaars, maar ook voor degenen die per vliegtuig naar een hooggelegen bestemming reizen.

Ervaren klimmers

Zelfs ervaren klimmers en wandelaars worden er wel eens door overvallen. Boven de 2000 meter bevindt men zich al in de gevarenzone. Bij een hoogte vanaf 2400 krijgt al gauw een kwart van de mensen klachten, bij 3500 meter is dat percentage opgelopen tot de helft. Factoren zoals de snelheid van stijgen en op de juiste manier acclimatiseren zijn van groot belang om hoogteziekte te voorkomen.

Fysiologische oorzaak van hoogteziekte

Gezwollen gezicht bij
hoogteziekte
De oorzaak van hoogteziekte komt er in het kort op neer dat op grote hoogte het zuurstofgehalte in de lucht lager is. Elke 5000 meter daalt de luchtdruk voor de helft. Het ingeademde luchtvolume bevat op die hoogte ongeveer de helft minder zuurstof. Het lichaam reageert eerder op een verandering van het koolzuurgehalte dan op de zuurstofspiegel. De wisselwerking tussen ingeademde zuurstof en uitgeademde kooldioxide (koolzuur) raakt hierdoor verstoord. Het gevolg daarvan is dat het zuurstofniveau (pO2) in het bloed daalt, maar het kooldioxidegehalte (pCO2) gelijk blijft. De fysiologische reactie daarop is dat er meer rode bloedcellen (erytrocyten) worden aangemaakt in het beenmerg voor extra capaciteit om de zuurstof, gekoppeld aan hemoglobine (rode bloedkleurstof), te waarborgen. Maar daar is tijd voor nodig, soms zelfs enkele weken. Op hoogten vanaf 6000 meter gelden weer andere fysiologische regels, maar dat valt buiten het bestek van dit artikel en is vooral van belang voor onder andere de Alpen- en Himalayaklimmers.

Hoogte-oedeem

Door het bovengenoemde proces, het zuurstofgebrek, kan er te veel vocht uit de capillairen (haarvaten) naar de weefsels sijpelen. Dit wordt hoogte-oedeem genoemd, met klachten als vermoeidheid, hoofdpijn en evenwichtsstoornissen. Het typische hoogteziektesyndroom treft vooral de bergbeklimmers. Wandelaars die zich tussen de 2000 en 3000 meter begeven, ervaren mogelijk alleen milde klachten. Ook mensen die per vliegtuig naar een hooggelegen gebied reizen kunnen last krijgen van lichte symptomen. De ernst van hoogteziekte hangt natuurlijk af van de hoogte waarheen men zich verplaatst, maar ook van de snelheid waarmee dat gebeurt. Een goede voorbereiding en preventie voorkomt veel leed.

Symptomen van hoogteziekte

Men kan stellen dat na gemiddeld ongeveer zes uur nadat het hooggelegen gebied bereikt is, de eerste symptomen zich aandienen. Ze verdwijnen meestal na enkele dagen, waaronder:
  • vermoeidheid, lusteloosheid en slapte;
  • hoofdpijn;
  • evenwichtsstoornissen, duizeligheid;
  • misselijkheid;
  • slapeloosheid;
  • verminderde urineproductie;
  • tintelende vingers en tenen;
  • oedeem (vochtophoping) in handen, voeten en gezicht.

Ernstige ziekteverschijnselen

Luchtdruk in verhouding tot
hoogte
De onderstaande ernstige symptomen treden vaak al binnen 36 uur op. De ziekteverschijnselen die hersenoedeem en longoedeem veroorzaken, hebben in veel gevallen een fatale afloop:
  • coördinatieverlies;
  • geheugenverlies;
  • dubbelzien;
  • hallucinaties;
  • braken;
  • apathie;
  • ondraaglijke hoofdpijn;
  • epileptische aanvallen;
  • ophoesten van bloed door longoedeem;
  • kortademigheid;
  • blauwe lippen en blauwe teen- en vingernagels;
  • bewusteloosheid, coma.

Wat te doen bij hoogteziekte?

Bij milde symptomen zijn rust, pijnstillers, veel drinken, lichtverteerbare voeding en een adequate acclimatisering van groot belang. Ga in die periode niet naar nog grotere hoogte. Doe dat pas als de verschijnselen helemaal verdwenen zijn. Indien er ernstigere symptomen optreden, is het zeer belangrijk om snel af te dalen naar lagere gebieden. Soms is 300-400 meter al voldoende om ervoor te zorgen dat men zich een stuk beter voelt. Bij aanhoudende symptomen dient men zich bij een huisartsenpost of ziekenhuis te melden.

Behandeling

In ernstige gevallen van hoogteziekte is het belangrijk dat men zuurstof krijgt toegediend. Vergeet niet dat hersenoedeem, maar ook bij longoedeem, de hersenen blijvend kunnen beschadigen en de afloop soms fataal is. In ernstige gevallen wordt vaak onder andere dexamethason (corticosteroïd) en/of Diamox (acetazolamide) voorgeschreven.

Preventie

Wandelen in de bergen
Zorg voor een goede fysieke voorbereiding als u gaat wandelen in de bergen en op hoogten boven de 2000 meter gaat vertoeven. Een uitstekende conditie is van cruciaal belang. Verplaats u niet te snel naar grotere hoogten, ga in fasen naar boven, rust vaak in een weide of op een bankje. Klim niet te inspannend. Luister naar uw lichaam, forceer uzelf niet. Daal af als u last krijgt van symptomen die wijzen op hoogteziekte.

Meerdaagse wandel- en klimtochten

Bij meerdaagse tochten op hoogten tussen 2400-2700 meter, of nog wat hoger, is het verstandig om tussendoor een dag rust te nemen. Plan dat vooral in. Drink altijd voldoende. Begeeft u zich boven de 3500 meter, neem dan preventief zuurstof mee om een onverhoopte aanval van hoogteziekte te behandelen. Sommige hoogtewandelaars slikken preventief acetazolamide (Diamox). Dit medicament versnelt de acclimatisering en voorkomt ernstige ziekteverschijnselen. Vraag daaromtrent advies aan uw huisarts.

Lees verder

Hoesten - wanneer verwijst de huisarts u door
Angina pectoris vaak voorbode van hartinfarct
Eerste bezoek aan de huisarts - anamnese en onderzoek
Brandend maagzuur (reflux) - oorzaken, symptomen en behandeling
Lage bloeddruk (hypotensie) - niet altijd onschuldig


Bronvermelding

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Trisulistyosaputro, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. © Vyacheslav Argenberg / http://www.vascoplanet.com/, CC BY 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/4.0>, via Wikimedia Commons
. Adarsha005, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Geek.not.nerd, CC0, via Wikimedia Commons
. © Vyacheslav Argenberg / http://www.vascoplanet.com/, CC BY 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/4.0>, via Wikimedia Commons