A5A0C56B5243F86D4E229DD720350EA2 9ad20deef62a4765b51ec572bdd5abdd

24 april 2023

Parsva kukkutasana (zijwaartse haanhouding)

Parsva kukkutasana (zijwaartse haanhouding) is een moeilijke variant van kukkutasana (haanhouding) en alleen geschikt voor gevorderde leerlingen in hatha-yoga. De blessuregevoeligheid is hoog. Met enige fantasie lijkt deze asana op een haan of kip die een poot zijwaarts uitsteekt. Een belangrijk aspect is dat u padmasana (lotushouding) en de hoofdstand (salamba sirsasana II) perfect dient te beheersen. Deze lastige yogahouding staat garant voor sterke armspieren, een goede spijsvertering en positieve effecten op de hart- en longcirculatie. De voorbereidende beheersing van alle basishoudingen is van wezenlijk belang. Ze zorgen ervoor dat u spelenderwijs de vereiste lenigheid en spierkracht krijgt.

Inhoud

* Achtergrond van parsva kukkutasana (zijwaartse haanhouding)
* Technische aspecten
* Let op het volgende
* Voordelen van parsva kukkutasana (zijwaartse haanhouding)
    * Therapeutische toepassingen

Achtergrond van parsva kukkutasana (zijwaartse haanhouding)

Parsva betekent ‘zijwaarts’. Kukkuta wil zeggen ‘haan’ en asana is eveneens Sanskriet en staat voor ‘(zit)houding’. Deze moeilijke variant van kukkutasana (haanhouding) is bestemd voor studenten die de klassieke yogacursus doen en door middel van salamba sirsasana II (hoofdstand) in de zijwaartse haanhouding willen gaan. De asana vereist veel voorbereiding. Beginners zullen dus echt geduld moeten oefenen.

Technische aspecten

Parsva
kukkutasana (zijwaartse
haanhouding) 
Parsva kukkutasana
(zijwaartse haanhouding) is blessuregevoelig. Zorg ervoor dat u in aanloop van deze asana padmasana (lotushouding) en salamba sirsasana II (hoofdstand) beheerst.
  1. Ga eerst in salamba sirsasana II (hoofdstand). Plaats de handpalmen op schouderbreedte op de vloer.
  2. Vanuit de hoofdstand gaat u in padmasana (lotushouding). Het is zaak dat u zonder hulp van uw handen in de lotushouding kunt gaan. In padmasana rust de rechtervoet op de linkerdij en het linkeronderbeen over het rechterbeen tot aan het kruis.
  3. Draai de romp nu vanuit uw middel naar rechts en laat de benen in de lotushouding zakken.
  4. Laat de bovenkant van de linkerdij op de rechterbovenarm rusten.
  5. Breng het hoofd omhoog en kijk voor u uit. Besef dat het hele lichaamsgewicht nu op de twee handen rust. De onder- en bovenarmen vormen een haakse hoek.
  6. Strek de armen zonder ze te overstrekken. Bovendien moet de linkerdij steun blijven vinden op de rechterbovenarm. De romp ‘zweeft’ evenwijdig aan de vloer.
  7. Met het hoofd in de nek kijkt u recht vooruit.  
  8. Blijf enkele seconden tot een paar minuten in parsva kukkutasana (zijwaartse haanhouding). Probeer rustig door te ademen in de volledige yoga-ademhaling.
  9. In omgekeerde volgorde komt u terug in salamba sirsasana II (hoofdstand).
  10. Herhaal de oefening rechts.
  11. Ontspan in savasana (lijkhouding).

Let op het volgende

Beheers eerst de basishoudingen voordat u aan parsva kukkutasana begint. Ze zorgen voor genoeg armkracht en balans. Padmasana en de hoofdstand zijn gevorderde houdingen die u onder de knie dient te krijgen. Voldoende spierkracht in de armen krijgt u onder andere met chaturanga dandasana (vierledige staf) en mayurasana (pauwhouding). Om blessures te voorkomen is het nuttig dat u eerst onder begeleiding van uw partner oefent, of eventueel met een yogaleraar. Enkele belangrijke punten:
  • houd de rug zo recht mogelijk'
  • houd de rug evenwijdig aan de vloer;
  • Overstrek de armen niet, ze moeten steun blijven bieden aan de zijwaartse padmasana;
  • oefen stap voor stap, vind steeds de juiste balans.

Voordelen van parsva kukkutasana (zijwaartse haanhouding)

De voordelen van parsva kukkutasana zijn talrijk. U krijgt sterkere buikspieren, een goede spijsvertering, getrainde armspieren (biceps en triceps) en schouderspieren. Verder zal uw rug soepeler worden dankzij de gedraaide lotushouding. De hart- en longcirculatie zullen merkbaar verbeteren.

Therapeutische toepassingen

Parsva kukkutasana (zijwaartse haanhouding) voor gevorderde studenten in hatha-yoga wordt als ondersteunende therapie ingezet bij onder andere de volgende klachten en aandoeningen:
  • zwakke buikspieren;
  • gebrek aan fysieke en mentale balans;
  • slechte conditie;
  • verzwakte arm- en schouderspieren;
  • weinig vitaliteit;
  • obstipatie;
  • hartklachten.
  • trage spijsvertering;
  • hoog cholesterolgehalte.

Lees verder
Mukta hasta sirsasana (bevrijdende hoofdstand)
Hatha-yoga - een korte uitleg
Dwi pada koundinyasana (albatroshouding III)
Salamba sirsasana III (hoofdstand)
Dwi pada viparita dandasana - kort samengevat


Bronvermelding
. 'Textbook of Yoga', Hutchinson, London
. 'Light on Yoga', B.K.S. Iyengar, Georg Allen & Unwin Ltd., London
. 'Yoga und Medicin', Jurg Wunderli, Fink Verlag, Stuttgart

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Parava kukkutasana; Muzzle007, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
.Muzzle007, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons

14 april 2023

Is het monster van Loch Ness een plesiosaurus?

Voor velen is dat een prangende vraag. Als het monster van Loch Ness bestaat, is het dan een nazaat van een prehistorisch zeedier? Zou het een plesiosaurus kunnen zijn? De plesiosaurus (Plesiosaurus dolichodeirus) leefde ongeveer 200 miljoen jaar geleden en wordt ook wel ‘zeedraak’ genoemd, de tegenhanger van de dinosaurussen op het land. Veel mensen geloven dat in de diepten van het Schotse Loch Ness een monster huist dat af en toe aan het wateroppervlak komt. Tot nu toe is en blijft het echter een mythe. Anekdotes te over. Er wordt dan ook nog steeds voortdurend onderzoek gedaan naar de mogelijkheid dat in dat legendarische, mistige meer wellicht zelfs vele plesiosaurussen leven die zich op weergaloze wijze hebben aangepast.

Inhoud

* Lang en zwaar
* Fossielen van de plesiosaurus (Plesiosaurus dolichodeirus)
* Belangrijke kenmerken van de plesiosaurus
    * Jacht
    * Voortplanting
 * Het monster van Loch Ness - een plesiosaurus?
    * Troebel meer
* Van paling tot steur
* Zit er toch een plesiosaurus in het Loch Ness?
* Wat zegt de wetenschap?
    * Cryptozoölogie

Lang en zwaar

Tot nu toe zijn van het geslacht Plesiosaurus vijftien soorten wetenschappelijk beschreven. De uitgestorven soort Plesiosaurus dolichodeirus was ongeveer vijf meter lang en woog om en nabij de 450 kilo. Hij had een korte nek. De aan de plesiosaurus verwante soorten - de langneks - konden echter wel 15 meter lang worden met wel 70 halswervels.

Fossielen van de plesiosaurus (Plesiosaurus dolichodeirus)

Pas in 1821 werd het geslacht Plesiosaurus voor het eerst wetenschappelijk beschreven. Het was met name de vermaarde paleontoloog Mary Anning (1799-1847) die het bestaan van het geslacht Plesiosaurus definitief bevestigde. Het door haar ontdekte complete skelet van een Plesiosaurus dolichodeirus is te zien in het Natural History Museum in Londen.

Belangrijke kenmerken van de plesiosaurus

Karakteristiek aan de plesiosaurus zijn de peddelachtige ledematen, lijkend op die van pinguïns en zeeleeuwen. De kop is relatief klein met een toelopende snuit. De lange hals (ca. 70 halswervels) bij sommige plesiosaurussoorten was waarschijnlijk niet echt wendbaar en werd vooral gebruikt om als een soort stofzuiger de zeebodem ‘af te grazen’. De Plesiosaurus dolichodeirus had ongeveer 40 halswervels. Het feit dat het prehistorische zeedier longen had, wil zeggen dat hij dus af en toe boven water moest komen om te ademen.

Jacht

Plesiosaurus dolichodeirus
Bij het vangen van wendbare vissen gebruikte de plesiosaurus de hals waarschijnlijk als een soort roer. Het gebit was niet geschikt om het voedsel te vermalen, maar om te bijten en de prooi in zijn geheel door te slikken. De lange hals maakte de plesiosaurus ongetwijfeld kwetsbaar voor natuurlijke vijanden, waaronder de temnodontosaurussen, een soort prehistorische zaagvissen van ruim twaalf meter lang.

Voortplanting

De plesiosaurus was waarschijnlijk levendbarend, bevestigd door de vondst van enkele fossielen van zwangere plesiosaurussen. De vraag is hoe ze zich gedroegen: solitair of in scholen, zoals dolfijnen? De jonge plesiosaurussen leefden wellicht in lagunes en riviermondingen tot ze sterk genoeg waren om de open zee aan te kunnen.

Het monster van Loch Ness - een plesiosaurus?

Talrijk zijn de verhalen over het monster van Loch Ness. Velen hebben het monster met eigen ogen gezien, denken ze. Anekdotes over ‘close encounters’ zijn er te over. Wat men gezien heeft, kan optisch bedrog zijn en van alles zijn geweest, van wrakhout tot laagvliegende vogels, alen, steuren. Zelfs de basilosaurus is de revue gepasseerd, een prehistorische walvis. Helaas kan de wetenschap weinig met anekdotes.

Troebel meer

Loch Ness
Het Schotse Loch Ness is een troebel meer. Onder andere in 2000 zijn onderzoekers met sonarapparatuur het meer opgegaan en ontdekten een soort schaduw van ongeveer vijf meter lang. Iedereen dacht in eerste instantie aan het daadwerkelijke bestaan van een nazaat van de Plesiosaurus dolichodeirus. Of was het simpelweg optisch bedrog? Ofwel het aloude spel van het water, compleet met schitteringen, luchtspiegelingen, schaduwen en golven? De onderaardse wereld van Loch Ness bestaat uit een labyrint van gangen en grotten. Ideaal voor een plesiosaurus om er zich te verschuilen. Daar staat tegenover dat het meer voedselarm is.
 

Van paling tot steur

Verschillende theorieën maken opgang. Een van de minst plausibele verklaringen is dat het monster van Loch Ness een prehistorische walvis zou kunnen zijn, ofwel de basilosaurus, een zeedier dat zich heeft aangepast aan het zoetwatermeer. Het is bekend dat steuren soms vanuit zee rivieren opzwemmen en vervolgens in het Loch Ness terechtkomen. Steuren kunnen een paar meter lang worden en zoeken hun prooi - voornamelijk zalm - in veel gevallen vlak onder het wateroppervlak. Het kan een verklaring zijn voor de relatief vele meldingen in bepaalde perioden van het jaar. Ook leven in het Loch Ness Europese alen ofwel palingen, naast de forel en bergforel. Zelfs snoeken zijn er waargenomen.

Zit er toch een plesiosaurus in het Loch Ness?

Loch Ness
Plesiosaurussen stierven ongeveer 65 miljoen jaar geleden uit. Daar komt bij dat het meer van Loch Ness tot voor 12.000 jaar geleden volledig was dichtgevroren. Volgens sommige meldingen zouden de dieren een lengte van ongeveer vijf meter hebben. Dit komt in elk geval overeen met de lengte van de uitgestorven Plesiosaurus dolichodeirus. Weer andere getuigen zagen een dier van tien tot vijftien meter lang van hen wegzwemmen, wat weer sterk doet denken aan de temnodontosaurus. Er is in de afgelopen jaren steeds meer kennis vergaard over plesiosaurussen, ook over de Plesiosaurus dolichodeirus, die voor velen min of meer de ‘geschiktste’ kandidaat is geworden om door te gaan voor het monster van Loch Ness. Deze soort zou in het meer een goede schuilplaats hebben gevonden in de periode van de massa-extinctie, aan het einde van het Krijt.

Wat zegt de wetenschap?

Wetenschappelijk gezien is er weinig nieuws overgebleven aangaande de theorie van plesiosaurussen die mogelijk in het Loch Ness huizen. Ze zouden in elk geval vaker boven water moeten komen dan het aantal meldingen doet vermoeden. Deze zeereptielen hebben immers longen. Gelet op de bouw en het gewicht zouden ze hun kop niet hoog boven het water kunnen uitsteken. Ze stierven iets later dan de ichthyosaurussen uit en gelijktijdig met de dinosaurussen op het land. Maar mythes zijn hardnekkig.

Cryptozoölogie

Monster van Loch Ness?
De plesiosaurus is, in combinatie met het Loch Ness, inmiddels gecatalogiseerd in de cryptozoölogie. Volledig ontkennen dat er geëvolueerde plesiosaurussen in het meer leven kan de wetenschap (nog) niet. Mogelijk kunnen deze zeedieren op een andere manier aan lucht komen dan alleen boven het wateroppervlak van het meer zelf. Aanpassing aan zoet water zal evolutionair in elk geval een hele klus voor ze zijn geweest. Veel echopeilingen, foto’s, filmopnames en mondelinge getuigenverklaringen geven de ‘gelovigen’ echter tot nu toe het voordeel van de twijfel.

Lees verder

Plesiosaurus - bestaat de zeedraak nog steeds?
Het verschil tussen uitgestorven en prehistorische dieren


Bronvermelding
. 'Die grossen Ratsel unserer Welt', Media Verlang GmbH/München

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Plesiosaurus dolichodeirus; StaraBlazkova at Czech Wikipedia, CC BY-SA 3.0 <http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/>, via Wikimedia Commons
. User:Slate Weasel, Public domain, via Wikimedia Commons
. Creator:Dmitry Bogdanov, CC BY 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/3.0>, via Wikimedia Commons
. Loch Ness by James Denham, CC BY-SA 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.0>, via Wikimedia Commons
. Loch Ness by John Allan, CC BY-SA 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.0>, via Wikimedia Commons
. Marmaduke Arundel "Duke" Wetherell, Public domain, via Wikimedia Commons

09 april 2023

De mysterieuze bidsprinkhaan

De bidsprinkhaan heeft geduld. Roerloos wacht hij tot de prooi binnen bereik is en slaat dan toe. Kannibalisme is de bidsprinkhaan niet vreemd wanneer er een soortgenoot in de buurt is. Sommige grote bidsprinkhanen kunnen zelfs boomkikkers en vogeltjes aan. Dit solitair levende, roofzuchtige insect telt ongeveer 2300 soorten. De meeste soorten zijn te vinden in de tropen, vaak ook de kleurrijkste en grootste. De bidsprinkhaan is verwant aan de kakkerlak, de sprinkhaan en de wandelende tak. De Europese bidsprinkhaan (Mantis religiosa) komt veel voor in zuidelijk Europa.

Inhoud

* Kenmerken van de bidsprinkhaan
    * Kop en voorpoten
    * Vleugels
    * Zintuigen
    * Kleuren
* Voeding en jacht
    * Verdediging
* Voortplanting
* Belangrijke kenmerken van de bidsprinkhaan
* Verspreidng

Kenmerken van de bidsprinkhaan

De Latijnse geslachtsnaam Mantodea is afgeleid van het Griekse woord mantis en betekent ‘profeet’ of ‘waarzegger'. De naam bidsprinkhaan heeft het insect gekregen dankzij de voorpoten, waarbij het lijkt of hij die op vrome wijze voor zich gevouwen houdt. Een algemeen kenmerk van de bidsprinkhaan is zijn slanke en langwerpige lijf met krachtige vangvoorpoten die op scharen lijken en die hij omhoogsteekt zodra hij gevaar ziet, zoals sommige spinnen ook doen, waaronder de Australische tunnelwebspin (Atrax robustus). Ook de opgerichte houding is karakteristiek.

Kop en voorpoten

Europese bidsprinkhaan
(Mantis religiosa)
Deze carnivoor met kannibalistische neigingen heeft een driehoekige kop met tamelijk grote en - bij sommige soorten - uitpuilende facetogen. Bij enkele soorten is de kop op grillige wijze vergroeid ter camouflage. Wie een bidsprinkhaan van dichtbij nadert, zal merken dat het insect de kop draait en elke beweging volgt, wat volgens sommigen mysterieus en (griezelig) intelligent aandoet. Aan de kenmerkende lange hals scharnieren de voorpoten. Dit zijn grote, bedoornde vangarmen, die aan de binnenzijde voorzien zijn van stekels waarmee hij de prooi grijpt en verankert zodra die binnen bereik is. De antennes aan de kop gebruikt het insect voornamelijk om soortgenoten op te sporen (paren). De monddelen zijn bijtend en kauwend.

Vleugels

De bidsprinkhaan heeft twee paar vleugels, over elkaar gevouwen op het achterlijf. Vliegen doet dit insect niet graag. Soms klapt hij de vleugels uit om vijanden af te schrikken of als hij ergens vanaf valt. Veel soorten bidsprinkhanen hebben geen vleugels.

Zintuigen

De bidsprinkhaan kan zijn prooi en natuurlijke vijanden uitstekend zien, als ze maar bewegen. Prooi die doodstil blijft zitten is onzichtbaar voor de bidsprinkhaan. Ook kan het insect relatief ver zien, waarbij het de afstand kan inschatten. Sommige soorten hebben een gehoororgaan.

Kleuren

Veel Afrikaanse en Aziatische soorten hebben schutkleuren die verbluffend veel op bloemen lijken.

Voeding en jacht

Europese bidsprinkhaan
(Mantis religiosa)
Een kenmerk van bidsprinkhanen is dat ze hun prooi niet achtervolgen, maar geduldig, bewegingloos en soms wiegend wachten op een blad of stengel tot het slachtoffer voorbijkomt en binnen bereik is. Alleen een zeer hongerige bidsprinkhaan zal actief op zoek gaan naar prooi. De aanval van dit roofzuchtige, uitstekend gecamoufleerde insect is bliksemsnel, waarbij de prooi met de tangvormige, doornige voorpoten wordt gegrepen. In de meeste gevallen wordt eerst de kop eraf gebeten. De bidsprinkhaan jaagt met name op andere insecten, zoals torren, bijen, andere sprinkhanenspinnen, maar als ze daar kans toe zien grijpen ze ook boomkikkers, hagedissen en jonge vogels.

Verdediging

Vogels en vleermuizen zijn de belangrijkste natuurlijke vijanden van de bidsprinkhaan, die meteen wanneer ze in zicht zijn of ze anderszins ontwaart de doornige voorpoten omhoogsteekt om ze af te schrikken. De voorpoten zijn zo krachtig dat ze de hand van een mens tot bloedens toe kunnen verwonden. Ook klappen ze soms hun vleugels uit om de schrikreactie kracht bij te zetten. De beste tactiek is echter roerloosheid, waarin de bidsprinkhaan een meester is. Ook de uitstekende camouflage helpt, waarbij sommige bidsprinkhanen zo groen zijn als het gras waarin ze zitten. Sommige soorten lijken op een blad of een bloem, afhankelijk van de soort en hun biotoop.

Voortplanting

Na de paring, waarbij het mannetje zeer omzichtig te werk moet gaan om niet al voor de paring opgegeten te worden, zet het vrouwtje de eitjes aan een stengel of op een blad af in een klokvormige, schuimachtige massa, geproduceerd door klieren in het achterlijf. Bij contact met de lucht verhardt deze massa en vormt dan een papierachtig, schimmelig omhulsel dat de eieren beschermt, ook wel ootheek (eierkast) genoemd. De kleintjes kruipen uit de poreuze massa. Na een reeks vervellingen gaan ze steeds meer op de volwassen bidsprinkhaan lijken.

Belangrijke kenmerken van de bidsprinkhaan

Europese bidsprinkhaan
(Mantis religiosa)
Naast de karakteristieke uiterlijke verschijning, zoals de kop, ogen, ‘biddende’ voorpoten en het slanke, langwerpige voorkomen, zijn er enkele andere belangrijke kenmerken van de bidsprinkhaan.

  • Lengte: 1,5 tot 30 centimeter, afhankelijk van de soort.
  • Monddelen: bijtend en kauwend.
  • Vleugels: twee paar, gevouwen op het achterlijf. Veel soorten hebben echter geen vleugels.
  • Voortplantingsperiode: het hele jaar door in de tropen. In de gematigd warme gebieden alleen in de zomer.
  • Legsel: 10 tot 400 eitjes, afhankelijk van de soort.
  • Gedrag: solitair.
  • Voedsel: insectenspinnen. De grote soorten hebben het ook voorzien op kikkers, hagedissen en vogeltjes.
  • Verwante soorten: kakkerlakken, wandelende takken, sprinkhanen.

Verspreiding

De meeste soorten bidsprinkhanen komen in de subtropische, tropische en warme gematigde gebieden voor, zoals in Zuid-Europa, variërend van woestijnen, savannen tot vochtige regenwouden. De Europese bidsprinkhaan (Mantis religiosa) komt algemeen voor in zuidelijk Europa, tot in België. De afgelopen jaren is hij steeds vaker in zuidelijk Nederland gespot, waardoor het lijkt of de Europese bidsprinkhaan zich hier gaat vestigen.

Lees verder
Wandelende takken (Phasmida) - meesters in camouflage
> De bekoorlijke watersnuffel (Enallagma cyathigerum)
> Bladluizen en zwarte wegmieren hebben elkaar nodig
De gloed van de glimworm (Lampyris noctiluca)
Spinnen zijn geen insecten


Bronvermelding

Fotoverantwoording
. Mizael Contreras, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Manuele Matera, CC BY 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/4.0>, via Wikimedia Commons
. Syrio, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Didier Descouens, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons

04 april 2023

Leven met angina pectoris - 10 tips & adviezen

In de beginfase zal angina pectoris doorgaans alleen bij inspanning en heftige emoties optreden, later ook in rust. De kransslagaderen van het hart krijgen dan te weinig zuurstofrijk bloed aangeboden als gevolg van vernauwingen, veelal door atherosclerose. Ouderen lopen het meeste risico, vooral mannen. Beruchte risicofactoren zijn roken, overgewicht, te vet eten en weinig beweging. Om een dreigend hartinfarct te vermijden is het belangrijk om met angina pectoris-klachten naar de huisarts te gaan en in elk geval de levenswijze aan te passen. Tien tips en adviezen kunnen een zeer positieve invloed hebben om angina pectoris te voorkomen of te minimaliseren.

Inhoud

* Symptomen van angina pectoris
* Oorzaken
* Diagnose
* Behandeling
* Een andere manier van leven - 10 tips & adviezen
    * 1 Overgewicht
    * 2 Roken
    * 3 Koffie
    * 4 Alcohol
    * 5 Voeding
    * 6 Bloeddruk
    * 7 Beweging
    * 8 Stress en psychische spanningen
    * 9 Ken uw grenzen
    * 10 Medicijnen

Symptomen van angina pectoris

Hartkramp (angina pectoris)
Angina pectoris is een medische term en betekent letterlijk ‘pijn op de borst’. De symptomen zijn vaak karakteristiek, zoals:
  • beklemmend, drukkend gevoel op de borst;
  • uitstralende pijn naar de armen, schouders, soms ook naar de onderkaak en maagstreek;
  • de klachten treden op bij inspanning en heftige emoties, later ook in rust;
  • vermoeidheid, loomheid, een zwaar gevoel in de benen;
  • benauwd, kortademig;
  • duizelig;
  • angst.

Oorzaken

Bij pijn op de borst, waarbij het hart de oorzaak is, kunnen de kransslagaderen de hartspier onvoldoende van zuurstofrijk bloed voorzien. Er ontstaat dan hartkramp bij inspanning en later ook in rust. Onderliggende aandoeningen van angina pectoris zijn onder meer atriumfibrilleren en een te snelle schildklierwerking, maar de klachten treden ook vaak op voor, tijdens en na een hartinfarct. Een vergroot hart kan een andere oorzaak zijn, zoals ook hartfalen (decompensatio cordis). Quasi angineuze hartklachten zijn onder andere spijsverteringsproblemen, zoals brandend maagzuur (reflux).

Diagnose

De huisarts zal klachten die op angina pectoris duiden altijd zeer serieus nemen en onderzoeken waar de verschijnselen vandaan komen. Ligt de oorzaak in het hart of elders, zoals een reflux van de slokdarm. Het cholesterol wordt geprikt - naast veel andere bloedwaarden - de bloeddruk gemeten en een ecg gemaakt. Afhankelijk van de anamnese wordt u eventueel doorgestuurd naar de cardioloog, die onder andere een inspannings-ecg laat doen, mogelijk ook een coronair angiografie of een MRI, en een echo van het hart. Na deze onderzoeken zal de arts doorgaans een goed beeld hebben van de oorzaak van angina pectoris.

Behandeling

Ecg (elektrocardiogram
ofwel een hartfilmpje)
Bij lichte klachten schrijft de cardioloog dikwijls cardioaspirine (soort bloedverdunner) voor en een middel dat de kransslagaderen verwijdt, zodat het hart meer zuurstofrijk bloed krijgt aangevoerd. Mogelijk is dat een snelwerkend nitraat in de vorm van een spray of een tabletje onder de tong. In sommige gevallen krijgt u een bètablokker zodat het hart rustiger klopt en zuurstofbehoefte van het hart vermindert. Naast een cholesterolverlager als deze waarden met een dieet niet lager worden. Bij verergering van de klachten, of als de ernst van angina pectoris dermate groot wordt dat er sprake is van een dreigend hartinfarct, zal men besluiten tot operatief ingrijpen, zoals een bypassoperatie of het plaatsen van een stent.

Een andere manier van leven - 10 tips & adviezen

Bij een lichte angina pectoris als gevolg van coronair lijden is de prognose goed indien de adviezen van de cardioloog worden opgevolgd en de leefwijze is aangepast. Na de behandeling zullen de klachten doorgaans wegblijven, of er zijn alleen beperkingen bij inspanning en emoties. Hoe de uitslag ook is, licht of ernstig, erna zal men hoe dan ook zelf drastisch moeten ingrijpen in de leefwijze, hoewel dat eigenlijk al gebeurd zou moeten zijn voordat de klachten optraden. Hieronder volgen 10 tips & adviezen aangaande maatregelen die u zelf kunt nemen om de invloed van angina pectoris op uw leven te verkleinen:

1 Overgewicht

Zorg voor de ideale BMI (Body Mass Index), ofwel een gewicht dat in de juiste verhouding staat tot uw lengte. Slank af als u te zwaar bent. Het zal uw conditie ten goede komen. In veel gevallen is afslanken het enige wat nodig is om - wat angina pectoris betreft - klachtenvrij te worden. Het hart hoeft dan immers minder hard te werken. Doe dat eventueel in samenspraak met de diëtiste. Eet minder vet en minder zoet. Deze negatieve factoren vergroten het risico op angina pectoris-klachten. Drink voldoende water en eet gevarieerd.

2 Roken

Stop met roken, ook al kost het wellicht veel moeite. Naast overgewicht is stoppen met roken een van de belangrijkste preventieve maatregelen tegen angina pectoris. Daarnaast veroorzaakt roken een reeks andere aandoeningen, zoals COPD en longkanker. 

3 Koffie

Bloeddruk opnemen
Kies vanaf nu voor cafeïnevrije koffie. Vaak merkt u het verschil niet. Drink anders niet meer dan twee koppen koffie per dag.

4 Alcohol 

Matig uw alcoholgebruik, of stop ermee en drink alleen alcoholvrij als u graag een biertje drinkt. Dat geldt zeker als u hartmedicijnen slikt, zoals een bètablokker, aspirine of een andere bloedverdunner. Minder alcohol lijkt een gunstige werking te hebben op  bloedvatvernauwing. Daarentegen heeft veel alcohol een averechtse werking.

5 Voeding

Kies voor vezelrijke voeding en voorkom daarmee obstipatie. Eet voldoende verse groenten. Probeer te minderen met vlees en zuivelproducten, die relatief veel cholesterol en verzadigde vetzuren bevatten. Te veel zout en zoet zijn taboe. Zet het zoutvaatje dus niet meer op tafel voor het grijpen. Mijd zoete drankjes en let op uw gewicht. Eet gezond en gevarieerd.

6 Bloeddruk

Controle van de bloeddruk is eveneens heel belangrijk bij angina pectoris-klachten. Een kleine bloeddrukverhoging heeft al invloed op de belasting van het hart. Bij elk bezoek aan de huisarts zal hij uw bloeddruk controleren. Schaf zelf een bloeddrukmeter aan en controleer periodiek, bijvoorbeeld elke week. Indien de bloeddruk structureel te hoog is, zal er beslist iets aan gedaan moeten worden.
 

7 Beweging

Tai chi
Het heeft geen zin om de bewegingsinspanning zodanig op te voeren dat u er een aanval van angina pectoris door krijgt. Beweeg voldoende binnen de beperkingen van de kwaal. Spitten in de tuin zal bijvoorbeeld moeilijk worden, maar ga (elektrisch) fietsen, zwemmen, wandelen. Deze activiteiten verbeteren de conditie, u slankt ervan af en u zult zich een stuk beter voelen. Luister altijd naar uw lichaam, forceer uzelf niet. Doe aan duursport zonder dat u kortademig wordt. Beoefen fysiek zware sporten alleen in overleg met uw huisarts of cardioloog. Yoga en tai chi verhogen eveneens de conditie en zijn bovendien ontspannend.

8 Stress en psychische spanningen

Mijd stress, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Doe aan yoga en tai chi als dat u ligt. Voldoende beweging in het algemeen is zonder meer goed tegen stress. Houd een rustiger tempo aan op het werk, als dat al mogelijk is. Grote inspanning en heftige emoties zijn vaak uitlokkende factoren op uw hartklachten. Probeer in uw situatie, samen met uw eventuele partner, uit te zoeken hoe u stressvolle situaties het beste kunt vermijden, zowel privé als op het werk.

9 Ken uw grenzen

Medicijnen innemen
Wees u ervan bewust wat u kunt doen aan beweging zonder dat u een aanval van angina pectoris krijgt. Het voordeel daarvan is dat u een verslechtering van uw toestand sneller herkend. U verkent met andere woorden uw grenzen. Als in uw dagelijks leven, zowel privé als op het werk, het klachtenpatroon verandert, zoals een uitstralende pijn, maar ook een verandering in de felheid en duur van de angina pectoris-aanval, is het zaak dat u uw huisarts of cardioloog daarvan op de hoogte brengt. Het kan wijzen op een verslechtering van uw toestand en dat de behandeling een andere wending moet krijgen.

10 Medicijnen

Zorg ervoor dat u uw medicijnen trouw inneemt, zoals de bètablokker en eventuele cholesterolverlagers. Slik ze ook op de voorgeschreven tijden, wat met name geldt voor de bloedverdunners waaronder aspirine en mogelijk edoxaban (Lixiana). Stop nooit op eigen houtje met de voorgeschreven medicijnen, bijvoorbeeld als u (vaak ten onrechte) denkt dat u van de kwaal af bent omdat u klachtenvrij bent geworden. Minder eventueel in samenspraak met de huisarts of cardioloog.

Lees verder
Angina pectoris vaak voorbode van hartinfarct
Lage bloeddruk (hypotensie) - niet altijd onschuldig
Hoesten - wanneer verwijst de huisarts u door
Eerste bezoek aan de huisarts - anamnese en onderzoek
Brandend maagzuur (reflux) - oorzaken, symptomen en behandeling


Bronvermelding
. Inwendige geneeskunde, 'Ziekten van hart en bloedvaten', M.W. Jongsma, Spruyt & Van Mantgem, Leiden
. Codex Medicus, 'Hart- en vaatziekten,' E. Eyskens, Elsevier Amsterdam

Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: angina pectoris (hartkramp); Ian Furst, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
. Pexels, CC0, via Wikimedia Commons. 
. Created by Agateller (Anthony Atkielski), converted to svg by atom., Public domain, via Wikimedia Commons
. Schekinov Alexey Victorovich, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
.  Public domain, via Wikimedia Commons
. JESHOOTS.com, CC0, via Wikimedia Commons