Voor veel tuiniers is de mol een onzichtbare vijand. Meestal zijn alleen molshopen het bewijs van zijn aanwezigheid. Zelden is de mol te zien, maar hij is wel een van de bekendste zoogdieren. De mol leeft vrijwel uitsluitend ondergronds. Het vaakst zijn molshopen te zien in weilanden, gazons en andere ‘grasvlakten’, en in alle mogelijke grondsoorten. De mol heeft echter een hekel aan een rotsachtige bodem of erg natte grond. De mol is een bijzonder zoogdiertje, aangezien hij op weergaloze wijze is aangepast aan een leven in volstrekte duisternis.
Inhoud
* Taxonomische indeling van de mol (Talpa europaea)
* Kenmerken van de mol
* Vacht
* Voorpoten
* Tanden
* Geluiden
* Zien en horen
* Mollen lijken onrustig
* Eigen gangenstelsel
* Molshopen
* Uitgangen
* Voedsel en jacht
* Voortplanting
* Verspreiding
* Mollen verjagen
* Natuurlijke vijanden
* Belangrijke kenmerken van de mol (Talpa Europaea)
Taxonomische indeling van de mol (Talpa europaea)
De mol behoort tot de stam van de Chordata (chordadieren), de klasse van de Mammalia (zoogdieren), de orde van de Eulipotyphla (insecteneters), de familie van de Talpidae (mollen), het geslacht Talpa en de soort Talpa europaea.
Kenmerken van de mol
Molshoop |
Vacht
De veelal zwarte mol, met een lengte van 10-15 centimeter, heeft een korte, fluwelige pels Kleurvariëteiten komen zelden voor. De haren van de mol hebben niet een bepaalde groeirichting, waardoor de mol net zo makkelijk voor als achteruit door de gegraven gangen kan bewegen.Voorpoten
De voorpoten van de mol zijn sterk, hij moet er immers diep door de harde grond mee graven. Elke ‘hand’ is voorzien van vijf vingers - waaronder de duim - met grote, puntige nagels waarmee hij door vrijwel alle grondsoorten kan woelen. Met de achterpoten zet de mol zich af tegen de tunnelwand.Tanden
Zijn kleine, zeer scherpe tanden hebben verschillende afmetingen en zien er venijnig uit. Ondergronds jaagt hij voornamelijk op wormen, waarmee de vlijmscherpe tanden wel raad weten.Geluiden
Mol (Talpa europaea) |
Zien en horen
De mol ziet slecht met zijn kleine, gebrekkig ontwikkelde kraaloogjes, en horen kan hij evenmin goed. De spitse, roze, zeer beweeglijke en bijna slurfachtige snuit - bezet met duizenden haartjes en snorharen - compenseert die ‘gebreken’ echter op fenomenale wijze. De tastzin is dan ook uitstekend ontwikkeld, waardoor hij de kleinste trillingen in de grond kan waarnemen.Mollen lijken rusteloos
De solitaire mol lijkt een zeer rusteloos bestaan te leiden onder de grond. Dag en nacht is hij actief, graaft zijn gangen en zoekt voedsel. De mollengangen liggen op verschillende diepten, soms vlak onder de grond (jaaggangen ofwel mollenritten), maar er zijn ook mollengangen aangetroffen van 1,20 diep. Soms komen die gangen heel dicht bij de oppervlakte. Er vormen zich dan molshopen, vaak in een rij, waarmee men doorgaans het gangenverloop kan nagaan. Mollen kunnen overigens goed zwemmen.Eigen gangenstelsel
Elke mol heeft een territorium met een eigen gangenstelsel waarvan de lengte wel vijftig meter bedraagt. De mol kan urenlang door zijn gangen lopen zoeken, en nieuwe gangen graven, waarna hij vrijwel even lange rustpauzes neemt in de centrale kamer. Overlappende territoria zijn bekend, maar over het algemeen mijden mollen elkaar. Dat geldt zeker buiten de paartijd. De mol markeert zijn territorium met behulp van geurklieren. De gangen zijn doorgaans ongeveer 5 centimeter breed en kunnen een totale lengte van wel 200 meter hebben.Molshopen
Molshopen zijn vooral te vinden in grasvelden, gazons, moestuinen maar ook in tuinen en parken. Ze vormen een duidelijk teken dat de mol er actief is. Molshopen bestaan uit vers opgehoopte aarde met een doorsnede van wel 30 centimeter. Wie geluk heeft kan zelfs observeren hoe de mol de aarde omhoog werkt en soms even boven de grond komt. In warme, droge zomers ziet men dat het vaakst, aangezien de mollen dan op zoek zijn naar water. Zolang er genoeg regenwormen zijn, hoeven ze echter geen extra water.Uitgangen
Mol (Talpa europaea) |
Voedsel en jacht
De prooi van de mol bestaat voornamelijk uit regenwormen, maar ook insecten, spinnen en slakken staan prominent op zijn menu. Tijdens zijn zwerftochten door de ondergrondse gangen komt de mol van alles tegen wat van zijn gading is. Hij is dag en nacht actief om de helft van zijn lichaamsgewicht aan voedsel te verschalken. In de herfst legt de mol een wintervoorraad aan in de voorraadkamer.Voortplanting
De mol heeft een korte paartijd, van april tot juni. Nadat het mannetje bij het vrouwtje is geweest, laat hij geheel verstek gaan. Hij bekommert zich ook niet om de jongen. In mei en juni worden de nakomelingen zonder beharing geboren. De worp bestaat uit 3-4 jongen. Ze ontwikkelen zich snel. Al na twee weken hebben ze een vacht en na ruim een maand houden ze het nest voor gezien en zoeken ze een eigen territorium. De nestkamer bevindt zich doorgaans recht onder een bijzonder grote molshoop en in de nabijheid van de voorraadkamer. Het nest is ‘knus’ gemaakt met bladeren, gras en mos.Verspreiding
Verspreiding Talpa europaea |
Mollen verjagen
Een vaak effectieve manier om mollen te verjagen is de geur van de bloem van de keizerskroon (Frittillaria imperialis). Die heeft namelijk een vossengeur, waar mollen absoluut niet van houden. Mollengangen en molshopen dichtdrukken, ontmoedigt de mol om terug te komen en verder te graven.
Natuurlijke vijanden
Soortgenoten kunnen elkaar het leven zuur maken, tot de dood erop volgt. Onder andere vossen, dassen, marters, reigers, buizerds en uilen maken bovengronds actief jacht op de mol.Belangrijke kenmerken van de mol (Talpa europaea)
- Lengte: 10-15 cm (kop-romplengte), staart 20-45 mm.
- Gewicht: gemiddeld 120 gram. De mannetjes zijn iets zwaarder dan de vrouwtjes.
- Geslachtsrijp: na ca. 10 maanden.
- Paartijd: april-juni.
- Draagtijd: 30 dagen.
- Worp: gemiddeld 3-4 jongen, soms tot wel zeven jongen.
- Gedrag: solitair.
- Voedsel: vooral regenwormen, maar ook insecten, spinnen, larven, slakken, maden en duizendpoten.
- Levensverwachting: 3 jaar.
- Verwante soorten: De Talpa europaea is onder andere verwant aan de spitsmuismol (Uropsilus soricipes) en de stermol (Condylura cristata). Er zijn 29 mollensoorten.
Lees verder
> De hazelmuis - acrobaat onder de muizen
> De onuitroeibare bruine rat
> Karakteristieke kenmerken van zoogdieren
> Boktorren hebben een slecht imago
> Coyote - de prairiewolf van Noord-Amerika
Bronvermelding
Fotoverantwoording
. Inleidingsfoto: Mol (Talpa europaea); Christoph Moning, CC BY 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/4.0>, via Wikimedia Commons
. Smiley.toerist, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Muséum de Toulouse, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
. Luc hoogenstein, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons
. Karte: NordNordWest, Lizenz: Creative Commons by-sa-3.0 de, CC BY-SA 3.0 DE <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/de/deed.en>, via Wikimedia Commons